Tent voor het dak van de wereld

PublicatieIntermediair, 24 juli 1997

Trots laat tentenontwerper Henk Zunnebeld (43) de opdracht zien die bergbeklimmer Ronald Naar voor hem schreef in diens boek Geen berg te hoog: ‘Dat hebben we toch mooi geflikt. Veel succes met Azimut.

Trots laat tentenontwerper Henk Zunnebeld (43) de opdracht zien die bergbeklimmer Ronald Naar voor hem schreef in diens boek Geen berg te hoog: ‘Dat hebben we toch mooi geflikt. Veel succes met Azimut.’ Het dankwoord geldt de Azimut K2-tent, die Zunnebeld speciaal ontwierp voor Naars beklimming van de K2, een 8.616 meter hoge top van de Himalaya die al velen het leven kostte.
Al twintig jaar werkt Zunnebeld in de tentenbranche, eerst als winkelverkoper, later als vertegenwoordiger en vervolgens als productiebegeleider in het Verre Oosten. Vijf jaar geleden begon hij voor zichzelf onder de naam Azimut outdoor technics met tenten, slaapzakken en rugzakken. Een echte ontwerper wil hij zich niet noemen: ‘De ontwikkeling van tenten gaat heel langzaam, stapje voor stapje. De markt is conservatief en accepteert geen grote sprongen. Eén keer heb ik stagiaires industriële vormgeving van de Rietveldacademie gehad, maar behalve mooie plaatjes leverde dat niets op.’
Ronald Naar stelde een uitgebreid programma van eisen op voor de expeditietent. Zo moest de tent windkracht negen kunnen doorstaan. ‘Dan kom je automatisch uit bij een koepeltent met vier stokken die elkaar vijfmaal kruisen, het Geodesic-model dat al begin jaren zestig door een Amerikaan is uitgevonden. De stokken zijn normaal niet even lang, met het risico dat een uitgeputte klimmer ze in een sneeuwstorm verwisselt. Wij hebben gezorgd dat alle stokken even lang zijn.’
De grootste vernieuwing van de K2-tent zit in het ventilatiesysteem. ‘Vanwege stuifsneeuw moet de tent winddicht afsluitbaar zijn. Tegelijk moet er frisse lucht binnenkomen want in de kleine ruimte moeten vier mensen enkele dagen kunnen slapen, koken en zitten. Door slechte ventilatie zijn al meerdere bergbeklimmers in hun slaap gestikt.’ Bij de K2 kan het dak van de binnentent op twee verschillende plaatsen worden weggeritst, de warme lucht kan dan ontsnappen door muskietengaas. Openritsbare delen in de voor- en achterdeur zorgen voor de luchtaanvoer, ook deze zijn voorzien van muskietengaas. De windrichting bepaalt welke ventilatieluiken open worden gezet.
Bij de test van het eerste prototype in de Franse Alpen bleek de ventilatie bij zware sneeuw onvoldoende. Zunnebeld sneed toen uit de buitentent twee driehoekjes, die afsluitbaar zijn met een rits. Over het driehoekje zit een luifeltje waarvan de rand versterkt is met een strip van stug poly-ethyleen. Ook zonder scheerlijn blijft het luifeltje omhoog staan. De meeste kopers van de K2 zullen van sneeuwstormen geen last hebben, ze kampen vooral met condens. ‘Vocht helemaal uitbannen is onmogelijk, zelfs een paraplu krijgt condens aan de binnenkant. Maar het ventilatiesysteem zorgt wel voor een betere beheersing van de condens.’
Aan de hoekpunten van de buitentent naaide Zunnebeld kliksluitingen die normaal worden toegepast bij rugzakken en kinderzitjes. Zo kan de buitentent zelfs met handschoenen eenvoudig worden vastgeklikt. Aan de sluiting zette hij een brede nylonlus voor de haringen. De lus is zo wijd dat in noodgevallen ook ski’s, bergpickels of stenen kunnen worden gebruikt.
De tent weegt 5,4 kilogram, Ronald Naar wilde eigenlijk een lichtere tent. ‘Technisch is dat geen enkel probleem. Met ander tentdoek hadden we makkelijk een halve kilogram kunnen besparen, maar dan was de tent anderhalf maal zo duur geworden. Duizend gulden was voor ons  het maximum, bij die prijs kun je in Nederland nog net een oplage van 350 stuks kwijt. En we vonden het flauw om alleen Ronalds tenten met lichter doek uit te rusten. Beide partijen moesten water bij de wijn doen: hij om gratis tenten te krijgen, wij voor de publiciteit.’ De eerlijkheid gebiedt Zunnebeld te zeggen dat bij de tenten voor de twee hoogste kampen van de Himalayabeklimming de aluminiumstokken  zijn vervangen door exemplaren van het lichtere en sterkere carbonvezel. Bovendien waren de afspanpunten extra versterkt wegens de verraderlijke rukwinden in het hooggebergte en hadden ze sneeuwflappen over de hele lengte.
Honderd procent waterdicht is geen enkele tent, ook de K2 niet. ‘Alle ritsen zijn aan de buitenkant voorzien van een overflap tegen inregenen. De naden zijn aan de binnenzijde afgeplakt met doorzichtig pvc-tape. Dat is nodig omdat in het Verre Oosten zo snel wordt gestikt dat de naald te heet wordt en daardoor gaatjes in het doek brandt. Voor het buitendoek hebben we Polyester Ripstop Taffeta gebruikt waarin een dikkere draad is meegeweven voor extra scheurvastheid. We hebben het ook gebruikt voor de "binnenmuurtjes", de opstaande strook tussen grondzeil en binnentent. Door het grondzeil hol te snijden hebben we gezorgd dat de naden enigszins van de grond worden getild. In wezen snijd je het zeil iets te krap waardoor er spanning op komt te staan. Het binnendoek heeft een waterafstotende laag gekregen voor de condens druppels die naar beneden vallen. Maar het blijft een compromis: de stof kan niet tegelijk waterdicht zijn en ademen.’ Wie gegarandeerd droog wil liggen blijft dus aangewezen op een caravan, en dat is precies hoe Zunnebeld zelf op vakantie gaat.
 

Gerelateerde artikelen