Schiphol blokkeert de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied dat ruim vijfmaal zo groot is als Amsterdam. Krimp van het vliegverkeer staat inmiddels hoog op de politieke agenda, maar naar het landschap onder het luchtruim kijkt niemand om.
Fotograaf Theo Baart en journalist en stadsonderzoeker Tijs van den Boomen richten zich juist op de omgeving van de luchthaven: wat is er te winnen als je een of meer start- en landingsbanen sluit? Aan de hand van reportages, essays, fietsroutes, kaarten en foto’s geven ze een verrassend beeld van de regio rond Schiphol.
Aan het eind laten ze zien welke banen dicht zouden kunnen en wat je nú al kunt doen, van herriebestendige stedenbouw tot fietsbruggetjes en van leefbare bedrijventerreinen tot nieuwe natuur.
> Meer informatie, inclusief kaarten en downloads
> Boek bestellen
> Zelf op pad? Download de routebeschrijvingen van vijf fietsroutes en éen wandeling
Een greep uit de recensies
Francesco Veenstra, Rijksbouwmeester –‘Een prachtige en lijvige registratie van het land onder en naast het luchtruim van Schiphol.’
Nul20, Joop de Haan – ‘Dit onderzoek is van nauwelijks te overschatten waarde voor ons land, in het bijzonder voor de Metropoolregio Amsterdam.’
Wouter Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving – ‘Verbeteringen zijn heel makkelijk uitvoerbaar, maar voor velen ontzettend moeilijk voorstelbaar. Hopelijk brengt dit belangrijke boek daar verandering in.’
Nederlands Dagblad, Hans Teerds – ‘Drie vliegen in een klap: beter voor het milieu, beter voor de nachtrust, en een begin van een antwoord op het woningtekort.’
Bazarow, Evert van der Veen – ‘Belangrijk voor een ieder die beleidsmatig bij Schiphol betrokken is: bestuurders, ambtenaren, politici en belangenorganisaties van bewoners.’
Aalsmeer Vandaag, Joop Kok – ‘Een boek vol tips en lonkende horizonten.’
Gebiedsontwikkeling.nu, Jaap Modder – ‘Een (kleine) encyclopedie van Schiphol en de regionale omgeving.’
De Volkskrant, Bob Witman – ‘Het is een boek dat gedreven wordt door verbazing. “Wie heeft dit landschap in vredesnaam bedacht?”’