In 1998 liet de leefbaarheid in Leeuwarden te wensen over: de stad had aan de noordrand flinke ‘zeer negatieve’ gebieden. Het afgelopen decennium is veel vooruitgang geboekt: er zijn nog maar een paar ‘negatieve’ gebiedjes over. Bovendien nam het aantal mensen dat genoegen moet nemen met een score ‘matig’ of minder met 44 procent af, iets meer dan gemiddeld in Nederland.
Heechterp, deel van de Vogelaarwijk van Leeuwarden, maakte in zijn geheel een ‘grote positieve ontwikkeling’ door, dankzij een verbetering van woonomgeving, publieke ruimte, voorzieningenniveau en veiligheid. De afname van de sociale samenhang kon daaraan niets af doen. Sloop en nieuwbouw rond de Kastanjestraat zorgde ervoor dat het hart van de buurt van ‘zeer negatief’ naar ‘matig positief’ ging. De lage flats aan de randen bleven steken op ‘matig’, maar dat is toch een sprong van twee leefbaarheidklassen.
Zoals overal in Nederland veerde ook het centrum de afgelopen tien jaar op. Grote delen gingen van ‘matig’ naar ‘matig positief’ of zelfs naar ronduit ‘positief’. De belangrijkste oorzaken waren verbetering van voorzieningenniveau en bevolkingssamenstelling. Er was echter een uitzondering: een donkerbruine vlekje bij de Tuinen wijst op een ‘grote negatieve ontwikkeling’.
Wat is hier gebeurd? Voorjaar 2002 opende het Leger des Heils op nummer 32 een dagopvang voor daklozen. Maakten de bezoekers amok? Nee, van een afname van de veiligheid is volgens de cijfers geen sprake, de leefbaarometer geeft aan dat verslechtering van de bevolkingssamenstelling de oorzaak is. Maar het is toch een dagopvang? De verklaring blijkt te zijn dat daklozen er een postadres kunnen krijgen. En dus wonen er op papier veel werklozen op dit adres.