De vijfde stad van Nederland heeft geen serieuze problemen meer: de kaart van 2008 vertoont nog een paar plekken met het predicaat ‘matig’, de score ‘negatief’ komt echter niet meer voor, laat staan ‘zeer negatief’. De eerstvolgende stad met zo’n positief beeld is Haarlem, de dertiende stad van het land.
Bij de eerste meting in 1998 had Eindhoven nog een paar slechte plekken, waarbij vooral de omgeving van de Vuurvlinderstraat in de buurt Doornakkers-Oost eruit sprong met de score ‘zeer negatief’. Met name in de periode 1998-2002 is daar grote vooruitgang geboekt en daarna is de positieve lijn vastgehouden, zodat de score nu op ‘matig’ staat. De omgeving van de Cavallilaan (in de buurt Bennekel-Oost) deed het nog beter en klom op van ‘zeer negatief’ tot ‘matig positief’.
Moeizamer verliep de ontwikkeling van de buurt die volgend het CBS Groenewoud heet, maar die in de volksmond bekend staat als Woensel-West. Hans Teeuwen zong hierover: ‘Het is zo’n nietszeggende wijk waar ze de Turken, Marokkanen, ongeschoolde werklozen en een aantal alternatieve jongeren bij mekaar hebben gestopt en het heet: probleemcumulatiegebied.’
De Edisonstraat, de centrale as van de buurt, en het zuidelijk deel van de buurt knapten redelijk op, maar de problemen rond de Drebbelstraat waren hardnekkiger. Toch is ook hier tussen 2006 en 2008 voorzichtige verbetering bewerkstelligd en staat de score nu op ‘matig’. Daarmee boekte Woensel-West van alle 83 Vogelaarbuurten de grootste vooruitgang.
Ondertussen tekenen zich in het noorden van stadsdeel Woensel een paar zwakkere plekken af, met name rond de Judealaan in de buurt Vlokhoven. Tussen 1998 en 2008 verbeterde het voorzieningenniveau sterk, maar de veiligheid liep flink terug. Deze ‘beperkt negatieve’ ontwikkeling leidde (nog) niet tot een negatieve eindscore.
