Opvouwbare squashbaan

PublicatieIntermediair, 19 november 1998

Een snijbrander spuit een vonkenregen door de werkplaats van Gigant, het Noord-Brabantse bedrijf dat gespecialiseerd is in mobiele podia voor popfestivals, roadshows en de Tour de France. En sinds deze maand in mobiele squashbanen.

Een snijbrander spuit een vonkenregen door de werkplaats van Gigant, het Noord-Brabantse bedrijf dat gespecialiseerd is in mobiele podia voor popfestivals, roadshows en de Tour de France. En sinds deze maand in mobiele squashbanen. Met minder dan een dag te gaan tot de jaarvergadering van de World Squash Federation in Stuttgart, blijken er foute cilinders te zijn gemonteerd waardoor de vloer niet omhoog komt. Geen spoor van paniek bij eigenaar Frits van Sambeeck (47): ‘Het is al zo vaak op het laatste moment goed gegaan, daar leer je op vertrouwen. De adrenaline maakt het karwei af.’
De kosten van de mobiele baan waren aanvankelijk begroot op honderdduizend gulden, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. ‘Alleen het polycarbonaat voor de wanden was al dubbel zo duur als begroot. De verkoopprijs komt nu op 75 duizend dollar.’ Dat bleek in Stuttgart geen bezwaar: vier landen namen een optie. Van Sambeeck denkt al weer verder. ‘Met een dak erop heb je een mobiel basketbalveld of een tijdelijke tentoonstellingsruimte.’
Voor promotiedoeleinden beschikte de Squash Bond Nederland al over een mobiele baan, maar voor de opbouw van dat glazen gevaarte waren zes mannen twee dagen in de weer. Het moest sneller en goedkoper, met die boodschap kwam de bond bij Van Sambeeck. ‘Ik ben uitgegaan van twee tot drie mensen. ’s Morgens vertrekken met een vrachtwagen, opbouwen, wedstrijden spelen, afbreken en ’s avonds weer terug. Dat betekent dat je ongeveer twee uur de tijd hebt om op te bouwen.’
De maximale afmetingen zijn ingegeven door de wegenwet: maximaal 3,05 meter hoog en 2,55 meter breed. De lengte van een squashbaan – 9,75 meter – leverde voor een oplegger geen problemen op. Van Sambeeck begon met een stalen frame van bijna 1.300 kilo dat met vier uitklapbare telescoopcilinders bijna een meter omhoog kan worden gedrukt. Vervolgens wordt de vrachtwagen eronderuit gereden, waarna de poten iets zakken tot de vloer waterpas staat. De twee rechtopstaande zijvleugels klappen uit om het speelveld de gewenste breedte van 6,4 meter te geven. Ze hebben elk zes eigen pootjes die worden gesteld met schroefspindels, zoals bij een bankschroef. Stap drie zijn de doorzichtige zijwanden die in het midden van het chassis al klaar staan op geleiderailsen. Ze hoeven alleen maar naar de zijkant te worden geschoven en vastgezet. De wanden van een squashbaan lopen naar de achterkant op tot 4,57 meter. Daarom zit de bovenste helft met scharnieren omgeklapt, de panelen worden met de hand rechtop gezet en met een stalen rail vastgezet op de zijspanten. De eveneens doorzichtige achter- en voorwand bestaan elk uit twee delen, die met een zelfontworpen steekkarretje en een los zwenkwiel op hun plaats worden gereden en vastgeschroefd.
De vloer bestaat uit een stapel van 24 genummerde multiplex vloerplaten van 2,42 bij 1,06 meter op een houten frame. Belijning en sponsorlogo staan er al op. In de randen is een groef uitgespaard, daarin worden aluminium plaatjes geslagen die als ‘mes’ fungeren, net als bij een schrootjeswand. Normaal is de toplaag van een squashvloer van hout. Om te besparen op onderhoud zijn de vloerplaten bedekt met een speciale coating die meer vocht opneemt dan een gewone kunststof sportvloer. Bij squash wordt extreem veel gezweet, vandaar.
Het meeste zorgen maakte Van Sambeeck zich in de ontwerpfase over de zijwanden. Glas viel af vanwege de kosten en het gevaar van breuk tijdens het transport. Maar misschien nog wel belangrijker is dat bij een glazen wand alle gaten en uitsparingen van te voren precies bekend moeten zijn. En dat past slecht bij de improviserende manier van construeren van Van Sambeeck. Uiteindelijk zijn de wanden gemaakt van polycarbonaat van 15 millimeter dik, een doorzichtige kunststof. Voor de verbindingen zijn stalen bussen gebruikt die precies zo dik zijn als de wand: ‘Hoe hard je de bouten nu ook aandraait, er kan nooit spanning op het plastic komen.’
De wanden moeten nog beplakt worden met een one way screen folie: de toeschouwers moeten van alle kanten naar binnen kunnen kijken, maar de spelers moeten een dichte muur zien omdat ze anders geen controle hebben over de diepte. Daarvoor wordt een folie met 20 tot 25 kleine gaatjes per vierkante centimeter gebruikt, met een witte en een zwarte zijde. De witte kant is ondoorzichtig omdat wit dominant is en de gaatjes als het ware ‘vollopen’. Het zwart aan de andere kant valt weg.
 

Gerelateerde artikelen