Net als in Amsterdam is de leefbaarheid in Utrecht het afgelopen decennium sterk verbeterd. Het centrum maakte goeddeels een ‘grote positieve ontwikkeling’ door, de buurten ten oosten daarvan – Wittevrouwen, Tuinwijk, Vogelenbuurt, Wilhelminapark – deden het in 1998 al goed en slaagden er desalniettemin in een ‘positieve ontwikkeling’ te realiseren. Nieuw is dat ook de buurten ten westen van het station meedelen in de gentrification. In Lombok komt de ‘grote positieve ontwikkeling’ vooral op het conto van de verbetering van de bevolkingssamenstelling, in het zuidelijk deel van de Dichterswijk kwam daar een forse verbetering van het voorzieningenniveau bij.
Verder naar het westen valt het succes op van Kanaleneiland, Utrechts bekendste Vogelaarbuurt en zestiende op de lijst. Van de ‘zeer negatieve clusters’ die Kanaleneiland-Noord in 1998 had, is tien jaar later nog maar een klein puntje over, rond de Pearsonlaan. De forse verslechtering van het voorzieningenniveau werd in Noord meer dan gecompenseerd door de verbetering van de sociale samenhang, publieke ruimte en veiligheid. Ook in 2009 zette de verbetering door en begin deze maand hief de gemeente het samenscholingsverbod op.
De leefbaarheid van Kanaleneiland-Zuid maakte een ‘beperkt negatieve ontwikkeling’ door – overigens niet door veiligheidsproblemen – maar de gevolgen bleven beperkt tot een gebiedje rond de Maghelhaenlaan waar de leefbaarheid terugliep van ‘matig’ naar ‘negatief’.
De Vogelaarbuurten Zuilen en Ondiep deden het goed, in tegenstelling tot Overvecht, de flatwijk in het noorden van de stad. In de lage flatjes rond de Victoria Regiadreef vond een ‘grote negatieve ontwikkeling’ plaats, door een verslechtering van de publieke ruimte, sociale samenhang en veiligheid, maar vooral van de bevolkingssamenstelling. Elders in de wijk was veelal sprake van een ‘beperkte negatieve ontwikkeling’.
In 1998 had Overvecht nog maar zes kleine clusters met een ‘negatieve’ leefbaarheid, een decennium later zijn het er tien. Deze zijn vooral te vinden rond de kleine, slecht functionerende winkelcentra van de wijk. Het grootste ‘negatieve’ cluster is te vinden in de hoogbouw rond de Carnegiedreef, dit gebied scoort slecht op bevolkingssamenstelling, veiligheid en woningvoorraad.