Twee dagen ben ik met de fotograaf kriskras door het land gereden voor deze serie, honderden telefooncellen hebben we gezien, maar geen enkele was kapot. Ook deze cel op de carpoolplaats tussen Stad aan ’t Haringvliet en Achthuizen is keurig intact.
Sinds de invoering van de telefoonkaart is de tijd van gekraakte cellen voorbij, de afschaffing van de hangende telefoonboeken maakte al eerder een einde aan de brandstichtingen. Toch klaagt KPN nog steeds over de grote schade door vernielingen, elke oudejaarsnacht is er weer een piek in het zinloos geweld tegen telefooncellen.
Vooral telefooncellen op afgelegen plekken zijn kwetsbaar, vele daarvan zullen daarom de komende tijd verdwijnen. Behalve carpoolplaatsen staan ook sluizen, Mac-drives en tankstations langs snelwegen onder druk. Over de cel op de Amsterdamse tippelzone is nog geen beslissing genomen.
Het opheffen van telefooncellen wegens vandalisme is overigens geen recent verschijnsel. Al in 1929 verwijderde de Amsterdamse Telefoondienst de cel op het Centraal Station, ‘omdat men deze, vooral als de drukte voorbij was, bevuilde met hetgeen des riools is’.
‘Die cel wordt bijna nooit gebruikt’, vertelt snackbarhoudster Marian in haar witte stacaravan, ‘hoogstens door een scholier die met de bus aankomt en zijn ouders belt.’ Als ze geen telefoonkaart hebben, mogen ze haar mobieltje gebruiken. ‘Wat dat kost? Niets, zo’n jong laat je toch niet betalen.’
Misschien zou de verwijdering van de telefooncel voor bellers geen ramp zijn. Maar het zou wel een verlies zijn voor het Nederlandse landschap, zo’n lichtgroene telefooncel op een zwarte asfaltvlakte waar een gele streekbus stopt.