We zitten al een tijdje te praten over een boekje dat we aan het maken zijn, iPad op de bar, ik een espresso, mijn gesprekspartner een latte. Rustige muziek op de achtergrond, de ochtendzon valt schuin naar binnen, de sfeer is ‘huiskamergezellig, maar ook zakelijk en professioneel’, precies zoals de website van de koffiebar beloofde. En dan haalt hij zijn laptop tevoorschijn, om even iets op te zoeken. Het meisje achter de bar is even vriendelijk als beslist: ‘Sorry, geen laptops hier, dat vinden we ongezellig.’ En mijn tablet dan? Daarmee heeft ze geen probleem.
Dat koffietenten, lunchrooms en cafés niet van zzp’ers houden die de hele dag op één kopje koffie teren, dat wisten we. Sommige limiteren de gratis wifi tot een uur per consumptie, andere plakken simpelweg de stopcontacten af en beperken de werktijd zo tot het uithoudingsvermogen van je accu. Maar deze selectieve weigering van laptops, zonder waarschuwing vooraf, is nieuw voor ons.
We mopperen zachtjes – we zitten tenslotte ruim boven de ene consumptie per uur – maar eigenlijk moeten we het meisje gelijk geven. Mensen achter een laptop zijn asociaal gezelschap, of eigenlijk: non-sociaal. Verschanst achter hun scherm vormen ze eilanden van eenzaamheid: ‘Val me niet lastig, zie je niet dat ik probeer me te concentreren’. Smartphones zijn trouwens minstens zo erg: ook die zorgen voor een licht-autistische cocon, maar dan vergezeld van een gebogen rug en nerveus trommelende vingers of duimen.
Een tablet heeft daar geen last van: hij is groot genoeg om achteloos op tafel te leggen en klein genoeg om niet letterlijk een scherm op te trekken. Je kunt hem gebruiken om even je mail te checken of de krant te lezen, maar hij is gelukkig te onhandig en te traag om als echte computer te dienen. En dus heb je nog alle gelegenheid om af en toe om je heen te kijken, zoals het hoort in een café. En nu maar hopen dat de iPad3, die binnenkort gelanceerd wordt, niet zo snel is dat je er echt op kunt werken: niemand zit te wachten op een nieuwe verzwelger van gedachten en gesprekken in het koffiehuis.