Vorig jaar werd een recordaantal van 19.313 woningen ‘aan de woningvoorraad onttrokken’, de overgrote meerderheid door sloop. En dat aantal stijgt. In een zesdelige serie vertellen mensen over de sloop van hun woning.
Officieel woonde Jan van Zanten aan de Bradaal, een doodlopend Culemborgs straatje. Toch moeten miljoenen Nederlanders zijn huis sinds half november missen. Van Zanten woonde namelijk in het kleine rijtje arbeiderswoningen pal aan de snelweg Utrecht-Den Bosch, in de oksel van de afrit. Een passender adres zou dan ook geweest zijn: A2, hectometer 81,4 west.
Afgelopen jaar stond dit stuk snelweg op de tweede plaats in de file top vijftig: 335 dagen per jaar was het prijs. Binnenkort wordt de weg verbreed, op de plaats van de tien arbeiderswoningen komt een carpoolplaats. ‘Dag Bradaal, dag A2 / wij waren altijd met jullie tevree’, luidden de eerste regels van het gedichtje dat de Van Zantens als verhuisbericht stuurden. ‘De Bradaal was een hechte gemeenschap, iedereen hielp elkaar alsof je familie was.’ Voor een deel was dat ook zo: op nummer 41 woonde een oom van Jan van Zanten en op 44 de schoonouders van zijn vader. Zo waren er nog twee familieclans. ‘Vroeger had bijna iedereen een groentetuin en een varken. Als er geslacht werd, kreeg het hele rijtje een bordje balkenbrij. Je deur hoefde je hier nooit op slot te doen.’
De huisjes zijn in 1938 gebouwd omdat de iets verder gelegen lagere school, waar nu een Mercedesgarage in zit, kampte met leegloop. Dat was een succesvolle maatregel: de Bradalers deden met verve mee aan de naoorlogse babyboom en zorgden voor negentig schoolgaande kinderen, een gemiddeld van negen per woning. Ook het kruidenierswinkeltje van vader Van Zanten deed goede zaken. ‘Iedereen deed inkopen bij Sjaan, zo heette mijn vader. Mijn moeder heette Jantje en werd dus Jantje van Sjaan genoemd.’ Klanten kwamen ook van de overzijde van de snelweg. ‘Pas in de jaren zestig is het viaduct gebouwd, tot die tijd kon je gewoon oversteken, ook met de auto. Dat zorgde af en toe voor vreselijke ongelukken.’
In de jaren zeventig was de rek eruit en om zijn vader aan het werk te houden begon zoon Jan een meubelhandel achter het huisje. De zaken bloeiden en begin jaren negentig zette hij een showroom van zesduizend vierkante meter neer op het industrieterrein van Culemborg. Zelf bleef hij de Bradaal trouw, mede door de lage huur: net iets meer dan honderd euro in de maand. Bovendien kon hij hier gratis reclame maken door zijn chauffeurs de vrachtwagens ’s avonds voor de deur te laten parkeren: ‘Iedereen in de file zag de naam van mijn zaak staan en wij waren driekwart van het geluid kwijt. We sliepen altijd met open raam. Goed, op mistige ochtenden rook je benzinedampen, maar ik sliep er geen uur minder om.’
Vier van de tien Bradaalse gezinnen zijn weer vlak bij elkaar komen wonen in een rijtje tweeonder-eenkappers dat speciaal voor hen aan de andere kant van Culemborg gebouwd is. ‘De eerste weken na de verhuizing moesten we wennen aan het geluid van de stilte. Maar nu is het echt een paradijs, iedereen is er op vooruit gegaan.’ Emotioneel is Van Zanten dan ook niet over de sloop van zijn geboortehuis, alleen de apenboom die zijn vader begin jaren zestig heeft geplant gaat hem aan het hart. ‘Ik heb nog nagevraagd wat het kost om hem over te planten. Dat was indertijd zesduizend gulden en dan had je nog maar tien procent kans dat hij weer aan zou slaan. Bij zo’n boom weet je niet waar de wortels zitten.’ Vlak voor de verhuizing is een van de bewoners van de Bradaal overleden, mijnheer Bouwman. ‘Ik zeg niet dat het daar van komt, hij was in de tachtig, maar oude bomen moet je niet verplanten.
Bradaaal 39, Culemborg
Officieel woonde Jan van Zanten aan de Bradaal, een doodlopend straatje. Toch moeten miljoenen Nederlanders zijn huis sinds half november missen. Van Zanten woonde namelijk in het kleine rijtje arbeiderswoningen pal aan de A2, hectometer 81,4.