De gemeente Nijkerk had onlangs de primeur van de parkeerautomaat die tot op de cent nauwkeurig afrekent. De parkeerder steekt zijn speciale chipkaart rechtsboven in de gleuf, drukt op de groene knop en automatisch wordt het geld afgeschreven van zijn saldo. Hij hoeft niet na te denken hoe lang hij wil parkeren: de automaat boekt het geld af voor de maximaal toegestane parkeerduur die ter plekke geldt en print de eindtijd op het biljet. In de dorpskern is dat maximaal één uur, verder uit het centrum mag een auto tien uur geparkeerd staan. Na terugkomst steekt de parkeerder zijn kaart opnieuw in de gleuf en het resterende bedrag wordt tot op de cent nauwkeurig teruggeboekt. Real Time Parkeren (RTP) heet dat in de moderne bastaardtaal. In gewoon Nederlands: ‘Geen centje teveel.’
De chiplezers zijn ingebouwd in de bestaande parkeerautomaten. De bediening is uiterst eenvoudig: vijf pictogrammen demonstreren de werking. Om te voorkomen dat mensen hun chipkaart vergeten, wordt het biljet pas geprint als de kaart eruit is gehaald. Een groene knop betekent ‘bevestigen’, de rode knop ‘annuleren’. Voor gevorderden zit er nog een blauwe knop op. Daarmee kunnen ze een reçu laten uitprinten met het werkelijk betaalde bedrag.
Uiteraard is het RTP-systeem voorbereid op calculerende burgers die het parkeerbiljet achter hun voorruit laten liggen en stiekem hun saldo laten terugstorten. De parkeerautomaat geeft elk biljet een volgnummer. De parkeerwachters kunnen de automaat een uitdraai laten maken van de biljetten waarvan de eindtijd nog niet verstreken is, maar waarvan het saldo al wel is teruggeboekt. Als ze zo’n biljet achter de voorruit zien liggen, grijpen ze naar hun bonnenboekje. Om mensen niet in de verleiding te brengen, is bovendien een wachttijd van drie minuten geprogrammeerd voordat het saldo kan worden teruggevraagd.
Het systeem komt van de Franse firma Schlumberger, de wereldwijde marktleider in parkeersystemen. (De Duitse naam wordt op zijn Frans uitgesproken met de klemtoon op de zjee aan het einde.) Eerder bracht Schlumberger al een magneetkaart uit die het overtollige saldo terugbetaalde. Maar de fraudegevoeligheid stond grootschalige toepassing in de weg. De opvolger was de chipkaart Real Time, bedoeld voor parkeerplaatsen die te klein zijn voor de investering in een slagboom – de traditionele manier om betaling achteraf mogelijk te maken.
Jan-Willem Groothedde, chef van de Nijkerkse dienst Planontwikkeling en Projecten, was meteen gecharmeerd van de kaart: ‘Dat was de oplossing voor de klachten van onze middenstand over gehaast koopgedrag: klanten die niet de tijd nemen om rustig te winkelen omdat ze bang zijn voor een bon.’ Maar hij had een harde eis: ‘Eén kaart voor alle twintig parkeerlocaties, anders ben je nog niet klantvriendelijk.’ In Nijkerk is dat gelukt, maar De Wit twijfelt aan de toepasbaarheid voor grote steden: ‘Lange straten zijn een probleem. Neem de Amsterdamse Ferdinand Bol, die is een kilometer lang en er staan een hoop automaten. Het wordt dan heel moeilijk om te controleren of iemand niet aan het andere einde van de straat zijn saldo heeft teruggeboekt.’
De Nijkerkse bevolking is voorzichtig enthousiast, ondanks het feit dat ze een speciale chipkaart moet kopen bij stadhuis, VVV of aangesloten middenstanders. Voor de kaart is vijf gulden statiegeld verschuldigd, volgens Groothedde ongeveer de helft van de productiekosten. Opladen kan bij elke parkeerautomaat tot een maximum van vijftig gulden. Integratie met de chipper en chipknip liep stuk op de categorische weigering van banken om derden toestemming te geven om geld terug te storten op hun chipkaarten. Overigens wil Nijkerk de software van haar parkeerautomaten geschikt laten maken voor betaling met reguliere chipkaarten. Maar dan gaat het niet om Real Time Parkeren.
‘Veel mensen vragen wantrouwend wat de gemeente wijzer wordt van de kaart’, zegt Groothedde. ‘Maar het gaat ons om de service aan de burger. Het project kost ons alleen maar geld. De investering is ruim een ton en de overbetaling zijn we kwijt.’ Groothedde heeft nog niet becijferd wat dat kost: ‘We kunnen ons nergens aan spiegelen.’ Tijd voor een klein rekensommetje. Gemeentes merken bij de overstap van losse parkeermeters naar centrale parkeerautomaten een omzetstijging van twintig procent: automobilisten kunnen dan namelijk niet meer op zoek gaan naar een meter waarop nog geld staat van de vorige parkeerder. Twintig procent is dus een indicatie voor de overwaarde. Uitgaande van veertig procent chipkaartgebruik – de doelstelling van Nijkerk – en 2,5 ton parkeergeld, betekent dat een jaarlijks verlies van 20.000 gulden. Daar komen de misgelopen bonnen nog bij.
Parkeren voor Hollanders
Publicatie | Intermediair, 17 september 1998 |
---|
De gemeente Nijkerk had onlangs de primeur van de parkeerautomaat die tot op de cent nauwkeurig afrekent.