In eerste instantie geloof je het niet: een wereldwijde studie die steden wil helpen om wegen veiliger, schoner en efficiënter te maken… voor auto’s. De fiets is toch de heilige graal van de moderne stad, al dan niet gecombineerd met snel ov? Maar zo vreemd is het niet als je naar de opdrachtgever kijkt, een Berlijns auto-onderdelenverzendhuis.
De eerste plaats van de top honderd stevig in Duitse handen (nee, niet van Berlijn, maar van Düsseldorf, dat zijn centrum heeft ondertunneld zodat je vanuit een van de vele parkeergarages alleen de lift hoeft te nemen om te shoppen). Dubai staat door zijn goedkope benzine en verkeersveiligheid op twee, Amsterdam dankzij schone lucht en geringe ‘woede op de weg’ (roadrage) op plaats 18. Maar hoe zit het met nummer honderd, hekkensluiter Kolkata? En kan en moet die stad inderdaad wat leren van de anderen?
De rit van het vliegveld naar het centrum valt mee: ondanks de regenplassen en een overstekende kudde geiten ben ik er in 35 minuten, een gemiddelde van bijna 26 kilometer per uur. Oké, het is half zes ’s ochtends en de taxichauffeur zet er de sokken in, maar met deze score zou Kolkata zich kunnen meten met Kopenhagen.
Maar overdag blijkt de situatie nog dramatischer dan de cijfers al suggereren: het woord file is een eufemisme voor de muurvaste klem waarin het verkeer zich steeds opnieuw legt. En de Duitsers blijken een criterium over het hoofd te hebben gezien: getoeter. Oorverdovend is de strijd op de claxon tussen auto’s, bussen, brommers, motorriksja’s – zelfs de fietsriksja’s mengen zich met knijptoeters en elektrische sirenes in de kakofonie.
En als het rijdt, dan meteen ook vol gas, de gemeen steile verkeersdrempels, die bij een roadblock niet zouden misstaan, ten spijt. Kolkata’s inwoners zijn kampioen in het dichtrijden van elk gaatje: links of rechts rijden is een keuze, borden en stoplichten zijn suggesties. Politievrijwilligers moeten er soms aan te pas komen om voetgangers over een zebra te loodsen. Heilige koeien (de levende dan) heeft Kolkata gelukkig niet veel, maar als enige stad in India krioelt het hier nog van de loopriksja’s die het woord stapvoets niet anders dan letterlijk kunnen nemen.
Flinke verkeersdoorbraken maken, gescheiden rijbanen en die loopriksja’s eruit, zouden de Duitsers waarschijnlijk adviseren. Maar juist loopriksja’s nemen nauwelijks plaats in, ze zijn ongelofelijk wendbaar en kunnen mensen en goederen tot bijna in de winkel afleveren. Als witte moet je je koloniale schuldgevoel even overwinnen, maar dan troon je, gewiegd op grote bladveren, mooi boven het verkeer. En je veroorzaakt geen vervuiling, zelfs geen akoestische, want ze zijn zo basic dat zelfs een toeter ontbreekt. De auto eruit, de benenwagen erin, te beginnen in Kolkata.
Het complete onderzoek is hier te vinden.