Eigenlijk had Louis Dekkers de tijdelijke woning voor Poolse seizoenarbeiders rustig willen afbouwen om pas daarna de publiciteit ter hand te nemen. Maar zijn zakenpartner liet vorige week in een gesprek met het AD in een bijzin vallen dat ze bezig waren met een kartonnen huis en de volgende dag stond het groot in de krant. Daarna ging het hard: onder andere Cobouw, Haarlems Dagblad, Agrarisch Dagblad, Radio 1 en BNR volgden binnen enkele dagen. En dus reis ik op een koude zaterdagmiddag af naar een boerenerf in Anna Paulowna, waar het eerste exemplaar staat.
De eerste aanblik stelt teleur: een loodsje met een flauw aflopend dak. De tweede aanblik ook: aan de binnenkant bestaat het nog oningerichte kartonnen huis uit een frame van stalen buizen waartussen platen zijn gemonteerd. Op het oog een soort meubelplaat, de officiële naam van het materiaal luidt CLM,Constructive Lightweight Material. ‘Maar het is gewoon geïmpregneerd karton’, zegt Dekkers eerlijk. Het pr-bureau dat hij in de arm had genomen, waarschuwde hem het woord karton te vermijden omdat dat negatief klinkt, maar dat vindt hij boerenbedrog: ‘Daar komen jullie journalisten toch achter.’ Dat is maar de vraag, want als Dekkers het K-woord had vermeden, dan was er waarschijnlijk nooit een journalist op het huis afgekomen – ‘CLM-huis’ is gewoon geen fijne kop in de krant – en dan was er dus ook geen interesse gekomen van recreatiebedrijven, zorginstellingen, agrariërs en zelfs van particulieren die een huisje in de tuin willen zetten voor hun ouders.
Karton spreekt tot de verbeelding. Karton is recyclebaar en overal voorhanden: een tweede zakenpartner van Dekkers zet al jaren kartonnen huizen neer in rampgebieden in de Derde Wereld. Karton isoleert: elk zwerver weet dat een stuk karton helpt tegen optrekkende kou. Karton is goedkoop: een huis van veertig vierkante meter dat plaats biedt aan zes stapelbedden, kost volledig ingericht slechts tienduizend euro. En karton is licht: genoemd huis weegt ongeveer tweeduizend kilo en dat is viermaal zo licht als de omgebouwde zeecontainers die het afgelopen decennium in zwang zijn gekomen als studentenhuisvesting.
Kartonnen huizen maken de weg vrij voor de lichte stedenbouw waarvan theoretici al zo lang schwärmen: geen zware infrastructuur en ellenlange heipalen, maar simpelweg een huisje op een lapje grond. Dat is ideaal voor regio’s waar de bevolking krimpt, zoals Zuid-Limburg, Noordoost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen, en voor gebieden die bij extreme waterstanden onderstromen, wat er in Nederland wel eens meer zouden kunnen zijn dan ons lief is.
Iedereen zijn eigen kartonnen doos dus, van alle gemakken voorzien. Alleen zou aan het ontwerp dan nog wel wat moeten worden gedaan, bijvoorbeeld door de Japanse architect Shigeru Ban, wiens kartonnen theehuis begin dit jaar op een kunstveiling bijna 32 duizend pond opbracht.