‘Let op! Verkeer Van Rechts’, waarschuwt het gele bord op de kruising van het Singel en de Oude Leliestraat in Amsterdam. Afgezien van het overdadig gebruik van hoofdletters is de boodschap in correct en niet mis te verstaan Nederlands gesteld. Maar hoe zit het met mensen die deze taal niet machtig zijn? Er bestaat toch een internationaal erkend verkeersbord voor dit soort situaties, zo’n driehoekig bord met een kruis erin?
De woordenborden rukken op in de openbare ruimte. Bij een zebrapad in Lelystad staat de aanmaning om voetgangers voorrang te verlenen, vergezeld van drie uitroeptekens. Ook voor dit geval is een driehoekig waarschuwingsbord beschikbaar, met een mannetje op een zebrapad. Veel kleiner en duidelijker dan zo’n geel bord met plakletters, maar blijkbaar niet langer toereikend. Want de overheid wil tegenwoordig uitleggen hoe de burger zich dient te gedragen en taal biedt de mogelijkheid om hem rechtstreeks aan te spreken: op zijn normen en waarden, op zijn eigenbelang en zelfs op zijn spontaniteit.
Het is begonnen met de gele borden voor omleidingsroutes die al maar gedetailleerder werden: welke bedrijven zijn nog bereikbaar? Hoe lang gaat het duren? Welk soort verkeer is uitgezonderd? Moet je rekening houden met verkeershinder? En toen sloeg het enthousiasme toe: je kunt ook aangeven waar iemand zijn fiets terug kan vinden als die verwijderd is, wanneer hij huisvuil mag aanbieden en wie een openbare groenstrook onderhoudt. En dat verwijderde fietssloten bij een staatsbezoek niet worden vergoed.
Vormgevers komen aan de deze borden niet te pas: tamelijk lukraak belanden de letters op het bord, zodat de tekst er, ondank afkortingen, soms maar nauwelijks op past. Ook tekstschrijvers zijn niet nodig: iedereen kan toch spellen? En dus staan op de vreemdste plaatsen kapitalen en lees je woorden als ‘toegangelijk’ en ‘regulieren tijden’. Of juist heel plechtstatig: ‘Houdt het voetpad vrij’.
De huisvlijt die uit de woordenborden spreekt, heeft iets heroïsch’. Terwijl pictogrammen en logo’s oprukken, steeds meer mensen Engels als voertaal gebruiken en de openbare ruimte steeds gelikter wordt, zit de ambtenaar met plakletters in zijn hand en wou dat hij vroeger bij Nederlands beter had opgelet.
Woordenborden
Het woord rukt op in de openbare ruimte. Want de overheid wil de burger uitleggen hoe hij zich dient te gedragen en taal biedt de mogelijkheid om hem aan te spreken op zijn normen en waarden, op zijn eigenbelang en zelfs op zijn spontaniteit.