Na de uitspraak van de Hoge Raad in de veelbesproken Allspan-zaak klonk er voorzichtig gejuich uit het kamp der onverzekerde zzp’ers. Het bedrijf Allspan had in 2005 een zelfstandige ingehuurd om reparaties uit te voeren aan een vezelverwerkingsmachine. Toen de machine vastliep klom de man erop, zakte door een explosieluik en viel in een draaiende schroef. De man moet nu zijn rechterbeen missen. De onverzekerde zzp’er legde de claim neer bij zijn opdrachtgever. De Hoge Raad gaf hem gelijk. De zorgplicht van de werkgever houdt niet op bij zijn ‘eigen’ personeel.
Tweederde van de ruim 850 duizend zzp’ers die Nederland inmiddels telt, is niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Kunnen die nu rustig gaan slapen?
Het is te vroeg om conclusies te trekken, zegt Linde Gonggrijp, directeur van FNV Zelfstandigen. „Ik ben wel blij dat de uitspraak scherper stelt dat concurrentie op de werkvloer niet gevoerd mag worden, maar of zzp’ers beter af zijn betwijfel ik. Het is zelfs niet ondenkbaar dat de uitspraak tégen de zzp’ers gaat werken. Een opdrachtgever zal nu eerder vragen: bent u wel goed verzekerd? Zo nee, dan graag een ander.”
Tijs van den Boomen, auteur van het succesvolle ZZP, Handboek voor Zelfstandigen, denkt dat de reikwijdte van de uitspraak van de Hoge Raad beperkt is. „Mijn hoofdstuk ‘risico’s afdekken’ hoef ik komend jaar niet rigoureus te herschrijven, vermoed ik. De Allspan-zaak gaat eigenlijk niet over de vraag of je een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet hebben als ondernemer, het gaat hier vooral om het recht op een veilige werkplek.”
Is het nou een beetje dom om zonder aov te gaan werken of moet er nodig iets gebeuren aan het sociale vangnet voor de groeiende groep kleine zelfstandigen? „Welke zzp’er bedoel je”, vraagt Van den Boomen. „We hebben het hier over bijna 10 procent van de beroepsbevolking maar de verschillen binnen die groep zijn enorm. Het is een groep met minstens twee zielen. De ene is een echte ondernemer met ambitie en heeft de discipline om vooruit te kijken, de andere noem ik de kwetsbare loondienstman die geen keuze had. De baas zei tegen Piet: ‘Je gaat uit dienst maar je blijft voor me werken.’ Dat is veel in de bouw gebeurd, maar ook in de zorg en bij de post.”
Het SER-advies uit 2011 over zzp’ers is heel helder over de zelfstandigen: zzp’ers zijn ondernemers die hun risico’s zelf moeten afdekken. Maar waarom doet tweederde van de zzp’ers dat dan niet? Ondernemers zijn niet zozeer naïef als wel optimistisch van aard, meent Van den Boomen. „Je denkt toch: ik begin voor mezelf want ik ben gewoon beter dan een ander. Dat is een diepe overtuiging. Bovendien zijn ze niet zo bang aangelegd. Zelf heb ik me, toen ik begon als zelfstandige, wel verdiept in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen maar ik vond de kosten niet opwegen tegen de baten. Dat is een persoonlijke afweging. Voor mij is sparen de beste vorm gebleken. Ik wil met een buffer minstens een jaar verder kunnen, stel dat alles stil komt te liggen. Voor beginners geldt: minstens drie maanden. Een zelfstandige moet zijn eigen angsten serieus nemen. Verzeker je reële angsten, dat vind ik een mooi richtsnoer.”
Hoe risicobereid is de zzp’er eigenlijk, vroeg FNV Zelfstandigen zich af. Samen met Myler research, een platform voor zzp’ers in de zakelijke dienstverlening en ict, werd er een enquête gehouden onder 2.000 leden. De resultaten zijn nog maar net bekend. Uit de enquête stijgt het beeld op van een optimistische menssoort met een calculerend gedrag en een hoge risicobereidheid. Denk je dat je zelf arbeidsongeschikt zult worden? Bijna 75 procent acht die kans niet erg groot en bijna 40 procent maakt zich nauwelijks zorgen over zijn gezondheid. 56 procent denkt wel eens – een paar keer per jaar – aan het risico om arbeidsongeschikt te raken maar als ze zich dan gaan verdiepen in de materie vinden ze die toch behoorlijk complex (55 procent). En vooral te duur. Een ‘verplichte aov voor zelfstandigen’ wordt als betuttelend ervaren, maar als er een coöperatieve, betaalbare en flexibele aov wordt ontwikkeld dan doet een kleine 75 procent daar van harte aan mee.
Toch is de zzp’er bepaald geen losbol. Arbeidsongeschiktheid vindt hij een belangrijk onderwerp. Bijna 40 procent van de geënquêteerden heeft het risico op arbeidsongeschiktheid ook werkelijk afgedekt. En bij calamiteiten kunnen ze gemiddeld 15 maanden zonder financiële problemen overbruggen. Dat duidt eerder op een mentaliteit van nijvere mieren dan van struisvogels.
Is een aov duur?
Een aov duur? Dat hangt er vanaf welke risico’s u zelf wilt dragen. Kijk goed naar wat u wilt verzekeren en welke premielasten u kunt opbrengen. Er bestaan al aov’s van 1.000 euro per jaar, maar het tienvoudige komt ook voor. Dit zijn de belangrijkste factoren die de hoogte van uw premie bepalen:
• Het verzekerde bedrag: dat is maximaal 80 procent van uw jaarinkomen, maar u kunt natuurlijk ook op bijstandsniveau gaan zitten;
• Eindleeftijd: Tot welke leeftijd wilt u een uitkering? 62 of 67 jaar maakt een groot verschil in de premie;
• Uitkeringsduur: Bij sommige aov’s kunt u een uitkeringsduur van bijvoorbeeld maximaal 5 jaar vastleggen. Scheelt premie.
• Wachttijd: Welke risicoperiode draagt u zelf? 14 dagen of een vol jaar? Hoe langer de wachttijd des te lager de premie.
• Percentage arbeidsongeschikt: Vanaf welk percentage arbeidsongeschiktheid wilt u een uitkering? Bij 25 procent of pas bij 80 procent?
• Wel of geen indexering: Legt u een jaarbedrag vast of wilt u een jaarlijkse indexering van dat bedrag?
• Beoordelingscriteria: Wilt u alleen bij calamiteiten uitgekeerd worden of bij alle vormen van arbeidsongeschiktheid (burn-out bijvoorbeeld)
• Passende arbeid: als u tekent voor ‘passende arbeid’ dan kan dat de premie drukken. Dan moet u dus wel werk accepteren dat u nog wel kunt uitvoeren.
DE ZZP Academy (van FNV Zelfstandigen) geeft de workshop AOV weggegooid geld? www.fnvzzp.nl