Het ontwerp voor pakhuis Wilhelmina had de benarde positie van de alternatieve scene niet treffender kunnen symboliseren. Sinds twaalf jaar zitten er in dit gekraakte pakhuis aan de Amsterdamse Oostelijke Handelskade zo’n honderd kunstenaars en ambachtelijke bedrijven. Belendende gekraakte panden als Vrieshuis Amerika zijn al tegen de vlakte gegaan. Wilhelmina wordt gespaard, maar de prijs is hoog: er wordt een flat pal tegenaan gebouwd die zich vanaf de vijfde verdieping letterlijk over het schuine dak van het pakhuis heenvouwt en er dan nog vijf verdiepingen bovenuit torent. Yuppenappartementen zullen straks het uitzicht van de ateliers verduisteren. De symboliek is niet ingegeven door hoogdravend gefilosofeer van de architect, maar door de rauwe economische werkelijkheid. Grond is goud waard in Amsterdam, en alternatieve bedrijvigheid is alleen nog mogelijk als het wordt ingepakt door commercie en ambtelijke regelzucht. ROMANTISCHE RETORIEK Deze week vergadert de gemeente Amsterdam over een subsidie van zestig miljoen gulden voor het creëren van broedplaatsen. De PvdA en GroenLinks hebben al aangekondigd dat ze dit bedrag te laag vinden, zij willen naar negentig miljoen. Wacht even, subsidie voor broedplaatsen en zelfs een officieel broedplaatsenbeleid? Broedplaatsen waren toch plekken in de marge van de stad waar kunstenaars, alternatieve bedrijven, politieke activisten, woonwerkgemeenschappen en klussencollectieven een vrijplaats hadden gecreëerd? Oude fabrieken, opslagplaatsen, pakhuizen en scholen waar krakers – of juist hun tegenvoeters, de kraakwachten – een plek hadden gevonden buiten de grip van de overheid? Ja dat was vroeger, toen je de voordeur van een leegstaande school kon openbreken om een wondere wereld van verschimmelde lokalen, kille trappenhallen en stoffige zolders te betreden. Na tien, vijftien jaar leegstand was je de eerste die zich weer om zo’n pand bekommerde. De hoge ruimtes leenden zich als vanzelf voor ateliers, bedrijfjes, feestruimtes en woningen. Maar leegstaande panden zijn zeldzaam geworden en inmiddels heeft de economische boom geleid tot een officiële ‘priorititeitsvolgorde’ van de gemeentelijke Werkgroep Invulling Vastgoed Onderwijs. Ondertussen cirkelen projectontwikkelaars als aasgieren boven de oude scholen, want een appartement in een klaslokaal ‘doet’ al snel drie, vier ton. Ook de bestaande vrijplaatsen worden ontruimd om ze te verbouwen tot luxe appartementen. Kunstenaars trekken de laatste jaren dan ook in grote getale naar Rotterdam, Antwerpen en Brussel. Ook Londen en Berlijn zijn populair vanwege de beschikbaarheid van grote ruimtes met lage huren. De Stichting voor Economisch Onderzoek van de UvA houdt het tekort in de hoofdstad op 1.350 ateliers voor beeldende kunstenaars en tien oefenruimtes voor bands, daarnaast zijn er nog honderden ‘culturele ondernemers’ uit woonwerkpanden op zoek naar andere huisvesting, zoals decorbouwers, hackers, levende standbeelden en alternatieve radiomakers. Amsterdam raakte in paniek door deze cultural drain en onder burgemeester Patijns motto ‘geen cultuur zonder subcultuur’ werd de Projectgroep Broedplaats aan het werk gezet. ‘Broedplaatsen? Legbatterijen zullen ze bedoelen!’ riep Geert Mak uit tijdens een protestdemonstratie vlak voor de ontruiming van de Kalenderpanden eind oktober. Maar zoals vaker liet de zelfbenoemde stadshistoricus zich daarbij vooral leiden door romantische retoriek. Ook vanuit de kringen van ‘culturele krakers’ is namelijk aangedrongen op een beleid om de teloorgang van de broedplaatsen te keren. Zonder overheidsingrijpen regeert de markt, en dan blijft er zeker niets over van marginaliteit en diversiteit. De gemeente is zich overigens bewust van het dilemma waarin ze verkeert. ‘Een broedplaats creëren, dat is een contradictio in terminis’, gaf de voorzitter van de projectgroep in NRC Handelsblad toe, ‘maar we kunnen niet anders met de grond- en huizenprijzen van nu. Anders belanden alle panden binnen de kortste keren op de vrije markt.’ En dus heeft de gemeente zich tot taak gesteld om vierkante meters te produceren. Volgens het Plan van Aanpak Broedplaats is het mogelijk om al voor eind volgend jaar 150 ateliers te realiseren plus 36.000 vierkante meter woonwerkpanden. Die enorme oppervlakte komt overigens vooral voor rekening van de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord. Stadsdeel Noord zag zijn kans schoon om zijn belabberde imago op te kalefateren en stelde het werfterrein ter beschikking gesteld, de centrale stad wil er vijftien miljoen gulden in stoppen uit de broedplaatsenpot. SOCIALE ARCHITECTUUR Goedkope vierkante meters maken nog geen broedplaats. Het gaat om een menging van functies, mensen en ideeën. Om kruisbestuiving, confrontatie en symbiose. Om de combinatie van low budget en no budget. Om succes en de vele mislukkingen die daarmee gepaard gaan. En om de lol. Voor een broedplaats heb je volgens Paul Dijkstra om te beginnen een groep mensen nodig, omdat de sociale architectuur minstens zo belangrijk als de plek zelf. Dijkstra is met zijn 61 jaar een oudgediende in ‘de beweging’ en een van de oprichters van VOF De Verandering, een Utrechts adviesbureau dat zich inzet voor woonwerkpanden in het hele land. ‘Geprofessionaliseerde jaren zestig’ noemt hij het zelf spottend. Sinds twee jaar heeft De Verandering de wind in de rug, de vennootschap onder firma verdrievoudigde tot negen vennoten. Bekende kraakpanden als De Blauwe Aanslag (Den Haag) en Acu (Utrecht) behoren tot haar klanten, maar ook nieuwe initiatieven als ‘Kinetisch Noord’ dat op de Amsterdamse NDSM-werf van start gaat en de gemeente Zwolle die wil weten hoe ze een culturele werkplaats kan opzetten. Groot probleem van broedplaatsen is dat ze in de loop der jaren van karakter veranderen, verburgerlijken zo u wilt. Dat gebeurt vooral bij panden waar niet alleen gewerkt maar ook gewoond wordt: mensen krijgen kinderen en bouwen hun eigen nestje, het pandoverleg beperkt zich tot discussies over het onderhoud. Volgens Dijkstra kun je van een broedplaats niet eisen dat het een broedplaats blijft, dat zou strijdig zijn met het open en dynamische karakter ervan. Hij beschouwt een broedplaats dan ook als een ontwikkelingsfase, hetzij van de gebruikers, hetzij van de plaats zelf. In het eerste geval groeien de mensen eruit en zoeken ze elders onderdak. Door het grote verloop blijft de functie van de broedplaats intact. In het tweede geval professionaliseert het pand en gaat het verloren voor ‘de marge van de economie’. Toch vindt Dijkstra dat de overheid weldegelijk voorwaarden kan stellen. Bijvoorbeeld door te kwantificeren welk deel in gebruik moet blijven als werkplaats of atelier. Of door een fonds te verlangen waarin gebruikers een deel van hun winst storten waarmee ze vervolgens zelf nieuwe initiatieven kunnen ondersteunen: een gezamenlijk kunstwerk, een restaurant voor illegalen, de opzet van een nieuwe broedplaats. Maar benadrukt hij: de overheid moet risico durven lopen en een deel van de projecten zal mislukken: ‘Zie het als venture capital in plaats van als subsidie.’ Een van zijn mislukkingen was de broedplaats voor Noord-Afrikaanse groepen in Utrecht. De Verandering verzamelde een initiatiefgroep om zich heen en kon een pand kopen, maar al in de voorbereidingsfase werden de getalenteerdsten weggekaapt door bedrijven en instellingen. DOORSTROMING Woonwerkpanden vormen de ene poot van het broedplaatsenbeleid, de andere poot zijn de ateliers. De meeste atelierplannen beperken zich tot de verbouw van een pand voor individuele kunstenaars die niets met elkaar te maken hebben. De toewijzing van de ruimtes loopt via de Stichting Woon-Werkruimten voor Kunstenaars (SWWK), een tamelijk ambtelijke club die vooral naar diploma’s kijkt. Gemeenschapsvorming en basisdemocratie ontbreken hier, dynamiek en kruisbestuiving meestal ook. Hier broeit niets, er wordt vooral serieus gebroed. Stilte: kunstenaars aan het werk. Toch kan het wel, een broeiplaats van kunstenaars, zo bewees Thomas Peutz. De 35-jarige kunsthistoricus is de motor achter het eerste pand dat dit jaar geld kreeg uit de Amsterdamse broedplaatsenpot: Smart Project Space. In het voormalige Swammerdaminstituut, een betonnen DDR-kolos aan de rand van het centrum, zitten sinds de zomer 45 ateliers, vier expositieruimtes en een café. Met de subsidie van 50.000 gulden is de verwarming gerepareerd, de rest van de verbouwing werd gefinancierd met een lening van de bank en de brouwerij. Al zes jaar probeert Peutz in Amsterdam een podium voor de hedendaagse cultuur van de grond te tillen – ‘Rudi Fuchs heeft het Stedelijk laten verworden tot een museum voor twintigste-eeuws modernisme’ - en dit is zijn derde locatie. Het ging hem in eerste instantie alleen om expositieruimte en niet om ateliers, maar het pand is zo groot dat die stap snel gezet was. Het hippe café op de begane grond zorgt voor een laagdrempelige entrée tot de expositie en voor aanvullende publiciteit. De toeloop voor de ateliers die 400 tot 500 gulden per maand kosten, was enorm. Peutz weerstond de druk van de gemeente om kunstenaars van de wachtlijst voorrang te geven en maakte een strenge inhoudelijke selectie: ‘sommige sollicitanten hadden al tien jaar niets meer gemaakt.’ Uiteindelijk werden slechts vijf mensen van de gemeentelijst toegelaten. Het gaat Peutz om mensen die professioneel met hun vak bezig zijn, of ze er nu iets mee verdienen of niet. Verder wil hij een goede mix van disciplines: video, internet, fotografie. Schilders zitten er ook bij, maar dan moeten ze wel conceptueel interessant zijn, ‘geen mensen die grote gevoelens op het doek willen zetten’. Doorstroming is cruciaal volgens Peutz, kunstenaars die niet meer actief zijn moeten weg. Wonen in het pand is daarom verboden, de huurbescherming zou doorstroming feitelijk onmogelijk maken. Ook zelf wil Peutz niet te lang aan zijn stoel blijven plakken. ‘Als het pand is veiliggesteld ga ik wat anders doen. Dan moet er elk jaar, of elke twee jaar een nieuwe curator komen die de vrije hand krijgt.’ GEORGANISEERDE CHAOS Broedplaatsen zijn essentieel voor een moderne stad, ze zorgen voor culturele en economische impulsen. Tevens moeten ze volgens de gemeentebesturen bijdragen aan het ‘imago van de stad’ en aan de ‘leefbaarheid van buurten’. Toeristen willen niet alleen coffeeshops en bruine cafés, maar ook kraakrestaurants en alternatieve podia. En Kamers van Koophandel benadrukken dat het culturele klimaat een belangrijke vestigingsfactor is voor buitenlandse bedrijven. Niet toevallig was het reeds genoemde pakhuis Wilhelmina een van de twee voorbeeldprojecten die het ministerie van VROM dit jaar uitkoos voor het thema ‘de stad als broedplaats voor bedrijven’. De groep kunstenaars kreeg ruim 150.000 gulden voor verdere planontwikkeling. Naar verwachting zal de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening het belang van broedplaatsen onderstrepen. Ook projectontwikkelaars worden langzaam wakker. In Haarlem wil vastgoedondernemer Erik de Vlieger (Imca Vastgoed) een cultureel bedrijvencentrum beginnen in de oude gebouwen van het Energiebedrijf. De huidige huurders van de vervallen gebouwen – voornamelijk theatergroepen – omarmen de samenwerking met Vlieger. De druk op de steden is zo groot dat er steeds minder grote, oude panden te vinden zijn om een broedplaats te huisvesten. En dus studeert de gemeente Amsterdam nu op nieuwbouw. Zo moet er een broedplaats komen op het voormalige Storkterrein, bóven de veegwagens van de gemeentereiniging. In de Bijlmer bleek het politiek onhaalbaar om de flats die op de nominatie stonden voor sloop een nieuwe bestemming te geven als broedplaats. Er zijn te veel bewoners die niet willen verhuizen. Sloop/nieuwbouw zien ze als een dwingende reden voor verhuizing, plaatsmaken voor kunstenaars niet. Nu wordt er in de Bijlmer dus gestudeerd op ‘nieuwbouw die subtiel is ingepast’. Nog een stap verder gaan de plannen voor IJburg, daar moeten broedplaatsen standaard worden ingebouwd: 6.000 vierkante meter op Steigereiland en 10.000 vierkante meter op Haveneiland. IJverige ambtenaren hebben een keurige spreiding van broedplaatsen door de hele stad voor ogen, en onder aanvoering van staatssecretaris Rick van der Ploeg zal er ook nog een evenwichtige verdeling moeten komen over de etnische groepen. En zo organiseert Nederland – het land waarvan de bewoners God graag een handje helpen – zelfs zijn eigen chaos. Eén plek is opvallend afwezig in alle nota’s, plannen en verkenningen: de bedrijventerreinen uit de jaren vijftig en zestig die langzaam verpauperen. Te ver uit het centrum, te weinig aansprekend, te aftands. Misschien dat daar, buiten het directe zicht van de overheid, weer spontane broedplaatsen kunnen ontstaan doordat mensen een deur opentrappen om te kijken wat erachter zit en om vervolgens rustig te kijken of ze überhaupt wel iets willen uitbroeden.
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit
Trefwoorden
- Aids
- Amsterdam
- Architectuur
- Auteursrecht
- Auto
- Bajes
- Bedrijventerrein
- Berlin
- Bos en Lommermarkt
- Brussel
- China
- Corona
- Drugs
- Eindhoven
- Fietsen
- Ghana
- Groot-Amsterdam
- India
- Luchthaven
- Markt
- Monumenten
- Ontwerpen
- Openbaar Vervoer
- Openbare ruimte
- Psychiatrie
- Reclamemasten
- Rotterdam
- Schiphol
- Shopping
- Snelweg
- Teksten voor fotoboeken
- Toerisme
- Veiling Aalsmeer
- Veldhoven
- Verboden toegang
- Verrommeling
- Vinex
- Wegen