Lichtend kruis

PublicatieHet Parool, 4 september 1998

Begin jaren zeventig was dit de eerste flat die in actie kwam tegen de geluidsoverlast van de snelweg, bewoners weigerden de huurverhoging. Vier jaar duurde het gevecht, toen moest Rijkswaterstaat opdraaien voor de geluidsisolatie.

De A10 is de verkeersader rond het hart van Amsterdam. Tijs van den Boomen verkende de 32 kilometer asfalt in een tiendelige serie. Vandaag deel 8.

In Amsterdam-West verruilt de A10 haar nummer voor een heuse naam: Einsteinweg. Bij elke afrit golft het wegdek omlaag, om zich bij de oprit weer te verheffen boven het maaiveld. Voor de kruisende straten en fietspaden zijn viaducten uitgespaard in het dijklichaam. Om de paar honderd meter kunnen fietsers uit Slotervaart doorsteken naar de stad, langs de blonde woontorens aan de rand van het Rembrandtpark. De flats zijn een luxe uitvoering van de Bijlmer, met ondergrondse parkeergarages en uitsluitend Nederlands naambordjes: Van Dijk, Van Beek, De Boer, De Haan, Lam.
Verscholen tussen de woonblokken aan de linkerkant liggen op luttele afstand – tussen hectometer 23,7 en 24,2 – drie kerken achter elkaar. Ze stammen uit de vroege jaren zestig toen het geloof nog eeuwig leek. De Immanuelkerk is de eerste. Om het hoofd boven water te houden moest deze ‘Samen op weg’-kerk onderhuurders aantrekken: de Holland Methodist Church uit de Bijlmer en de onafhankelijke baptisten uit het centrum. ‘Het zijn allemaal streekkerken, gelovigen komen niet alleen uit Amsterdam’, zegt vrijwilliger Jan Siderius (67), die met zijn vrouw de kerk dweilt. ‘Je moet er dus makkelijk met de auto kunnen komen.’ Begin jaren negentig kregen de kerken gezelschap van moskee El Oumma El Islamia, getooid met een vierkante minaret en een piepklein half maantje.
In de berm verzamelen twee mannen afval met een knijper aan een stokje. ‘Wat we vinden? Om eerlijk te zijn: vooral blikjes bier’, zegt John van Kranenburg. Samen met zijn collega doet hij twee kilometer per dag, inclusief opritten kost de hele ringweg een maand. Elke morgen om half zes gaat de wekker in zijn dorp aan de Waal, hij rijdt naar Geldermalsen en vandaar brengt het busje van de aannemer hem naar Amsterdam. Zijn maat uit Leerdam moet al om vijf uur op om hier de wegen schoon te maken. ‘Aan de herrie en stank wen je, maar als ik ’s avonds een handdoek over mijn gezicht haal is die helemaal zwart.’
Zestienwielige betonmixers nemen afslag S105 naar het Lucas Ziekenhuis, waar een rode kraan hun draaiende buik leegzuigt en de inhoud uitstort in de bekistingen van de nieuwbouw. Over twee jaar is de ‘vernieuwbouw’ van het Lucas klaar, dan gaat het Andreas, de fusiepartner aan afslag S104, tegen de vlakte.
Op de negende verdieping ligt mevrouw Van Utrecht te wachten op een plaats in een revalidatiekliniek. ‘Ik kom uit Zwanenburg, maar van dat geraas van de A10 heb ik meer last dan van heel Schiphol bij elkaar’, zegt ze met grimmige opgewektheid. Vanuit haar raam is het spoor van de Amsterdamse ring te volgen: de torens van de Zuidas, de flats van Diemen, de silhouetten van de hoogspanningsmasten die Noord omgorden, de kranen van de westelijke havens. Maar mevrouw Van Utrecht kijkt liever naar beneden, naar het parkeerterrein. ‘Vroeger zetten mensen hier hun auto en gingen met de tram naar de stad. Sinds kort is er betaald parkeren, nu zie je allemaal autootjes vertwijfeld omdraaien. Heel melig allemaal.’
Een stukje verder duikt pal aan de weg een flat van vier verdiepingen op. De gevel is bezaaid met schotelantennes, een voorafspiegeling van het stadsbeeld als CNN definitief van de kabel verdwijnt. ‘Wij zijn puur Hollanders’, zijn de eerste woorden van Magdalena Maria – ‘Zeg maar Lenny’ – Bijvank (67). Al 27 jaar woont ze hier, haar jongste zoon is er geboren. Aan haar balkon hangen bloembakken met paarse vetplanten. ‘Ze doen het goed hoor, maar ik praat dan ook tegen ze.’
Begin jaren zeventig was dit de eerste flat die in actie kwam tegen de geluidsoverlast van de snelweg, bewoners weigerden de huurverhoging. Vier jaar duurde het gevecht, toen moest Rijkswaterstaat opdraaien voor de geluidsisolatie. De flats kregen dubbel glas en suskasten, langwerpige geluiddempers boven de vensters. ‘Het systeem zit er al zo lang dat nieuwe hendels niet meer leverbaar zijn.’ Voor Lenny Bijvank had het allemaal niet zo gehoeven: ‘Vroeger konden we de hele pui openklappen. Nu kan alleen de deur nog open.’
 Over de snelweg, ter plaatse veertien asfaltstroken breed, wil ze geen kwaad woord horen: ‘Het brengt toch gewoon een beetje leven in de brouwerij. Bovendien, als je klaagt heb je kans dat ze de flats afbreken, net als die woningen een stukje terug aan de snelweg, in Slotervaart. En ik wil hier niet weg, het zijn knappe vijfkamerwoningen.’
Onlangs collecteerde ze voor het behoud van de Kolenkit, de kerk die afslag Bos en Lommer markeert. Het gekartelde schip heeft smalle vensters tot de vloer, zelfs op een bewolkte dag stroomt hierdoor gefilterd licht. Binnen ontbreek elk spoor van de grimmige bakstenen buitenkant, de witte ruimte lijkt te zweven in een goddelijke licht.
Eind deze maand gaat het gebouw in de steigers, de ramen zijn gebarsten en het dak lekt. De kerk is al twintig jaar eigendom van de Pinkstergemeente. De Surinaamse voorgangster L. Homoet (61), die in de pastorie ernaast woont, zegt: ‘Eigenlijk wilde de gemeente de kerk slopen, maar met steun van de buurt kwam ze op de monumentenlijst. Acht ton kregen we, maar dat is alleen voor de buitenkant, de rest moeten we zelf doen. En daarvoor hebben we nog sponsors nodig, veel sponsors.’
Hoog op haar verlanglijstje staat nieuwe verlichting voor het kruis op de toren. ‘Twee jaar geleden ging die kapot. Als het kruis weer brandt, zien onze gelovigen uit de Bijlmer, Eindhoven, Zoetermeer, Almere de kerk al van verre. Als een lichtend baken aan de snelweg.’
 

Gerelateerde artikelen