Zoals oude, historisch gegroeide steden een wirwar van stegen hebben, zo heeft tekentafelstad Petersburg zijn binnenplaatsen. Ze zijn het beste te verkennen per fiets.
Op de stoep of op de weg, dat is de hamvraag als je Sint Petersburg per fiets wilt verkennen. In de door zesbaanswegen doorkruiste stad rijdt maar een handjevol fietsers en allemaal moeten ze de beslissing nemen of ze zich tussen de razende auto’s begeven of toch maar het veilige trottoir nemen. En eens gekozen blijft gekozen, want de stoepranden zijn hoog, vaak meerdere decimeters, dus wie zich eenmaal op straat heeft gewaagd kan zich niet snel in veiligheid brengen als hij klem gereden dreigt te worden. De politie is de keuze om het even: agenten lijken fietsers te beschouwen als voetgangers zodat je geen last hebt van de willekeurig opgelegde boetes waarmee ze automobilisten leegschudden. Zelfs door rood fietsen of het diagonaal oversteken van kruisingen boeit hen niet bovenmatig.
En route dus, met een Onix, een city bike die in China wordt geproduceerd, maar die wel door Russen is ontworpen, aldus de trotse verhuurder. Ik weet niet of het uit menslievendheid is of uit angst voor de lak van hun auto, maar zolang je duidelijk maakt dat je niet van plan bent opzij te gaan, geven automobilisten je alle ruimte. Alleen voor marsjroetka’s is het oppassen: deze mini-busjes rijden vaste routes en zwenken abrupt naar de stoep als iemand met een handgebaar aangeeft dat hij mee wil rijden. Als je dan ook nog een beetje oplet bij het passeren van geparkeerde auto’s en regelmatig kijkt of er geen putdeksel ontbreekt, dan kan je niets gebeuren.
Na een paar prospecten zoals boulevards in Rusland heten, het woord is afgeleid van perspectief heb ik de slag te pakken. Helaas begint dan ook de keerzijde van de lange zichtlijnen in het oog te springen: de wegen zijn recht en saai. Ik wil eraf. Dan ontdek ik dat er een veel betere reden is om de stoep te nemen: je kunt moeiteloos de poorten in rijden die in de huizenblokken zijn uitgespaard. De strenge, honderden meters lange facades blijken binnenplaatsen en hoven te verbergen die veelal met elkaar in verbinding staan. Je duikt onder een poort door, rijdt een binnenplaats op, stuit op een tweede gebouw en juist op het moment dat je denkt dat je niet verder kunt zie je een tweede poort, die leidt naar een volgende binnenplaats. Soms liggen er drie achter elkaar, voor je op de volgende prospect de officiële stad weer betreedt. Zoals oude, historisch gegroeide steden een wirwar van stegen hebben, zo heeft tekentafelstad Petersburg zijn binnenplaatsen. Deze parallelle, verborgen wereld is in gebruik als parkeerplaats, speeltuin, wasdroogplaats, trapveldje. Hier, in de overgangszone tussen openbaar en privé, is het stil, je vindt er berken en seringen, vogels en bankjes, soms een werkplaats, magazijn of jazzclub.
Aan de officiële stadsplattegronden heb je op zo’n dwaaltocht niet veel, daarop vind je alleen de representatieve zijde van de stad. De stadscartografen zouden architect Giambattista Nolli eens moeten bestuderen en de beroemde plattegrond die hij in 1748 van Rome maakte. Nolli tekende niet alleen de straten en pleinen in, maar ook openbaar toegankelijke ruimtes als kerken en bibliotheken, paleispleinen en passages. Op zo’n soort plattegrond zou Sint Petersburg geen rechtlijnige stad meer zijn maar een vrolijk wirwar van fietsroutes.
Gegrepen door de onverwachte vrijheid van de stad steek ik het Dvortsovaja Plein over, zie de poort van de Hermitage uitnodigend openstaan en schiet naar binnen. Verbijsterd, anders is het gezicht niet te omschrijven van de portier die uit zijn hokje stuift. Nee, de fiets mag ook niet aan de hand mee de binnenplaats op. Maar ik mag hem wel vastzetten aan de smeedijzeren hekken.