‘In de cel kan ik langer bellen’

PublicatieIntermediair, 14 december 2000

Het gaat niet alleen maar bergafwaarts met telefooncellen, af en toen slaagt KPN erin een nieuwe markt aan te boren.

Het gaat niet alleen maar bergafwaarts met telefooncellen, af en toen slaagt KPN erin een nieuwe markt aan te boren. Vluchtelingen vormen een aantrekkelijke doelgroep, en dus verrijzen er telefooncellen bij asielzoekerscentra (AZC’s) en bij opvang- en onderzoekscentra (OC’s).
De achthonderd asielzoekers van OC Deelen – een voormalig legerkamp op de Veluwe – hebben vier cellen tot hun beschikking. Twee staan midden op het terrein, de andere twee staan naast het grintbetonnen wachthuisje dat herinnert aan de vroegere functie van het kamp.
Telefoonkaarten zijn te koop bij de particuliere beveiligingsdienst die het kamp 24 uur per dag bewaakt. ‘Per week verkopen we honderd tot honderdvijftig kaarten van een tientje’, vertelt de beveiligingsbeambte van PreNed, ‘als ze tenminste niet uitverkocht zijn.’ Nieuwe kaarten kan hij niet simpelweg in de winkel of op het postkantoor halen, dat loopt  via de financiële administratie en kan een paar weken duren. ‘Nee, dan zijn mensen niet al te blij.’

Deze middag is het rustig bij de telefooncellen. Er hangen wat mensen rond om de bus te nemen naar Arnhem, anderen verzamelen zich bij de SRV-wagen van bakker Hilvers. Volgens het bakkersmeisje heeft zeker de helft van de bewoners een mobieltje, ‘je begrijpt niet hoe ze het regelen, ze zijn hier zo snel wegwijs.’
Dus toch geen groeimarkt? De Koerdische vluchteling Cumali Dursun (17), zelf ook bezitter van een prepaid mobiele telefoon, legt uit dat we te vroeg zijn. ’s Avonds om zeven uur, als het dalurentarief begint, vormt zich een lange rij voor de telefooncellen. ‘In de cel kan ik veel langer bellen voor mijn geld.’
 

Gerelateerde artikelen