Vergeet wat je vroeger op school hebt geleerd, de Tachtigjarige Oorlog en daarmee de stoot naar de Nederlandse onafhankelijkheid begon niet in Heiligerlee, maar bij Garrelsweer aan het Damsterdiep, waar de gevechten een paar dagen eerder al uitbraken.
Het oude lintdorp tussen Groningen en Delfzijl dommelde na die periode weer rustig verder, maar eind negentiende eeuw kreeg het een steenfabriek en later werden de drie grote wierden rond het dorp afgegraven. In de jaren zestig verrees aan de zuidoostkant een nieuwbouwwijkje, maar toch bleef het een karakteristiek, pittoresk dorp aan het water.
En toen kwamen, langzaam maar onverbiddelijk, de gevolgen van de gaswinning aan het licht, want het dorp ligt in het epicentrum van het aardbevingsgebied. Op 15 november 2021 werd het dorp opgeschrikt door een aardbeving van 3,2 op de schaal van Richter. Achtentwintig huizen zijn gesloopt en inmiddels zijn onder andere het kerkje, de pastorie en een paar monumentale boerderijen versterkt.
In het Dorpshuis praten zes bewoners, twee lokale kunstenaars en een lokale architect met twee kunstenaars en één architect van buiten over de toekomst van het dorp. In totaal zijn er dus negen dorpelingen aanwezig, best veel op een bevolking van nog geen vijfhonderd zielen. Zijn ze representatief? Waarschijnlijk niet, want de gemiddelde leeftijd is hoog. Slechts een van hen is geboren en getogen in het dorp, zijn historie gaat zelfs zeven generaties terug. Hier ben je ook na 54 jaar nog import, maar toch voelen ze zich allemaal diep verbonden met Garrelsweer.
Het gaat deze avond niet over wat er op de plek van de gesloopte steenfabriek moet komen, of wat er in de plaats moet komen voor de 28 afgebroken huizen, maar vooral over de sfeer, over het eigene van het dorp, en over de kleine verhalen die van groot belang zijn.
Ze praten bijvoorbeeld over de grote rode beuk, die prominent bij de woning op nummer 120 staat en die erop wijst dat hier ooit een boerderij heeft gestaan, want zo’n beuk mocht een boer alleen planten als hij zijn boerderij had afbetaald. En over het stukje muur even verderop, een laatste restant van de steenfabriek dat is blijven staan omdat het op de grond van de voormalige boerderij stond en de eigenaren geen toestemming hebben gegeven voor de sloop van ‘hun’ hoekje van de fabriek.
De kunstenaars van buiten, die actief zijn voor stichting Sense of Place, spitsen vooral hun oren bij het verhaal over ‘het bosje’. Nadat de boerderij van de familie Bos was afgebrand, bleef een verlaten perceel achter met vervallen machines en een bosje dat steeds hoger opschoot. Het was voor de kinderen van het dorp een magische speelplek, juist omdat de toegang verboden was.
Dit zijn de verhalen waar de kunstenaars naar op zoek zijn voor de Artistieke Gebiedsbiografie (AGB) die ze over het Damsterdiep willen schrijven, als aanvulling op de gewone Gebiedsbiografie waarmee de kwaliteit van de fysieke leefomgeving van een gebied in kaart wordt gebracht. De AGB wil een stap verder gaan, ze wil ook de liefde van bewoners voor hun gebied meewegen.
Wat gaat er met het bosje gebeuren? De broers Bos – de ‘Bosjongens’ – zijn overleden en de grond is overgegaan naar de zus, het laatst overgebleven familielid. Onbekend is wat zij wil met het perceel, maar de bewoners zouden het ’t liefst bewaren zoals het is.
Het brengt het gesprek op het belang van ‘niets doen’, dat net zo relevant is als ‘iets doen’. Juist niets doen is volgens de bewoners nodig om de bestaande kwaliteiten in het dorp te behouden en door te geven aan de volgende generatie. Maar kan dat eigenlijk wel, niets doen? Het gevaar is groot dat als je niets doet, iemand anders misschien iets gaat doen dat je helemaal niet wilt. Dus ‘niets doen’ vergt wel ‘iets doen’.
Eenvoudig is het allemaal niet, want de bewoners zijn moe. Ook al zijn de meeste monumentale panden verstrekt en worden zelfs beschadigde panden inmiddels voor goed geld gekocht door mensen van buiten, de beschadigingen zitten diep. De bewoners kunnen er op dit moment niets meer bij hebben. Wanneer komt ‘niets doen’ voort uit vermoeidheid? En hoe is het te rijmen met de wens om uiteindelijk wel weer de ruimte te voelen om ‘iets’ te doen voor de toekomst van Garrelsweer?
Quotes bewoners
‘Je kent niemand en je kent iedereen.’
‘Het Groningse landschap is mooi, maar er staan soms wat bomen in de weg.’
‘Hoe minder er is, hoe meer je ziet. Je kunt naar het landschap kijken als naar een film.’
‘De aarde is uitgeput, maar wij ook; wij leven op die aarde.’
‘ta dat we door de versterking ook ruimte en vrijheid krijgen, en een heleboel kansen.’
‘We moeten niet verkrampen en bevriezen.’
‘We zijn niet bang voor leegloop, dat is er nooit geweest en zal er ook niet komen.’
‘We praten wel veel met elkaar over allerlei functionele zaken, maar eigenlijk nooit over onze gezamenlijke liefde voor het dorp, of over de waarden die we willen behouden.’
Plaats
Garrelsweer (Groningen)
Ontwerpteam
STUDIOpnt / Observatorium – Nienke Veenhuis / Lieven Poutsma en Ruud Reutelingsperger