Met een plastic glimlach serveren stewardessen de plastic dienbladen met plastic bakjes eten. Veel passagiers voelen zich schuldiger over de afvalberg van hun instant-maaltijd dan over de enorme hoeveelheid kerosine die het kost om hen naar het andere einde van de wereld te slepen. De Ster, marktleider in wegwerpserviezen voor de luchtvaart, probeert dat eerste probleem te verzachten. Ontwerper Ton Tesink (40): ‘We willen bioplastics gaan gebruiken die worden gemaakt van mais. Anderhalf jaar geleden hebben we ons als vingeroefening de opdracht gesteld daarmee het kleinst mogelijke bestek te ontwerpen dat praktisch bruikbaar is. LittleBIG is daarvan het resultaat.’ Het bestek moet worden weggegooid: heet water vervormt het materiaal en bleekt de kleuren uit. Na negentig dagen op de composthoop zijn de bolle lepels, vorken en messen geheel vergaan. Als er eenmaal volledige serviezen van bioplastic zijn, kunnen etensresten en borden samen worden vermalen tot veevoer. Tot nu toe wordt het eten weggegooid omdat afvalscheiding te duur is.
Gezeten in een plastic stoel in een klooster aan de rand van Venlo, zegt Tesink: ‘Ik ben verliefd op plastic. Het is democratisch materiaal, betaalbaar voor iedereen. En dankzij nieuwe technieken kunnen we plastic een huid geven met een warme uitstraling.’ Het progressieve imago van plastic uit de jaren vijftig is nog niet helemaal terug, maar het materiaal maakt wel een opmerkelijke comeback. Niet toevallig verwijzen vorm en kleur van LittleBIG naar het optimisme van de wederopbouw. Ook de ontwerpen voor nieuwe wegwerpserviezen zijn inmiddels klaar, net als het bestek hebben ze ronde, zachte vormen. Tesink: ‘Home feeling wordt steeds belangrijker in de luchtvaart, daarmee kun je het verblijf in zo’n vliegende pijpenla veraangenamen. Ik houd ervan om produkten te ontwerpen die een glimlach teweegbrengen. Dat is overigens iets anders dan "leuke" dingen maken, een ontwerp moet in de eerste plaats goed zijn.’
Voor LittleBIG hield hij een brainstormsessie met leken. ‘Als ontwerper ben je je zo bewust van de randvoorwaarden dat je niet meer impulsief genoeg bent. Daarom plukken wij bij elk nieuw produkt zo’n vijf mensen van straat en praten maximaal een uur met hen. Een moeder in het panel zei over de kleine afmetingen van het bestek: "Fantastisch, dan ben ik eindelijk van dat aparte kinderbestek af dat altijd onvindbaar achter in de keukenla ligt." Dan weet je dat je op het goede spoor zit.’
Uit hun kloostertuin haalden Tesink en zijn ontwerpers houtblokken en daaruit sneden ze veertig modellen. ‘We wilden de organische oorsprong van de grondstof laten terugkomen in de vorm. In de ontwerpfase werken we nooit met randvoorwaarden, dan kom je niet tot iets nieuws. Pas als de vorm vast ligt, komen de computers en specificaties.’ Om de symmetrie te bewaren kreeg het mes een tweesnijdend lemmet. Het kostte vervolgens veel energie om de produktie onder de knie te krijgen. ‘Niemand wist hoe je maisplastic moest spuitgieten. Dus moet je fabrikanten inspireren tot nieuwe oplossingen.’ Bij de eerste producent bleef de kleverige massa steeds in de matrijs hangen. De tweede wist het bioplastic harder te krijgen, al brak het aanvankelijk te makkelijk. Ook het ontwerp zelf moest worden bijgesteld: de stelen van de vorken en lepels waren te dik zodat het materiaal inzakte als het uit de matrijs viel.
LittleBIG werd vorige herfst gepresenteerd op de designbeurs van Utrecht. De eerste serie van vijfhonderd ging naar designwinkels en musea. Ondertussen bleef Tesink verder schaven en slijpen. ‘We hadden het bestek meteen op de markt kunnen zetten, maar we wilden iets maken dat over tien jaar nog goed is. We hebben het plastic harder gekregen en de kleuren helderder. Met het oog op kinderen hebben we de punten van de vork wat minder scherp gemaakt en het tweesnijdende mes kreeg maar één snijvlak vanwege Amerikaanse eisen. Ook schoonheidsfoutjes werden weggewerkt, zoals de niet-afbreekbare lijm waarmee een sticker op de verpakking was geplakt.’
Begin volgende maand komt het bestek in een grote oplage op de markt. De prijs zal beduidend lager liggen dan de drie gulden per set van de eerste serie. ‘Het blijft voorlopig wel duurder dan gewoon plastic bestek omdat bioplastics nog steeds in kleine hoeveelheden worden geproduceerd.’ Over de kleuren is Tesink nog niet steeds helemaal tevreden. ‘De grondstof heeft een gelige gloed. We gebruiken mens- en milieuvriendelijke kleurstoffen uit de snoepindustrie en kunnen nog maar twaalf mooie kleuren maken. Ik wil er veel meer: kleur is essentieel voor vormgeving. Dat zien ontwerpers te vaak over het hoofd.’ Tesink zal dat niet snel vergeten in zijn werkruimte met lichtgroen plafond en gordijnen in alle kleuren van de regenboog.
Bestek om op te eten
Publicatie | Intermediair, 27 maart 1997 |
---|
Met een plastic glimlach serveren stewardessen de plastic dienbladen met plastic bakjes eten.