Is de Indische Burt een yuppenbuurt of een achterstandswijk? Het ligt er maar aan naar wel deel je kijkt. In de meeste studies wordt de wijk letterlijk gevierendeeld, met de Molukkenstraat als verticale scheidslijn en de Insulindeweg als horizontale. Zo krijg je vier kwadranten. Het kwadrant linksboven – dat het eerste is gebouwd – is het hippe deel, de andere drie delen zijn arm en allochtoon.
Maar zo simpel is het niet, blijkt uit de gedetailleerde kaarten die de dienst O+S maakte op verzoek van Het Parool. Daarbij is gekeken naar drie factoren: bouwjaar van de huizen, prijs van de huizen en het aandeel ‘nieuwe stedelingen’: mensen van buiten de stad die als student naar Amsterdam kwamen en die hier zijn blijven hangen, of mensen die hier voor werk kwamen wonen. Ze zijn gemiddeld jong en hoogopgeleid. Rijk zijn ze nog niet, maar hun vooruitzichten zijn goed.
In de kaart zijn de bouwblokken ingekleurd naar bouwperiode, de oude en nieuwe Indische Buurt zijn goed te onderscheiden. Vervolgens zijn ze per bouwblok de percentages nieuwe stedelingen ingekleurd. Zij blijken een woning van voor de oorlog te willen, en dan liefst een negentiende-eeuwse etage. Ook nieuwbouw van na 1990 is in trek bij deze groep, alleen van stadsvernieuwing houden ze niet. Deze voorkeuren zie je ook terug in de huizenprijzen: een vierkante meter in de stadsvernieuwing kost minder dan drieduizend euro. Nieuwbouw na 1990 en oudbouw voor 1918 zijn veel duurder.
Tegenstanders van veryupping zeggen dat de arme bewoners daardoor worden verdreven. Tussen 2005 en 2010 is het aantal niet-westerse allochtonen ten noorden van het plein zonder naam inderdaad flink afgenomen: ruim 1.100 van hen vertrokken. Dat kwam omdat het aantal woningen slonk, door natuurlijk verloop en doordat zittende bewoners de verhuispremie en een stadsvernieuwingsurgentie accepteerden, waarna de woningen werden gesplitst en verkocht. De vraag is hoe erg het is dat mensen wegtrekken, want de Nederlandse huurbescherming zorgt dat mensen daartoe niet gedwóngen kunnen worden. Bovendien is nog altijd 44 procent van de bevolking in het noordelijk deel allochtoon, wat flink hoger is dan het Amsterdamse gemiddelde van 35 procent.