Jette mag zich graag afficheren als dorp in de stad, maar ook dorpen worden meegesleurd door de maalstroom van de tijd. Neem het Oude Afspanningsplein, dat vroeger een belangrijke schakel was in de oude Frankische weg van Brussel naar Relegem.
Tot eind jaren zestig van de vorige eeuw nam je de Dieleghemse Steenweg en op het Afspanningsplein kwam je dan uit op de Steenweg op Relegem. Maar deze laatste steenweg moest plaatsmaken voor een gewestelijke weg – de Laarbeekweg – en het universitaire ziekenhuis. Naar Relegem kon je toen niet meer.
Van de oude weg resteert volgens historicus André Monteyne enkel nog een overwoekerd wandelpad achterlangs het Tandheelkundig Instituut: ‘De keien onder de smurrie tonen aan dat dit wel degelijk ooit een heuse steenweg was.’
Het Afspanningsplein ligt er nog wel, maar is gedegradeerd tot een parkeerplaats: het doorgaande verkeer maakt gebruik van de naamloze rotonde die er pal naast is gelegd. Was het uit schuldgevoel, dat het Hoofdstedelijk Gewest – de aanstichter van alle veranderingen – begin jaren negentig besloot een kunstwerk op het middeneiland te zetten? In ieder geval kreeg de Artistieke Commissie van de Vervoerinfrastructuur opdracht een kunstenaar voor te stellen. Normaal neemt de minister zulke adviezen over, maar in dit geval wees hij toch zelf een kunstenaar aan: het werd Eric Desmedt, bijgenaamd ‘Le Prince Eric’. Die maakte, in zijn eigen woorden, een beeld dat voortbouwt op ‘ons culturele verleden’. Nou bedoelt hij met dat verleden in ieder geval niet de oude steenweg naar Relegem, want voor zover bekend kwamen hier geen vismensen voorbij. En precies dat stelt het beeld voor.
De stad blijft het dorp Jette lastigvallen: er komt een nieuwe tramlijn, die vanaf metrostation Simonis naar de Heizelvlakte gaat rijden. Uit het dossier blijkt dat de naamloze rotonde daarbij plaats zal moeten maken ‘voor een compacter kruispunt met verkeerslichten’. Misschien kan de vismens dan een plekje krijgen op het Oude Afspanningsplein.