In de Haarlemmermeer is de A4 bij uitstek een economische snelweg, dat bewijzen zowel de Big Mac-index als de groei van de bedrijventerreinen rond Schiphol.
Niemand wilde de Haarlemmermeerpolder hebben toen hij midden negentiende eeuw droogviel. Amsterdam, Haarlem, noch Leiden had interesse en dus werd hij noodgedwongen een zelfstandige gemeente. Jacob Amersfoordt, een van de eerste burgemeesters, vroeg zich af hoe hij de woeste grond tot bloei kon brengen en concludeerde in 1864: ‘Door te zorgen, dat die gemeente in verband sta met het algemeene verkeer; dat zij hare personen, hare goederen gemakkelijk kunne in aanraking brengen met de hoofdplaatsen van beschaving, handel en bestuur. Als dat geschiedt, zal er spoedig grond tekort komen […]’. Zijn pleidooi voor de aanleg van treinverbindingen had uiteindelijk succes. Later kwamen daar de luchthaven, de snelwegen, de hoogwaardige openbaarvervoerlijn en de hogesnelheidslijn bij en zo werd de Haarlemmermeer het best ontsloten stuk van Nederland. De groei van de economie hield daarmee gelijke tred.
Sinds 1986 publiceert The Economist jaarlijks de Big Mac-index, een beoordeling van de internationale wisselkoersen aan de hand van de prijs van ’s werelds beroemdste hamburger. Met een variant op deze burgernomics zou je het succes van een locatie af kunnen lezen aan het wedervaren van de vestiging van de plaatselijke McDonald’s. ‘Als eerste van Nederland zijn we vanaf 1 april zeven dagen per week 24 uur per dag open’, zegt Robert Breukers, bedrijfsleider van de McDonald’s aan de afslag Hoofddorp van de A4. De inrichting is urban, je kunt er draadloos internetten en de lange tekentafel in de kinderhoek is populair bij bedrijven die een brainstorm houden. Nu al hoort Breukers met zijn omzet bij de Nederlandse topvijf, maar hij verwacht te stijgen, zeker als de nieuwe afslag klaar is. ‘Automobilisten die onze reclamezuil zien zijn nu te laat om af te slaan, dan niet meer.’
De provinciale weg naar Hoofddorp, die voor de deur van McDonald’s loopt, kan de 40 duizend voertuigen per dag nu al bijna niet aan en met de geplande bedrijventerreinen aan de A4 zou de weg helemaal vastlopen. De huidige afslag wordt vervangen door twee nieuwe: vanaf 2011 kun je na de Schipholtunnel eerst bij Hoofddorp/Aalsmeer van de A4 af en twee kilometer zuidelijker bij ACT/Rijsenhout. Tussen beide afslagen komen parallelbanen om te zorgen dat het lokale verkeer niet op de A4 komt, alles bij elkaar wordt de A4 hier honderd meter breed.
ACT – de afkorting van Amsterdam Connecting Trade – is de nieuwe benaming van wat tot eind 2007 Werkstad A4 heette, een plan voor drie uitgestrekte bedrijventerreinen voor luchtvaartgerelateerde logistiek aan weerszijden van de A4, verbonden middels een vrije baan voor vrachtwagens. In principe mogen truckers hun vracht niet meer zelf afleveren bij Schiphol, ze koppelen hun opleggers af in de Truck Terminal, daarna brengen ACT-chauffeurs die naar de Rail-, Water- en Airterminals, vanwaar ze naar ‘de hoofdplaatsen van beschaving, handel en bestuur’ gaan. Met deze vrije vrachtbaan wordt een nieuwe infrastructurele laag toegevoegd aan het weefwerk Schiphol. ACT wil dat de baan, die deels op poten zal komen te staan, goed zichtbaar wordt vanaf de A4, want ‘met het schouwspel van de vele vrachtbewegingen wordt begrip gekweekt voor deze efficiënte oplossing’.
De Haarlemmermeer biedt nu nog een groene, lege aanblik. Dat zal na de gereedkomen van ACT en de andere plannen rond Schiphol afgelopen zijn. Zo rond 2020 rijden de 97.500 automobilisten die dagelijks uit Amsterdam komen eerst langs de kantorenparken IBP Riekerpolder (links en rechts) en Schiphol Elzenhof (links), passeren dan het huidige Schiphol, het nieuwe Schiphol Logistics Parc (links) en de bedrijventerreinen De Hoek (rechts) en Beukenhorst (rechts) om vervolgens aan hun linkerhand gedurende 2,5 kilometer het logistieke park A4-zone West te zien en rechts ruim zes kilometer glastuinbouw. Pas bij het knooppunt Burgerveen, waar de A44 zich afsplitst, houdt Amsterdam op en heb je aan beide zijden vrij zicht. Even maar, want al na drie kilometer duikt de weg onder de ringvaart door en verschijnen links de bedrijventerreinen van Roelofarendsveen.
Toch behoudt de polder iets van zijn weidsheid doordat de bebouwing niet dicht langs de weg komt te staan. Tussen Schiphol en het aquaduct blijft aan weerszijden van de A4 een strook van tweehonderd meter vrij en dat is voor Nederlandse begrippen zeer royaal. Zulke stroken doen denken aan de Pücklerstreifen die de ontwerpers van de Duitse Autobahnen voor de oorlog tot hun beschikking hadden om de snelweg landschappelijk zorgvuldig in te passen. Rijkswaterstaat heeft altijd met jaloezie gekeken naar de stroken die vernoemd waren naar de negentiende-eeuwse landschapsarchitect Fürst Hermann von Pückler-Muskau, maar voor zoiets vaags als de beleving van de weg mocht in Nederland geen grond worden onteigend, nog afgezien van het feit dat er geen geld voor was.
Dat er voor de A4 nu wel zo’n brede strook wordt gereserveerd – bij een grondprijs van 350 euro per vierkante meter vertegenwoordigt die een waarde van bijna 900 miljoen – wordt dan ook niet in de eerste plaats ingegeven door esthetische motieven, maar door vernuft en calculatie. De plannenmakers concentreerden alle ruimte voor de opvang van regenwater – elk gebouw moet vijftien procent van zijn oppervlakte compenseren met waterberging – aan de A4. Bijkomend voordeel: de stroken zijn een ‘strategische ruimtereservering’, waar in de verre toekomst ‘hoogwaardige architectuur’ zou kunnen verrijzen.
Rijkswaterstaat, dat zelf niet meebetaalt aan de strook, wil in de zones grote rietvelden laten planten. Dat is makkelijk als de weg later nog verder moet worden verbreed en bovendien benadrukt het riet dat de A4 door een delta loopt. Om een gevoel van eenheid te creëren moet dat riet zoveel mogelijk terugkomen over de hele lengte van de A4, tot aan de Belgische grens. Helaas dreigt Schiphol meteen al roet in het eten te gooien: rietlanden trekken vogels aan. In lijn met de ideeën over de delta wil de landschapsarchitect van Rijkswaterstaat nu moerasvegetatie, maar de landschapsarchitect van de verenigde glastuinbouwers, op wier grond de strook ligt, wil struweelachtige beplanting omdat dat een aantrekkelijk beeld op zou leveren.
Het is tekenend dat er in de Haarlemmermeer op zo’n gedetailleerd niveau over de inpassing van de snelweg wordt nagedacht. Hier geen toevallige samenklontering van bedrijven op zichtlocaties: de lokale autodealers zitten veilig verstopt op de bedrijventerreinen aan de achterzijde van Hoofddorp. De A4 is een internationale etalage en zowel de gemeente als Schiphol willen niet dat de individuele bedrijven zich daar presenteren maar de collectieve arrangementen waarvan ze onderdeel uitmaken: het logistieke centrum, de glastuinbouw, het vliegveld, het handelscentrum.
De A4 wordt zo een staalkaart van de bedrijventerreinen van de 21ste eeuw: grootschalig en doordacht, en voorzien van een imago dat bewaakt wordt door supervisoren en parkmanagement. De strenge, rechtlijnige opzet van de polder zal voortleven in de ongenaakbaarheid van de bedrijventerreinen. De rommeligheid begint pas na het aquaduct, op het oude land.
</p