Sentimentele snelweg

PublicatieNRC Handelsblad, 12 oktober 2000
BeeldTijs van den Boomen
TrefwoordenSnelweg, Wegen

Vol verbazing realiseerde ik me van de week dat van de snelweg die ik vijftien jaar geleden bereed, zo goed als niets is overgebleven. ‘De nieuwe tijd net wat u zegt / maar het maakt me wat melancholiek’, zong Wim Sonneveld al.

Snelwegen veranderen voortdurend zonder een spoor achter te laten. Van de vertrouwde A2 is zelfs geen ansichtkaart meer over.

Vijftien jaar is het geleden dat mijn vader ziek werd. Kanker teerde hem in een paar maanden tijd weg, en dus pendelde ik in 1985 op en neer tussen Amsterdam en Eindhoven. Twee-, driemaal per week reed ik over de A2 van noord naar zuid en omgekeerd. Ongemerkt raakten de afslagen, borden, vluchtstroken en tankstations me vertrouwd. Bij knooppunt Deil was je op de helft, pas daar rookte ik mijn tweede sigaret want ik probeerde te minderen. De brug bij Zaltbommel was een flessenhals waar je rakelings langs de tegenliggers scheerde. Daar moest ik altijd denken aan de keer dat hij mijn hoogopgetaste spullen verhuisde in een bakkie en vol bravoure bijna op een tegemoetkomende vrachtwagen knalde.
Vol verbazing realiseerde ik me van de week dat van de snelweg die ik vijftien jaar geleden bereed, zo goed als niets is overgebleven. Elk stukje is opnieuw geasfalteerd, portalen met automatische verkeerssignalering overhuiven de weg en knooppunt Oudenrijn is uitgebouwd tot een klaverturbine met uitgehaalde bogen. De brug bij Zaltbommel is zesbaans geworden, links en rechts zijn geluidsschermen opgericht en showrooms glimmen in de weilanden. De stippellijnen in het midden zijn breder gemaakt, de praatpalen zijn gerestyled, de tankstations zijn gemoderniseerd en deels in andere handen overgegaan. Om nog maar te zwijgen van de reclamezuilen en masten voor mobiele telefonie die overal zijn ontsproten.
‘De nieuwe tijd net wat u zegt / maar het maakt me wat melancholiek’, zong Wim Sonneveld in de smartlap ‘Het dorp’. Hij was een kind en wist niet beter dan dat in zijn geboortedorp alles bij het oude zou blijven. De vooruitgang kwam, zag en overwon, maar eigenlijk had Sonneveld geen klagen: in dorpen en steden blijft immers een hoop hetzelfde. Gebouwen blijven staan, klinkers blijven liggen, grachten blijven deinen tussen hun kaden. Bakstenen gaan heel wat langer mee dan vijftien jaar, ook zonder dat Monumentenzorg zich erom bekommert. Zo niet op een snelweg. Ongemerkt verandert het beeld, beetje bij beetje zodat je er niets van merkt. Minstens tien keer per jaar berijd ik de A2, de aorta van Nederland is nauwelijks te vermijden. Het is juist deze vertrouwdheid die je in slaap sust voor de vele veranderingen. Net zoals een geliefde onder je ogen ongemerkt verandert, zo groeit ook de snelweg met de tijd mee. Natuurlijk zijn er nog een paar details hetzelfde gebleven: de iets te smalle boogbrug bij Beesd, de betonnen zoutsilo’s tussen Amsterdam en Utrecht, de betonnen schuiven in de Diefdijk die de A2 kunnen afsluiten bij een watersnoodramp. Maar daarmee heb je het ongeveer gehad.
‘Dit is al wat er bleef voor mij / een ansicht en herinneringen’ eindigt Sonneveld zijn lied. Zelfs een ansichtkaart zit er bij de snelweg niet in, je moet het doen met herinneringen. En dus graaf ik in mijn geheugen naar het beeld van de twee schoorstenen van de elektriciteitscentrale bij Utrecht. Nog niet eens zo lang geleden kondigden ze de stad van verre aan, door de kromming in de weg draaiden ze in het voorbijgaan statig om elkaar heen. De zuidelijke is inmiddels gesloopt, de andere houdt eenzaam de wacht.

Tijs van den Boome

Gerelateerde artikelen