Fiona Pender was acht maanden zwanger toen ze niet meer terugkwam van een middag babykleertjes kopen. In een deze week in Amsterdam verschenen fotoboek staan tachtig portretten van in het niets verdwenen Engelsen.
Een rossig jongetje kijkt je aan vanaf de cover van fotoboek Useful Photography #003. Het is een gewoon joch, met een beetje uitslag rond zijn mond en een mengeling van verlegenheid en ingehouden pret in zijn blik. Twaalf jaar oud is David Spencer op deze foto uit 1996, recentere foto’s zijn er niet van hem. Op tweede kerstdag van dat jaar zou hij met een vriendje bij diens oudere broer gaan logeren. Ze kwamen nooit aan.
Het boek bevat tachtig foto’s die nooit bedoeld zijn om opgenomen te worden in een fotoboek. Portretten met rode ogen door de flits, wazige vakantiekiekjes, een jongen met een verjaardagstaart in zijn handen, een oudere man met een paardenstaart die afwezig bij een zwembad staat. Gewone kiekjes zoals er van iedereen tientallen bestaan. En die pas een wrange betekenis kregen toen de gefotografeerde verdween en de achterblijvenden gevraagd werd om een ‘goed gelijkend beeld om opsporing te vergemakkelijken’. Van één persoon in het boek was niet eens een foto beschikbaar, van hem is een ‘artist impression’ opgenomen die je associeert met gezochte criminelen en rechtszaken. Maar deze 53-jarige werkloze mijnwerker wordt nergens van verdacht, hij gooide vorig jaar op 25 maart zijn sleutels door de brievenbus van het huis waar hij met zijn zuster woonde en werd niet meer gezien.
Bij de mijnwerker lijkt er nog sprake van vrije wil, alhoewel het vreemd is dat iemand zijn bankpasje achterlaat als hij er bewust tussenuit knijpt, maar uit de meeste andere korte teksten die de foto’s begeleiden, doemt een duister noodlot op. Een snowboarder die nooit meer gezien is nadat hij zijn spullen inleverde bij het verhuurbedrijf, een acht maanden zwangere vrouw die niet terugkwam van babykleertjes kopen, een vrachtwagenchauffeur die het laatst gesignaleerd werd op de boot naar Hoek van Holland, een jongen die niet terugkeerde van het inkopen van de ingrediënten die hij nodig had voor zijn koksdiploma een dag later.
De boekenreeks Useful Photography toont alledaagse foto’s, beelden die niet mooi, verheven of doordacht zijn. De foto’s in het derde nummer zijn door achterblijvers gestuurd aan de Engelse organisatie NMPH, National Missing Persons Helpline. ‘Wij hebben de beelden alleen maar even groot gemaakt: bij personen in een wijdere context hebben we ingezoomd, pasfoto’s hebben we opgeblazen tot A4,’ zegt de Nederlandse redacteur Erik Kessels. Die kleine ingreep geeft het boek een grote indringendheid en een macabere schoonheid. Op 15 mei hangen de portretten op een expositie in Engeland ter gelegenheid van de Missing Persons Awareness Day. Of het boek mensen terug zal brengen?
Vorige zomer stond er op de achterpagina van De Telegraaf een advertentie met dertig foto’s en beschrijvingen van verdwenen kinderen. ‘Ruim de helft daarvan is teruggekomen, de meesten waren stiekem naar Spanje en Frankrijk vertrokken’, zegt Loes Leenman, eindredacteur van het tv-programma Vermist. Bij dit boek is die kans veel kleiner: meer dan negentig procent is al langer dan een jaar zoek, bovendien is de kans klein dat een Nederlandse koper van fotoboeken een van hen zal hebben gezien. Wat blijft is een monument van gebroken levenslijnen.