Herenboeren op zoek naar een landgoed

Publicatie6 november 2024

Gelders Arcadië wordt de landgoederenzone genoemd die zich van Arnhem naar het westen uitstrekt. Om de zomers buiten door te kunnen brengen, stichtte de stedelijk elite hier vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw ruim honderd landgoederen. Doordat pachtboerderijen en bosbouw voor inkomsten zorgden, ontstond in de Veluwezoom een landschap waar esthetiek en economie…

Gelders Arcadië wordt de landgoederenzone genoemd die zich van Arnhem naar het westen uitstrekt. Om de zomers buiten door te kunnen brengen, stichtte de stedelijk elite hier vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw ruim honderd landgoederen. Doordat pachtboerderijen en bosbouw voor inkomsten zorgden, ontstond in de Veluwezoom een landschap waar esthetiek en economie hand in hand gingen.
In de vorige eeuw kwamen veel landgoederen in handen van de overheid en van stichting Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK). De landbouwgronden werden verpacht en deels omgevormd naar grasland of natuur. Er wordt nog wel geboerd, maar met de rechtstreekse voedselproductie voor de stad was het gedaan.
Kan die band niet hersteld worden, zo vraagt een nieuwe groep stedelingen zich af. Ze noemen zich Herenboeren en willen als coöperatie een stuk land van tien tot twintig hectare pachten en daar een boer aanstellen om puur en eerlijk voedsel voor de leden te produceren.

In een bescheiden kantoorruimte op Huis Zypendaal gaan twee ‘kartrekkers’ van de initiatiefgroep Herenboeren Arnhem-Noord in gesprek met een specialist natuur- en cultuurhistorie van stichting GLK, twee ambtenaren van de gemeente Arnhem en een historisch geograaf van het Gelders Genootschap.

Geïnspireerd door een Herenboer uit Loenen, Marleen Oudt, zochten de initiatiefnemers in coronatijd naar 150 huishoudens die mee zouden willen doen. De behoefte aan eerlijk voedsel bleek groot, en misschien nog wel groter is de behoefte om een band met je directe omgeving te hebben. Binnen de kortste keren hadden ze 800 belangstellenden, meer dan één enkele Herenboer kan bedienen. De stichting en de overheid hebben zo veel grond, betogen de initiatiefnemers, is er dan echt geen stuk te vinden waarop zij hun plan kunnen verwezenlijken?

De historisch geograaf onderstreept dat je met een Herenboer het historische landschap zou herstellen, want de landbouwgrond van de oude landgoederen wordt nu alleen nog maar gebruikt voor Engels raaigras en mais, of voor het andere uiterste: schrale graslanden. Ook de gemeente is enthousiast: het idee sluit goed aan bij de Arnhemse wens om stadslandbouw te bevorderen. Maar ja, zo’n grote lap grond hebben ze dicht bij de stad niet in de aanbieding, terwijl ‘op fietsafstand’ voor het idee van de Herenboeren nu juist essentieel is. Verderop zou het wel kunnen, maar daar kom je in de zone van de natuurgebieden en daar wil de gemeente alleen ‘schrale landbouw’, zelfs organische mest is daar ongewenst. Ook GLK is enthousiast, maar heeft evenmin grond beschikbaar: al hun land met een agrarische bestemming is al verpacht en onder Nederlands recht worden pachtcontracten elke zes jaar automatisch verlengd en gaan ze bovendien over ‘van vader op zoon’, zoals dat in agrarisch jargon heet. Achteraan sluiten in de rij is dus niet direct beloftevol.

Maar er speelt nog iets anders, blijkt als het gezelschap een korte wandeling maakt naar een groot weiland vlak om de hoek, dat vroeger de Bouwerij heette. Tot de Tweede Wereldoorlog was het terrein van 17 hectare opgedeeld in een groot aantal kleine akkertjes. Met oude foto’s in de hand probeert het gezelschap zich voor te stellen wat mensen heden ten dage van zo’n inrichting zouden vinden. Rommelig, denkt de een; inspirerend, denkt een ander. Voeg daar nog eens de woning, de schuren en het erf aan toe die een Herenboer nodig zal hebben, en je krijgt een compleet ander landschap dan nu. De weidsheid ben je kwijt, zegt de een; de eeuwenoude relatie tussen landschap en productie keert terug in een modern jasje, zegt de ander.

Het roept de vraag op hoe veranderlijk het hedendaagse landschap nog is, zeker aan de rand van de stad. Áls er al grond zou worden gevonden, zijn omwonenden dan niet zo zeer gehecht aan de huidige verschijningsvorm dat ze een boerenlandschap zullen afwijzen? En welke tijd neem je eigenlijk als uitgangspunt bij de inrichting van het landschap? Voorlopig stelt SKL zich als eigenaar van de grond conserverend op, en wel behoudend wat er nú, aan het begin van de 21e eeuw, is.

 

Quotes

‘Ik wil niet alleen praten over landschappen, maar er ook echt iets mee doen.’

‘Iedereen mag meepraten, maar wij beslissen, wij zijn eigenaar van de grond.’

‘De landgoederen waren indertijd de resultante van een samenwerkende gemeenschap, maar wie vormt nú die gemeenschap?’

‘Parken worden ervaren als common goods, iedereen heeft er een mening over, dat maakt aanpassingen heel moeilijk.’

‘Het behoud van het landschap is voor ons het allerbelangrijkste, het belang van boeren is daaraan ondergeschikt.’

‘Wij hebben de stad niet nodig, de stad heeft ons nodig.’

 

Plaats

Arnhem, landgoederenzone

Ontwerpteam

Zijaanzicht Landschapsarchitecten – Sandra Schuit

Gerelateerde artikelen