Geschoren oksels

PublicatieHet Parool, 14 augustus 1998

Bij de huidige grondprijs is Griffejoens oprijlaan ruim 3,2 miljoen gulden waard. Niet slecht voor een voormalige autosloper.

De A10 is de verkeersader rond het hart van Amsterdam. Tijs van den Boomen verkende de 32 kilometer asfalt in een tiendelige serie. Vandaag deel 5.

Van verre zijn de geelgroene silo’s van Beamix al zichtbaar, op de industriegebieden van Duivendrecht voert zakelijke dienstverlening nog niet de boventoon. Links ligt de voorraadkast van de Amsterdamse Materiaaldienst: klinkers, stoepranden, fietsenrekken, prullenbakken, een fleurige bos verkeersborden. Op het volgestouwde terrein laat Arie Blok de standsverschillen tussen de wijken zien: originele gietijzeren Amsterdammertjes voor de Dam, wulpse stalen paaltjes voor de Javakade, betonnen piramides voor de Kinkerbuurt, rood-wit gestreepte hit me’s voor de Bijlmer.
Aan de andere kant van de snelweg ligt de meccanodoos van het GVB. Hoge stapels roestige wissels, bogen en hartstukken. De bestemmingen staan erop geschilderd: Weteringcircuit, Van Baerlestraat, Dijkgraafsplein. Langzaam wordt de ruimtevretende opslag aan de zuidoostelijke ring in het defensief gedrongen. De Materiaaldienst moest onlangs de helft van zijn terrein inleveren. Op de ontruimde grauwgele zandvlakte begint volgende week de bouw van een glazen BMW-showroom. Drie verdiepingen, zodat automobilisten de dure mannenspeeltjes volgend jaar op ooghoogte uitgestald zien. De 1140 heipalen voor de nieuwe drukkerij van de Perscombinatie zijn net de grond ingeslagen, over twee jaar wordt Het Parool aan de snelweg gedrukt.
Op Jan Griffejoen maakt de oprukkende bedrijvigheid geen indruk. Zijn woonboot ligt bijna onder de brug over de Duivendrechtse Vaart. Op de wal heeft hij met zijn broer een modelspoorbaan gebouwd, met rangeerterreinen en kniehoge huisjes. ‘Bij de herinrichting van het terrein waren ze me straal vergeten’, grijnst Griffejoen, ‘zelfs de brandweer was stomverbaasd toen ze hier een brandje moest komen blussen.’ Om zijn boot bereikbaar te houden bleef een 360 meter lange strook open tussen het snelwegtalud en de Materiaaldienst. Bij de huidige grondprijs is Griffejoens oprijlaan ruim 3,2 miljoen gulden waard. Niet slecht voor een voormalige autosloper.
Knooppunt Amstel is een geamputeerd viaduct. Komend vanuit het oosten kun je wel afslaan naar het centrum, maar door ruimtegbrek ontbreken de fly overs van en naar de zuidas. Dus moeten automobilisten uit Den Haag al bij de Rai afslaan: S109 en S110 delen op de zuidas een afrit. Geen probleem, want de ‘S’ hoort niet bij een afslag maar bij een ‘Stedelijke aansluitweg’.
De oksels van knooppunt Amstel lijken volgens de laatste haarmode geschoren: sloten met rietkragen en kortgemaaide grasstroken wisselen elkaar af. De sloten zijn in elkaars verlengde gegraven, vanuit de lucht lijkt het alsof een eeuwenoud slotenpatroon is doorsneden is door asfaltlinten. Bedenksel van een landschapsarchitect.
Het hart van het knooppunt staat volop in bloei. Geert Timmermans, schrijver van het boekje Haring in het IJ, wijst gele teunisbloemen, rode papavers en bruine lisdodden aan, ‘allemaal vanzelf hierheen gewaaid.’ De appelboom is te danken aan een achteloos weggeworpen kroosje. De ruisende wind in het riet overstemt de weg, de razende autobanden waaien over ons heen. Rust.
Timmermans: ‘Oksels zijn ook prima plekken voor hazen en vogels: geen mensen, honden of vossen. Bij knooppunt Nieuwe Meer zat een kolonie visdieven, inmiddels is die verkast naar het proefeiland voor IJburg. Er vallen ook veel slachtoffers, maar over het algemeen zijn de oudere dieren gewend geraakt aan het verkeer. Voor hen is de snelweg gewoon een nieuwe biotoop.’ Van de voet van de A10 zou hij een groene ring willen maken, een strook natuur en recreatie. ‘Waarom hier geen picknickplaatsen, crossterreintjes en repetitieruimtes voor bands?’
Aan de buitenzijde van het knooppunt heeft de politie alvast een voorschot genomen op zijn idee. Vorig jaar verhuisden de 35 Amsterdamse politiepaarden van het hoofdbureau naar een manege met paardendouches en een ‘droogstap’-carrousel. Instructeur Cees Rijpkema kruipt achter het mengpaneel om te laten horen hoe de paarden getraind worden. Plots raast een snelweg door de manege, tien maal harder dan de rustig kabbelende A10 die door de open deuren zichtbaar is. Vervolgens dendert een Boeing voorbij, een drumband, vuurwerk, toeterende Ajaxsupporters, een house party.
Net als de paarden moet ook Joke Biessen uit het Brabantse dorp Bergeyk aan de herrie van de snelweg wennen. Reuma deed haar in een rolstoel belanden, deze week logeert ze met man en zus in het logeerhuisje van volkstuinencomplex Amstelglorie. ‘Fantastisch dit huisje, honderd procent perfect aangepast. En dat voor 175 gulden per week, ze doen het hier allemaal vrijwillig.’ Thuis is haar tuin twintig maal zo groot. ‘Maar wat kan mij dat schelen’, zegt ze guitig, ‘we komen hier voor de stad.’ Ze is naar het slotfeest van de Gay Games geweest, heeft zwart gereden in de metro en kreeg op begraafplaats Zorgvlied een lekke band.
Boven op de brug over de Amstel staan Pim (10) en Thijs (7) te springen tussen vangrail en brugleuning. Ma staat moedeloos bij de auto op de vluchtstrook. ‘Tof hè, de politie is net geweest en straks komt de kraanwagen van de wegenwacht’, roept Pim, ‘en nu komen we ook nog in  de krant.’ Dit is dé dag van zijn vakantie, veel spannender dan de Efteling of een dagje naar zee. Zijn moeder is minder enthousiast: ‘Geen praatpaal te bekennen en we staan net over de top, achteropkomende auto’s zien ons pas op het laatste moment.’
In de oksel van de oprit bij de Rai ligt een lommerrijk ven met riet, waterlelies en zwarte populieren. Onder het lover is het stil, de snelweg lijkt een verre beek. Op het tegelpad, door de snelweg onttrokken aan nieuwsgierige blikken, nemen twee grijze geliefden afscheid. Een tedere kus, hij stapt op zijn fiets, zwaait nog een keer. Ze kijkt hem stilletjes na tot hij al lang om de bocht is verdwenen.
 

Gerelateerde artikelen