Sinds de heren van kasteel Roosteren het schuurtje als schuilhut annex paardenstal hadden gebouwd was er niet veel veranderd. Goed, het was in handen gekomen van de grootvader van de huidige boer, hij plantte er een appelboomgaard en gebruikte het schuurtje als opslagplaats, en later, toen er veel dakpannen kapot waren gegaan, had zijn zoon die vervangen door blauwe pannen. Voor de lol had hij, dakpansgewijs, de naam DE KROP op het dak gelegd, de naam waarmee het veld al eeuwen werd aangeduid.
Maar bij aanvang van het nieuwe millennium waren er grote veranderingen op til. Aan de overzijde van de A2 stond Holtum-Noord gepland, een logistieke hotspot waar later de grootste distributiehal van Nederland zou verrijzen, met een oppervlakte van 14,5 hectare.
Het nieuwe bedrijventerrein maakte een complete reconstructie van afslag 46 noodzakelijk en Ramon Smeets, de boer die niet alleen het inmiddels half ingestorte schuurtje bezat, maar ook het land eromheen waar de nieuwe oprit moest komen, rook zijn kans: ‘De trein komt voor iedereen voorbij, maar je moet er wel zelf opspringen.’ De tijd van de schuurtjes liep ten einde.
Smeets verbouwt maïs, verricht loonwerk, levert droge koemest aan particulieren en houdt vleesstieren en vooral varkens. En hij is nieuwsgierig en altijd in voor iets nieuws. ‘Mijn vrouw komt uit Maastricht en ik had de reclamemast bij vliegveld Beek altijd in mijn achterhoofd, zoiets leek me wel wat.’
Aanvankelijk lijkt hij geen enkele kans te maken. De gemeente Echt-Susteren, waar Roosteren onder valt, heeft zelf ook plannen voor reclamemasten: een bij afslag 45 en een iets verderop, bij de geplande aftakking naar de nieuwe A73. Vooral die eerste locatie is een hoofdpijndossier: Rijkswaterstaat wil niet dat de mast op de daar geplande verzorgingsplaats komt en een gemeentelijk ambtenaar heeft vervolgens de beoogde locatie van de mast foutief ingetekend.
Wat er vervolgens precies gebeurt, is lastig te reconstrueren omdat een deel van het gemeentelijk dossier door ‘wateroverlast in het archief’ verloren is gegaan. Maar uit een interne notitie blijkt hoe de provincie druk uitoefent op de gemeente om Smeets ter wille te zijn, zodat de provincie vervolgens de gronden voor de oprit van hem kan kopen. Er komt een deal: de provincie geeft toestemming voor beide masten die de gemeente plant, de gemeente verleent een ontheffing voor de mast van Smeets, die vervolgens eenmalig 40 duizend euro aan de gemeente betaalt omdat die financieel niets wijzer zal worden van de exploitatie.
Ramon Smeets wil er niet veel over loslaten, maar hij zegt wel grijnzend: ‘Eerst zeiden de ambtenaren van de provincie dat ik meer kans had om de paus op bezoek te laten komen, dan dat ik een ontheffing van de reclameverordening zou krijgen. Drie weken later lag die er.’ Ook bij de rest van de procedure werd een on-ambtelijk tempo betracht, zo blijkt uit de stukken die de wateroverlast hebben overleefd.
Op 22 januari 2004 wordt de aanvraag van Smeets in het lokale weekblad gepubliceerd – om in het dorp geen slapende honden wakker te maken, gebruikt hij een enigszins verhullende naam: R.W.S. Infra, de letters staan voor Ramon Welter Smeets. Op 19 februari ligt er een kennisgeving vrijstellingsverzoek, op 3 maart laat Rijkswaterstaat weten dat het ‘geen opmerkingen’ heeft, op 13 april geeft de provincie een verklaring van geen bezwaar, op 28 april ligt er een gemeentelijk memo om de bouwvergunning ’alvast in elkaar te draaien’ en op 18 mei is de hele procedure afgerond. Op 22 juli staat de mast er, precies een half jaar is verstreken sinds de publicatie van de aanvraag, dat is misschien wel een Nederlands record.
Dat de bouw van de mast zo snel gaat, komt doordat Smeets al lang contact heeft opgenomen met de grootste exploitant: Interbest, dat later wordt overgenomen door Ocean Outdoor. Zij zetten voor hem hun standaardmast neer, met een doek van 12 meter hoog en 9 meter breed.
Ook bij de deal met Interbest weet Smeets een voordeeltje te bedingen: het onderbord, waarop normaal de naam van de exploitant staat, houdt hij voor zichzelf om te adverteren met zijn gedroogde koemest. Als Interbest daarmee later toch niet zo gelukkig is – een wasmiddelreclame gaat slecht samen met koemest – zet het bedrijf in ruil voor het onderbord de koemestreclame een paar weken per jaar op een groot aantal van zijn landelijke masten. Zo verovert Limburgse koemest het land.
Factsheet
- Hoogte: 30 meter
- Bouwjaar: 2004
- Led/analoog: driezijdige analoge mast (normaal blijft de van de snelweg afgewende zijde leeg, masteigenaar Ramon Smeets gebruikt deze derde zijde voor reclame voor zijn eigen bedrijf)
- Frequentie: n.v.t.
- Grondeigenaar: R.W.S. Infra (Ramon Smeets)
- Vergunning mast: R.W.S. Infra (Ramon Smeets)
- Exploitant: Ocean Outdoor
- Aantal passanten per dag: 110.600
- Opbrengsten gemeente: nihil (de gemeente krijgt wél geld voor de mast bij de splitsing met de A73 – namelijk 45 duizend euro per jaar – en voor de mast bij afslag 45 – waar de eigenaar van de grond en de gemeente de opbrengst delen)