De E25 van Amsterdam naar Luxemburg

PublicatieDiversen, 1 januari 1999

De meeste mensen rijden bijna met hun ogen dicht over de snelweg. Er is immers toch niets te zien? Mooi wel. Een verkenning van de E25 van Amsterdam tot Luxemburg.

De meeste mensen rijden bijna met hun ogen dicht over de snelweg. Er is immers toch niets te zien? Mooi wel. Een verkenning van de E25 van Amsterdam tot Luxemburg.

Verschenen in: Quarterly

Vanaf de 115 meter hoge Rembrandt Tower lijken de snelwegen om Amsterdam op slierten tagliatelli. Wegen en spoorlijnen draaien om elkaars as bij knooppunt Amstel, vandaaruit zet de snelweg met een luie bocht koers naar het zuiden. Dit is het begin van de E25, de snelweg die pas bij Genua eindigt in de Middellandse Zee.
Het afgelopen decennium is langs de Amsterdamse snelweg een complete stad verrezen, met kantoortorens, showrooms, hamburgertenten en het nieuwe Ajax-stadion in de vorm van een schildpad. Daarna begint het ultieme Nederlandse landschap: groene weilanden, blauwe slootjes, zwartbonte koeien, eenzame hekjes, wollige schapen, een enkele windmolen. Een verkeersbord meldt dat het nog 371 kilometer is naar Luxemburg, via de E35. Wacht even, de E35? Dat moet een vergissing zijn, want volgens opgave van de Verenigde Naties is dit de E25. Hoe kan dat?
Simpele vragen zijn soms moeilijk te beantwoorden. Snelwegen zijn tot in detail beschreven: de hoogte van de vangrail, de kromming van de bochten, de breedte van de stippellijnen. Maar al die gegevens betreffen uitsluitend het heden, om de geschiedenis bekommert zich niemand. Verder dan een hypothese komt de woordvoerder van het ministerie van Verkeer en Waterstaat niet: ‘In 1975 kregen alle noord-zuidverbindingen oneven nummers. Aanvankelijk liep de E25 inderdaad van Amsterdam naar Genua, en de E35 van Rotterdam naar Rome. Bij Utrecht kruisten ze elkaar en daar zat waarschijnlijk de pijn. Het is namelijk niet de bedoeling dat noord-zuidverbindingen kruisen. Waarschijnlijk zijn toen de wegnummers omgedraaid van het startpunt tot Utrecht.’

Bij Utrecht zijn de weilanden verdwenen onder een dikke laag opgespoten zand. Hier wordt gebouwd aan Leidsche Rijn, een wijk met 30 duizend woningen en 280 hectare bedrijfsterrein. Over een lengte van twee kilometer krijgt de snelweg een dodo-overkapping. Dodo staat voor dicht-open dicht-open. De brandweer vindt een geheel gesloten kap namelijk te gevaarlijk vanwege de tankwagens met vloeibaar gas.
De toekomstige situatie is al te zien bij Mobilion, een grote tentoonstelling aan de voet van afslag Utrecht-Centrum. Multimedia, videowanden, computeranimaties: alles wordt uit de kast gehaald om de bezoeker te amuseren. Maar het spectaculairste is een ouderwets schaalmodel van Midden Nederland. De 27 meter lange maquette ligt onder een glazen vloer, rode tuinslangen met knipperende lichtjes geven de snelwegen weer. Van bovenaf valt pas op hoeveel bochten en slingers er in de E25 zitten. En hoe hoog de weg boven de polders uitsteekt. Het asfalt ligt anderhalve meter onder de zeespiegel, de groene weilanden met koeien liggen nog ruim vier meter dieper.
Weer terug op de snelweg blijkt de brug over de Lek nog lang niet klaar. Pas in het voorjaar van 2003 wordt de ‘uitbouwbrug’ in gebruik genomen. Tot die tijd blijven Nieuwegein-Zuid en Vianen hoog scoren in de file-toptien. Een paar kilometer verder boort de E25 zich door de Diefdijk. Boven de weg hangen schuiven die bij een dreigende watersnoodramp het gat afsluiten. Het is nog nooit nodig geweest, ze gaan alleen naar beneden bij de tweejaarlijkse test. Rond Zaltbommel gedijen glimmende showrooms tegenwoordig minstens zo goed als de tradionele appels en peren van de fruitstreek. Het zijn vooral de Duitse automerken die deze hightech uitstalkasten met mannenspeeltjes langs de snelwegen bouwen. Meer dan kantoorpanden vormen ze een natuurlijke aanvulling op het pallet van de snelweg.
Tegenwoordig loopt de E25 met een wijde boog om Den Bosch heen, maar tot 1973 voerde de snelweg dwars door de stad, langs het Q8-station aan de Vughterweg. Het is een elegant betonnen pompstationnetje uit 1933, met een – al lang dichtgetimmerde – bedrijfswoning erboven. Verdwenen merken als Caltex en PAM hebben hier gezeten, maar ook Shell en Gulf en nu dus Q8. De snelwegklanten hebben plaats gemaakt voor een vaste klantenkring die niet van zelfbediening houdt. En voor asielzoekers uit de naastgelegen Isabellakazerne die hier sigaretten komen kopen.

Het nieuwste stuk E25 ligt tussen Den Bosch en Eindhoven. De geluidsschermen langs het traject vormen één familie van lichtgrijze gebogen schalen. De rustige vormgeving van de weg steekt af bij het rommelige Brabantse coulissenlandschap met boerderijen, bosschages, velden, schuren, landgoederen, dorpen, houtwallen. Drie jaar geleden had de weg hier nog ongelijkvloerse kruisingen. Het stoplicht bij Vught was toen het werkterrein van Piet uit de naburige psychiatrische inrichting. Als het rood was liet hij de auto’s met een beslist handgebaar stoppen, als het licht op groen sprong gebaarde hij driftig om door te rijden. Piet Schuurmans overleed in 1994, een messing plaatje in een bankje langs de weg herinnert aan hem.
Met een fraaie zwiep draait de snelweg om Eindhoven heen, de wanden van het steile viaduct lijken te bestaan uit betonnen puzzelstukken. Daarna wordt het landschap droger: heide, dennenbossen, vlak naast de weg loopt een stoffig zandpad. Een bord waarschuwt voor overspringende herten. De verlichting van de E25 houdt hier op, dit is het donkere zuiden. Vlak na tankstation Kelpen staat een GSM-antennemast die als denneboom is vermomd, hij torent hoog boven een loofbosje uit. De stalen mast is in camouflagekleuren geschilderd, de neptakken doen denken aan een dode kraai die op een paal is gespijkerd.
Na de imposante koeltorens van de Clauscentrale begint het geïndustrialiseerde Maasdal dat doorloopt tot Luik. Samen met kerktorens bepalen schoorstenen het verdere Limburgse landschap. Opleggers met auto’s rijden bij Born af en aan naar reusachtige parkeerplaatsen: links Nedcar, rechts de Europese distributeur van Chrysler. Halverwege het kilometerslange DSM-complex ondergaat de E25 een aderlating: veel vrachtwagens buigen af naar Heerlen, Aken en Keulen.
En dan eindelijk Maastricht, de parel van het zuiden. Maar vanaf de snelweg blijft bitter weinig over van het romantische beeld. De E25 wordt een twee kilometer lange stadsweg met verkeerslichten. Aan weerszijden liggen jaren-zestigflats, grintbakken met armetierige klimop en sluisjes om te voorkomen dat fietsers in één keer oversteken. Meteen na de stad vormen stapels autowrakken een muur langs de weg. Woonwagenkamp Vinkenslag is een van de drie Europese centra voor de handel in Duitse schadeauto’s. Uit de zee van oude auto’s rijzen luxe woonwagens op, sommige zijn getooid met een rieten dak en koperen dakgoten.
In 1993 gingen de Europese binnengrenzen open, veel douanekantoren zijn toen opgeheven. Het kantoor aan de E25 overleefde de sanering, maar het personeelsbestand kromp van twintig naar drie. De grote parkeerplaats herinnert aan de tijden dat het kantoor dag en nacht open was, en dat er vrachtwagens uit heel Europa voor de deur stonden. Nu is het er leeg, het lage kantoor maakt een haveloze indruk. In de vensterbank houdt een vergeelde sanseveria moedig stand.
Belgen hechten meer betekenis aan de Europese nummering den Nederlanders, ze vermelden de E25 prominent op alle verkeersborden. De weg heeft zelfs een gloedvolle naam gekregen: Route du Soleil. Die naam zegt meer over de eindbestemming dan over het Waalse Maasdal, want dat is een aaneenschakeling van cokesfabrieken, steenbergen, loodsen en een half afgebroken elektriciteitscentrale. Te midden van dit industriële geweld staat, op een kunstmatig eiland in de Maas, een lichtgrijze toren om de aanleg van het kanaal Luik-Antwerpen te gedenken. ‘L’union fait la force’ liet Albert I er in 1930 optekenen. Want het kanaal moest beide helften van zijn rijk dichter aaneen smeden.
De route door Luik is een belevenis, vooral op een regenachtige avond met Jacques Brel op de radio. Onverwachts schiet de E25 naar de overkant van de rivier en vlecht zich onder de afritten van de Maasbruggen door, maakt opnieuw een haakse bocht naar de andere oever en vervolgt zijn stedelijke weg langs tapijthallen, garages en de ‘Brokantiek’. Hier staat een pomp van Q8-dochter International Diesel Service. In een vitrine hangt een verkreukelde nieuwsbrief uit 1994. ‘Vorig jaar liet een chauffeur het pistool in de tank zitten en reed weg. Hij trok de hele tank uit de grond’, vertelt de directeur van de UPTR, de werkgeversorganisatie voor transportbedrijven die gezeteld is in de barak naast de pomp. Negen vrouwen heeft hij onder zijn bevel, die halen chauffeurs met problemen terug naar België.

Na deze stop voert de E25 vier rijstroken breed de Ardennen in, vrachtwagens kruipen elkaar voorbij. Af en toe ligt er in de diepte onder een viaduct een dorpje, maar verder ontbreekt elk spoor van bebouwing. Tot aan Luik volgde de snelweg bestaande wegen die in de loop der eeuwen steeds verder zijn verbreed en opgewaardeerd, maar hier zoekt de E25 zijn eigen spoor. De oude wegen fungeren nu als route touristique.
De snelweg lijkt met een strijkbout door het landschap getrokken. Om steile beklimmingen te vermijden loopt de weg vaak door een sleuf, waardoor je aan beide zijden tegen een schuin oplopende graswand aankijkt. Bij de viaducten zit de brugleuning net ongelukkig: precies op ooghoogte. Groen is het hier, overdonderd donkergroen. De roodwit geverfde hoogspanningsmasten veroorzaken een schok op het netvlies.
In de Belgische Ardennen ligt welgeteld één tankstation aan de E25. Tenminste officieel, want reclameborden in de berm proberen de automobilist van de weg af te lokken om op de zijwegen te komen tanken. Bij de Finapomp van Habay bijvoorbeeld, waar tevens een splinternieuw Routiersrestaurant ligt. Dit is een plek voor vrachtwagenchauffeurs, in de officiële wegrestaurants zul je hen tevergeefs zoeken. ‘Wij houden niet van tenten waar alles zo nauw komt’, zegt Jan van Gerwen die net een blok graniet heeft afgeleverd in Luxemburg. ‘Hier is het eten goedkoop en veel, en je kunt douchen.’ Met natte haren wacht hij op een fax met zijn volgende lading. Aan de bar zitten vaste klanten achter het bier. De volgende afslag trekt met flikkerend neon een heel ander publiek: feestvierders. Op een kluitje zitten hier een bowlingbaan, een drive thru hamburgertent en een grote gokhal. ‘We zijn elke nacht tot vijf uur geopend, in het weekend tot zes uur’, vertelt de uitsmijter van zeker 140 kilo, ‘we zitten hier perfect op de grens van drie landen.’ Ooit is Las Vegas ook zo begonnen: een klatergouden uitgaanscentrum in de middle of nowhere. ‘Circus’ heet de gokhal in een witte bedrijfsdoos, een nog kernachtiger naam dan het Amerikaanse voorbeeld ‘Circus, Circus’.

Luxemburg slaat commercieel keihard terug: bij de tankstations staan lange rijen auto’s te wachten voor goedkope benzine. De shops kunnen ook de goedkope sigaretten, drank en porno nauwelijks aanslepen. Belgische kentekens overheersen voor de kassa’s met slagbomen.
Het landschap blijft onveranderd heuvelen, alleen kleine details verraden dat dit een ander land is. De sfeer is regelzuchtiger, Nederlandser. Doorgaand vrachtverkeer mag de snelweg niet verlaten, boven de weg zorgen elektronische informatiepanelen voor filemeldingen, borden langs de weg geven niet alleen de afstand tot het volgende tankstation aan, maar ook het merk dat daar verkocht wordt. Q8 staat er niet bij, ook al heeft dit merk een heus Luxemburgs hoofdkantoor dat ligt ingeklemd tussen de E25 en een spoorlijn.
Het kleinste land van de Benelux gebruikt geen hectometerbordjes zoals zijn grote broers, maar volstaat met een bordje om de halve kilometer. Ze tellen langzaam terug vanaf 20,5 en dan ben je bij klaverblad aan de zuidkant van de hoofdstad. Hier kruisen de E25 en de E44 elkaar. Op punt nul, midden tussen de fly-overs, ligt het Luxemburgse douanekantoor. Het is in 1993 gebouwd, toen de grenzen wegvielen. Sindsdien worden alle import- en exportzaken in het hart van het land geregeld. De grote parkeerplaats voor de deur staat vol auto’s. Ze blijken niet voor de douane te komen, maar voor de bus. Elk kwartier vertrekt er eentje vanaf de E25 naar het centrum.
 

Gerelateerde artikelen