Een maquette lijkt deze foto wel, met wegen van grijs papier, lantaarnpalen uit paperclips en wollige bomen. Kleine veegjes suggereren dynamiek op de wirwar van snelwegen, maar toch lijkt het beeld bevroren en doodstil. Net zo stil als het hier in 1938 was, toen ingenieur H.B. Bakker in het blad Wegen voorspelde: ‘Dit punt, gelegen in de weilanden, wordt voor het snelwegverkeer het centrum van Nederland.’
Rijkswaterstaat stond op dat moment voor een groot probleem: vanuit Den Haag kwam Rijksweg 12 langzaam naar het oosten gekropen en vanuit Vreeswijk rukte Rijksweg 26, de latere A2, op naar het noorden. Vlak onder Utrecht, bij het dorpje Oudenrijn, zouden ze elkaar onvermijdelijk treffen. In de Verenigde Staten en Duitsland werden toen al klaverbladen aangelegd, maar de minister vond die te duur en dus kwam er een reusachtige rotonde. In november 1939 was het zo ver: op deze plek werd de eerste snelwegkruising van Nederland geopend.
Maar snelwegen kun je niet ongestraft gelijkvloers laten kruisen en zo kreeg Oudenrijn op Eerste Pinksterdag 1955 weer een primeur: de eerste file van Nederland. Tenminste, zo wil de legende het. In werkelijkheid waren er al eerder files geweest, alleen zijn op die bewuste pinksterdag toevallig verkeerstellingen gemaakt.
Zeker is wel dat het sindsdien alleen maar drukker werd. Dus werd de rotonde in 1968 alsnog een klaverblad en in 1996 een klaverturbine met ‘uitgehaalde bogen’. Ruim een half miljoen kubieke meter zand, 100.000 ton asfaltbeton en zeventien kilometer vangrail waren hiervoor nodig. Kosten: 83 miljoen gulden. Dit was de laatste verbouwing, niet omdat er geen files meer bij zullen komen, integendeel, maar er is simpelweg geen ruimte meer om het knooppunt nogmaals uit te breiden. ‘Een aspirientje tegen de filepijn’, noemde G. Perey, hoofd van de Hoofdafdeling Infrastructuur de klaverturbine bij de oplevering.
Uit: Kruispunt Utrecht