Donderdagochtend 7.00 uur, oprit S106 van de ringweg rond Amsterdam. In beide richtingen razen auto's, de lokale radio meldt een dodelijk verkeersongeval in de voorbije nacht. De oostelijke rijbaan voert langs glimmende kantoortorens, de twee schoorstenen van de elektriciteitscentrale en de kranen van de westelijke havens, duikt onder het IJ door en splijt de polders die in ochtendnevels gehuld liggen. Nederlands grootste bouwwerk ontbeert de waardering die het verdient. Tweeduizend kilometer snelweg wordt afgedaan met een schouderophalen. Een snelweg is de snelste verbinding tussen twee punten en daarmee uit. Snelwegen zijn slecht voor het milieu – 'Nederland raakt geasfalteerd' – en bovenal saai. Een voorbereidend telefoontje naar de ANWB levert niets op. 'Als het u te doen was om een sfeerimpressie van Nederland vanaf de fiets had ik u meer behulpzaam kunnen zijn. Nederland gezien vanaf de snelweg lijkt me echter niet te kunnen boeien', schrijft de voorlichtster en wenst me veel succes met mijn verhaal. Nederland is te klein voor een road song, klaagde zanger Rick de Leeuw van de Tröckener Kecks ooit, 'bij het tweede couplet ben je de grens al over'. Met een kunstgreep lukte het toch: in het duet A2 reist hij na een optreden van Maastricht naar thuishaven Amsterdam, de Limburgse zanger Gé Reinders legt de weg in omgekeerd richting af: 'Allemaal op weg naar ons eigen bed, langs de aorta van Nederland'. Tegenover de minaretten van de Zaanse moskee Sultan Ahmet staat het eerst tankstation van de reis, een groen BP-station. Naast de kassa ligt een ijzeren gewichtje, een staafje van vier centimeter bij twee centimeter. Normaal worden die gebruikt om de pakjes sigaretten en shag aan te drukken zodat ze keurig in de schappen liggen. 'Een collega heeft er laatst een mooie deuk mee in de auto van een doorrijder gegooid', zegt de kassierster tevreden. 'Ondanks de videobewaking is het een paar keer per week raak, af en toe word je er helemaal wanhopig van. Je staat continu op te letten. Als de bestuurder blijft zitten en de passagier tankt, loop je al naar buiten.' Vlak na de BP-tank buigt de weg over een klaverblad richting Groningen. Het viaduct biedt uitzicht over de slingerende slootjes van het veenweidegebied. Strookjes weiland met koeien afgewisseld met strookjes met schapen. Bruggen en viaducten zijn een verademing in het vlakke polderland, even word je omhoog getild en verheft je blik zich. Aan de andere kant staat een file. Door de reconstructie van knooppunt Zaandam zullen tot het einde van het jaar op vaste tijdstippen auto's uit heel Noord-Holland hiernaartoe komen om een ketting te vormen. Deze files vinden forenzen nauwelijks een probleem, ze scheren zich, lonken naar de buurvrouw in de file, draaien een cassette met tips voor time management. Het zijn de onverwachte files die tot razernij leiden. Om de overvolle wegen te ontlasten wil de overheid meer mensen in één auto krijgen. Verspreid over het land liggen ruim 350 carpoolpleinen. Bij afslag Zaandijk opende ondernemer Ted Deckers in maart de eerste Carpool-Plus. Onder een parasol op zijn idyllische parkeerplaats vertelt de voormalige autovertegenwoordiger geroutineerd: 'Je staat hier niet zo maar bij een coffeecorner, dit is een Europese primeur waar vijf jaar voorbereiding in zit. Kijk, een carpooler wordt nog steeds gezien als een lulletje rozenwater. Een echte macho zit neuspeuterend en scheten latend in zijn eigen wagen. Hij weigert zijn auto onbeschermd achter te laten op een weiland met glasscherven en in de fik gestoken kranten. Om voor sociale controle te zorgen, heb ik er een café aan toegevoegd met lekkere espresso, vers stokbrood en alcoholvrije rosé. Dat is wel even wat anders dan gehaktstaven en hete slobberkoffie. Maar je kunt hier ook boodschappen laten doen, een brief posten, vergaderen en een carpoolmaatje zoeken per computer.' Deckers ziet al een hele keten voor zich, hij heeft het Carpool-Plusverkeersbord al geregistreerd. Maar voorlopig is het akelig rustig en heeft hij alle tijd om zijn gras te maaien. Verder over de A7 naar het noorden, over de lange rechte weg die 's nachts gebruikt wordt om de snelheid van auto's uit te testen want controle is hier niet. Doorrijders ook nauwelijks, ze kunnen hier geen kant op. Zo'n dertig per jaar heeft de beheerder van Esso station Middelsloot er, elk jaar zet hij de videobeelden van de niet-gepakte doorrijders op een verzamelband. 'No beer. Geen bier', staat op een bordje aan zijn deur. 'Vroeger verkocht ik wel bier, toen was het hier net een stamkroeg. Soms moest ik ze ladderzat buiten zetten. Of ik me daarvoor verantwoordelijk voelde? Welnee, het was vooral lastig. Nu mag je langs de snelweg geen alcohol meer verkopen, je krijgt zo tienduizend gulden boete. Wel zo rustig.' Voor noodgevallen heeft hij een viervoeter in zijn kantoortje. 'Wat voor één? Dat wil jij niet weten.' Om meteen te sissen: ‘Een dobermannpincher.' Stolpboerderijen met hoge piramidedaken schieten voorbij, een bord in het weiland deelt mee: 'Dit landschap wordt u aangeboden door de boeren en tuinders'. Op parkeerplaats Broerdijk, een van de vele homo-ontmoetingsplekken langs de snelweg, opent een rode wagen zijn rechterportier een beetje als ik langsloop. Hoopvol wacht hij in deze negorij waar nauwelijks iemand langskomt. Van de snurkende vrachtwagenchauffeur even verderop heeft hij weinig te verwachten. Bij tankstation De Zingende Wielen bij Den Oever mogen we helaas niet stoppen, dat ligt net buiten de snelweg. Wie wil nog beweren dat Nederland geen poëtische autocultuur heeft? Zo'n naam verzoent je weer even met de officiële benaming die Rijkswaterstaat aan tankstations geeft: verzorgingsplaatsen. Op het IJsselmeer spuit een vissersboot zijn netten schoon met een fontein van water. Een Franse vrouw met dikke spataderen worstelt zich omhoog in de ranke uitkijktoren die Dudok ontwierp op de plaats waar de Afsluitdijk in 1932 werd gesloten. Een snelle foto en weer terug. 'Toeristen blijven hier een kwartier', weet de beheerder van het souvenirwinkeltje in de voet van de toren, 'dat is de tijd die het kost om de bussen verderop te laten keren.' Hij zit al 38 jaar in het vak, 365 dagen per jaar. Al die tijd hangt zijn winkeltje vol met molens, klompen, ansichtkaarten. 'Ze zeggen dat ik het over een andere boeg moet gooien. Onzin, dit is wat toeristen willen.' Een sociaal-realistische plaquette met drie arbeiders vermeldt: 'Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst'. Een trotse kreet die Rijkswaterstaat nu niet snel meer zal bezigen. Tegenwoordig stellen de dijken- en wegenbouwers zich defensief op tegen de not in my backyard-protesten. Met de blower verwarmen we de ijskoude broodjes IJsselmeerpaling van Texacoshop Breezanddijk. Tankstations koelen alles op vier graden omdat het eten zo lang vers blijft. Bijkomend voordeel: de klant proeft niet wat hij eet. In de Lorentzsluizen ligt een file van ruim honderd motorbootjes en zeilboten te wachten. Het vrijheidsgevoel van de vrijetijdsschippers moet een aardige deuk oplopen door deze massaliteit. Want een file op het water is fnuikender voor het zelfbeeld dan eenzelfde opstopping op de snelweg. De Friese kust verwelkomt ons met een rij monumentale witte windmolens. Bij Sneek breken zes stoplichten de snelheid van de snelweg. De weg schiet onder het aquaduct van het Prinses Margrietkanaal door. 'Geef elkaar de ruimte', onderwijst een billboard langs de weg, de landelijke campagnes lijken me op deze lege wegen overbodig. 'In de zomer is het hier knap druk', zegt BP-kassier R. Adema fier. 'Dan word ik regelmatig gebeld door Driebergen of het al vastzit.' Als doorrijden al voorkomt, is het meestal per ongeluk. 'Dan komen ze uit zichzelf terug om te betalen.' Friesland is leeg, alleen bij Heerenveen – 'De toplocatie van Noord-Nederland' – dijen de bedrijventerreinen uit. Zoals overal bestaan ze uit een verzameling blokkendozen. Elke ondernemer probeert vervolgens een persoonlijk tintje aan zijn doos te geven, met een luifeltje, een glazen geveltje, een torentje of een blokje kantoor. Een nieuw fenomeen zijn de garages van twee verdiepingen waarin de paradepaardjes staan uitgestald als in een reuzenvitrine. Het Postiljonmotel uit de jaren zestig is 24 uur per dag open. Nu ligt het nog strategisch aan de rotonde en zijn de zeven zalen en 55 kamers goed bezet. Maar medio 1999 is het klaverblad klaar en ligt het als een dorpsmotel aan de provinciale weg. Een stagiaire probeert erachter te komen waar de afrit zal komen. Bij viaduct De Scheiding begint de provincie Groningen, in de tankstations maakt de Friese worst plaats voor Groninger Metworst. Later zullen we de harde Drentse worst tegenkomen. 'In Groningen hebben we niet zoveel water, dus ook geen toeristen. Ook van Duitse bussen hebben we geen last, die rijden in een keer naar de Keukenhof. Maar wij hebben de bietencampagne.' Grijnzend wacht de zelfbenoemde cultuurhistoricus van het Esso-station het effect van zijn woorden af. In het najaar druk blijken vrachtwagens af en aan te rijden om de bieten uit de Noordoostpolder naar de Groningse suikerfabrieken te brengen.'Driehonderd liter per vrachtwagen en dat vier keer per dag', zegt hij handenwrijvend. Even verderop duiken de machtige ketels, silo's en schoorstenen van suikerfabriek Hoogkerk op. Een verkeersbord 'P + bus' probeert automobilisten die in de stad Groningen moeten zijn uit hun auto te lokken. Bij de apenrots van de Gasunie, door Albers en Van Huut gebouwd met hun vaste trucje van schuine baksteenwanden en neptransen, buigen we terug naar het zuiden. Een oude hoogspanningsmast met zeven vlammetjes geeft aan dat we de stad verlaten. Tweehonderd kilometer in 7,5 uur, op deze manier duurt de ronde van NL eindeloos. Op de parkeerplaats bij Shell-station de Witte Molen staan elf auto's, van de bestuurders geen spoor. Hier treffen homo's uit de drie noordelijke provincies elkaar. Achter de bosjes langs de vaart – 'flikkergroen' in ambtelijk jargon – wordt druk gekeken, gelopen en nog eens gekeken. De houten witte molen langs het water geeft de pantoffelparade der geilheid een romantisch tintje. Shell-kassier Ronald vindt het wel prettig: 'Vroeger zaten ze aan de overkant, maar daar werd het steeds onveiliger. Hier profiteren ze van de sociale controle van het tankstation. Dat mes snijdt aan twee kanten, ik voel me ook veiliger.' 's Avonds om negen uur laat hij het kogelvrije glas van de balie zakken, zoals de verzekering eist, en in de winter soms al vroeger. Bang is hij niet, wel voorzichtig. Hij kijkt elke week naar het programma Opsporing Verzocht, 'misschien zie ik hier in de zaak iemand die wordt gezocht.' Donkergedakte schuren en boerderijen die in groepjes bijeengehurkt staan, verraden dat we in Drenthe zijn. Deze provincie verdient de eerste prijs voor melige veiligheidscampagnes. Overal langs de A28 hangen blauwe borden met grapjes als: 'Zekerheid kent geen tijd', 'Hoe staat het met uw polis?' en 'Ooit eerder geslipt?' Vlak voor Assen komen van rechts hoogspanningsleidingen aanzetten, ze lopen een paar kilometer evenwijdig aan de weg, wijken bij motel Assen om daarna de weg weer een tijd te vergezellen. 'Kathedralen van de twintigste eeuw' luidt de stoplap voor snelwegen, maar asfaltvlaktes missen de majestueuze kracht voor dat beeld. De werkelijke kathedralen van deze eeuw zijn de hoogspanningsleidingen die als ijle wanden in het landschap zijn opgetrokken. Ze zijn groot genoeg om de snelweg van repliek te dienen en uit te dagen. Dat geldt niet voor natuurbouwplan De Haar vlak onder Assen. Met grote zorgvuldigheid is daar een honderdvijftig jaar oude boomwal opgenomen tussen twee wegen. Het zal zeker goed zijn voor de vlinders en insecten, maar zelfs als je weet dat het er ligt, zie je er vanuit de auto niets van. 'In Assen moet je maar eens gaan praten, daar zijn ze 24 uur per dag open bij de TT. Dan is het zo druk dat de motorrijders niet zelf mogen tanken.' De mare van het tankstation doet de ronde langs de noordelijke snelwegen, in werkelijkheid blijkt het slechts te gaan om een piek van enkele uren. Het ongeluk van anderhalf jaar geleden leeft veel meer bij de roodharige kassier van Shell-station de Mussels. Drie vrachtwagens en zeven personenwagens klapten onder zijn neus op elkaar. In Groningen en Overijssel is het asfalt van de A28 al vernieuwd, hebben ze Drenthe soms overgeslagen? 'Daar lijkt het wel op', zegt de kassier verlegen, haast verontschuldigend. In Drenthe valt pas op hoe laconiek en zelfbewust de Groningse kassiers zijn. Volgens architecten als Rem Koolhaas en Adriaan Geuze is de snelweg een non-plaats, een hyperruimte met zijn eigen anonieme cultuur en logica. Hij trekt voorbij aan tankstations, fastfoodrestaurant en motels. Maar deze pleisterplaatsen worden gedreven door mensen die op een steenworp afstand wonen. Zij bepalen de regels van hun regionale universum, samen met de vaste klanten uit de buurt die stoppen voor een praatje over de plaatselijke voetbalclub. Kassiers vormen de ruggegraat van de snelweg. Zij zijn de constante factor, de reiziger is degene die even binnenkomt, een rimpeling in hun dagelijkse routine. Een verlegen jongen bij BP-station Panjerd fluistert ons een geheime tip toe. Aan het begin van de oprit naar de snelweg loopt een pad de bosjes in. Vijftig meter verder heeft iemand autobanden in de sloot gegooid zodat je kunt oversteken naar een prachtige zandafgraving waar naakt wordt gezwommen. In het weekend schijnen hier hele families fietsend over de vluchtstrook naartoe te komen. Een korte duik en de hitte van de reis is afgespoeld, de snelweg raast vertrouwd achter de bomen. De hoge fluittonen van vrachtwagens zwellen aan en sterven weg. Onder het rijden lijkt het of de snelweg zijn hele omgeving domineert, alsof iedereen opkijkt tegen deze grijze rivier van vaart en beweging. Maar onder aan de afslag neemt het plattelandsleven onmiddellijk zijn loop, uitspanningen zijn meer gericht op fietsende weekendtoeristen dan op vertegenwoordigers. Niemand let op de snelweg. Bij afslag De Wijk zien we het eerste bord 'klassieke varkenspest, vervoer verboden'. Richting Brabant worden het er steeds meer en overal zien deze gele borden er smoezelig en geïmproviseerd uit, als om een maximale tegenstelling te bereiken met de keurige blauwwitte ANWB-borden. Op Radio Oost houdt een varkenshouder een emotioneel betoog tegen een concert van Normaal. Vrachtwagens moeten rechts houden van zeven tot negen en van vier tot zes. De spits duurt dus drie uur korter dan in de Randstad. Bij Haerst is het eerste tankstation dat 24 uur per dag open is. Op m'n eerste vraag verwijst de manager al naar het hoofdkantoor, 'Ik heb geen toestemming om u te woord te staan.' En ik vroeg alleen maar hoe het komt dat de Shell-stations in het noorden bier verkopen en andere tankstations niet. Op zich mogen tankstations net als winkels zwakalcoholische dranken verkopen. Maar omdat ze op zondag en 's avonds laat open zijn, moeten ze sinds 1996 een ontheffing aanvragen en daarin verbiedt Rijkswaterstaat de verkoop. 'We maken onze voorraad op', zegt de ene Shell-kassier, 'We verkopen niet na tien uur 's avonds', zegt een andere. En deze omhooggevallen middenstander weigert elk gesprek. Bij Zwolle komen we op de A50 en langzaam wordt het verkeer drukker. Als een Duitse Autobahn zwiert de snelweg met zijn brede middenberm majestueus door de heuvels van de Veluwe. De hoogspanningsleidingen vormen hier geen ensemble met de weg zoals in de polder, ze verstoren juist het ritme van de weg. De namen van de viaducten verwijzen naar oude landgoederen als 'Petrea' en 'De Dellen' of naar de lokale geschiedenis. Zo memoreert 'Keizersveld' dat de Saksische Keizer Otto II aan het einde van de tiende eeuw een plaatselijke abdij het recht verleende om tol te heffen. Viaducten en verkeerspleinen in heel Nederland gaan gebukt onder zulke vergeefse pogingen om snelwegen een historisch aureool te geven. Een nummer zou veel eerlijker en duidelijker zijn. Bij Esso-station Het Veen klimmen chauffeurs op slippers en leren klompjes achter hun buik uit hun truck, schudden hun benen al lopend los en waggelen naar de sloten koffie en warme truckersballen. Elke dag komt een oude, gebogen man met een rood gezicht hier twee kroketjes eten, dit is zijn stamcafé. Zoals overal langs de snelweg kost een kop koffie hier maar een gulden. Aan de Stehtisch probeert hij aan te pappen met de chauffeurs, maar die hebben het vandaag te druk met elkaar. Een gedrongen chauffeur van expeditiebedrijf Van Rooijen pest een collega van Bavaria die een bedrijfsuniform moet dragen. De Bavariaman verweert zich: 'Bij Heineken moeten ze een stropdas dragen, dat hebben wij geweigerd.' Truckers eten en drinken staande, dan kunnen ze eindelijk hun benen strekken. Maar staan is ook flexibel: je kunt blijven hangen, maar je kunt ook elk moment vertrekken of je even omkeren naar de pornohoek. Esso-stations zijn wat ruiger dan andere: meer porno, de Playboy opzichtig naast de kassa, grote kannen koffie in plaats van een automaat. Esso is nog een beetje van de 'mannen van de weg', Shell mikt op families met kinderen. Maar ook bij Shell zijn de vieze blaadjes voorlopig nog niet uit de schappen verbannen. In totaal zijn er 198 tankstation langs de Nederlandse snelwegen, Shell heeft veertig procent van de markt in handen. Het is de Albert Heijn van de snelweg: smaakvol, politiek correct en saai. De grootste maatschappij speelt het sterkst in op de verburgerlijking van de snelweg. Snelwegen zijn een spiegel van de samenleving, en dus worden ze steeds netter en schoner. De rijkswegen zijn allang niet meer het exclusieve domein van vrachtwagenchauffeurs, vertegenwoordigers en pompbediendes. Een kwart van de 67 mensen die ik deze twee dagen spreek is vrouw. Maar onder het nette oppervlak borrelt een onderstroom van smoezeligheid. Snelwegen zijn plekken voor anonieme sex, tippelzones, porno in de schappen, goedkope snacks met als toppunt de gehaktstaaf. In een gewone snackbar heet dat een frikadel, maar in een poging om een gezonder imago te creëren kwamen de marketeers met deze onsmakelijke naam voor een korte, rulle staaf van ongedefinieerde samenstelling die dagenlang op een opwarmplaat ligt. Ook op het volgende tankstation treffen we een stamgast die minstens eens per dag langskomt. 'Ik word nog net niet uitgenodigd voor de bedrijfsfeestjes', zegt hij met een wazige glimlach die zijn aangekoekte tanden blootlegt. Hij houdt van autorijden, gemiddeld rijdt hij 150 pocht hij, 'maar met Chrissy Hyde op de radio trap ik het gaspedaal helemaal in'. Over zijn andere bezigheden wil hij niet veel kwijt, 'iets met processen bij Akzo door het hele land.' Lifters neemt hij alleen in Nijmegen mee, 'dan weet je tenminste wat je hebt en da's niet verkeerd'. De kassiers langs dit stuk snelweg zijn opvallend gesloten en wantrouwig. We rijden door de biblebelt. Voorbij Apeldoorn bewijst wildwissel Woeste Hoeve dat natuurlijke inpassingen van snelwegen ook architectonisch spannend kunnen zijn. Het verkeer wordt door twee grote ellipsvormige bogen onder de edelherten doorgeleid, voor de parallelweg aan de rechterkant is een kleine ellips uitgespaard in de groene dijk. Even verderop voert een uitvoegstrook naar een bushalte waar wandelaars de bus met een stopknop kunnen waarschuwen, auto's mogen hier niet komen. Wat een zorg voor onze laatste resten natuur, Nederland is een aandoenlijk land. Dode beesten zien we nauwelijks: een fazant in Noord-Holland, twee meeuwen op de Afsluitdijk, een egel op de Veluwe. De andere vlekken waren te vaag om uit te maken of welk beest het was. Het boekje dieren langs de weg voor de determinatie van soorten kon in de tas blijven. In de mooiste bocht van Nederland ligt De Schaars, een van de weinige Shell-stations die nog door een onafhankelijke pachter wordt gedreven. Alcohol verkoopt hij niet, porno evenmin. Maar voor condooms hoef je hier niet stiekem naar de automaat in de heren-wc, die liggen gewoon in de schappen. Een volwassen winkel. Parkeerplaats Kabeljauw markeert het einde van de Veluwe. De rechterberm van de weg loopt als een soort eretribune omhoog: een uitgelezen plaats voor bermtoerisme. Hij schilt een appeltje, zij schenkt koffie uit de thermoskan. Zij: 'Wij zijn niet zo'n reizigers, maar we kómen er wel. Een uur rijden en dan stoppen we een half uurtje.' Hij klaagt over de hardrijders: 'Die moesten ze eruit pikken en gelijk van de weg gooien.' Kinderen hollen heuvelafwaarts hun benen voorbij en rollen gierend naar beneden. Met een ruime bocht steekt de weg de Rijn over. Rechts blinkt het water in een trage stroom door oneindig laagland, zes schoorstenen van steenfabrieken priemen ten hemel. Links de gebogen sluizen en de tv-toren van Arnhem. De ongereptheid van het rivierenlandschap wordt bij Valburg wreed verstoord door een distributiepark. 'Ondernemers opgelet! Hier uw bedrijf', schreeuwt een bord. Kruidvat stuurt van hieruit zijn vrachtwagens door het hele land. Links van de weg is een enorm Multimodaal Transport Centrum gepland. Waar nu nog boerderijen liggen, worden over tien jaar containers uitgewisseld tussen de binnenvaartschepen van de Waal, de treinen van de Betuweroute en de vrachtwagens van de A15. Het moet een soort Rotterdamse Kijfhoek in de provincie worden. Eén rijbaan van de brug over de Waal is afgesloten voor onderhoudswerkzaamheden. Het is zomer dus de werkzaamheden langs de weg zijn tot een minimum beperkt. In Friesland werden bomen bijgezaagd, bij Herenveen een klaverblad gebouwd, bij Assen kabels in de berm gelegd. Veel meer is er niet te doen. Weerbroek is een tankstation van de oude stempel: klein, smoezelig en gemoedelijk. Als er 's nachts vaste klanten komen doen de kassiers de deur op slot zodat ze niet achter kogelvrij glas door een microfoontje hoeven te praten. Na 24 jaar dienst gaat het station volgende maand tegen de vlakte, de zandhopen voor de fundering voor een groot station liggen al klaar. Richard werkt er pas twee maanden. 'Ik ben zeven jaar uitbeender geweest en mijn schouders zijn nu al versleten. Op een zondag werd ik gebeld door de beheerder die gehoord dat ik ander werk zocht, de volgende dag begon ik op proef, een week later had ik een baan.' Met groot enthousiasme heeft hij zich op dit nieuwe werk gestort. 'Ik kan niet tegen stilzitten. Dus als ik moet plassen neem ik een vaatdoek mee, ga even over de tafels en pak de wc meteen mee.' In weerwil van Richards doekje stinkt de wc, zoals de meeste wc's op tankstations stinken. Overal hangen lijstjes met de tijdstippen waarop de wc is schoongemaakt met een paraaf van de pompbediende. Elke twee uur, als we sommige lijsten moeten geloven. Allemaal mooie voornemens, net als de verwittiging dat ze graag alle klachten horen. Buiten op de parkeerplaats zorgt een vrachtwagen met varkens voor verbaasde blikken. Iedereen staart: heeft die chauffeur wel een ontheffing? Zijn die varkens voor consumptie? Of moeten ze worden afgemaakt? Door alle berichten over varkenspest heeft dit transport bijna iets onzedelijks. Alleen twee Polen kijken niet op of om, wat valt er nou te zien aan een vrachtwagen met varkens. Niets om je druk over te maken. Onder Nijmegen, bij knooppunt Neerbosch, begint de nieuwste snelweg van Nederland: de A73 naar Roermond. Aan de voet van de weg wordt een nieuwe wijk gebouwd, halfdoorzichtige schuren van twee verdiepingen dienen als geluidwal. De geheimzinnige silhouetten van fietsen, tuingereedschap en andere spullen prikkelen de fantasie van de voorbijrazende automobilist. De bewoners zorgen gratis voor een steeds veranderende geluidwal. De A73 tussen Boxmeer en Venlo is de mooiste weg van Nederland: leeg, ruim, helder en stijlvast. Hij is in een keer ontworpen: de geluidschermen, de vangrail, het wegdek van betonnen platen, de viaducten, de loopbruggen. De geluidschermen bestaan uit houten panelen in stalen frames, spaarzaam voorzien van een rood verticaal accent. De pijlers van de viaducten lopen aan de voorkant elegant taps toe. Alles past bij elkaar en dat geeft een weldadige rust zoals op de Franse autoroute. Hier valt pas goed op dat bijna alle andere Nederlandse snelwegen bestaan uit lukraak aan elkaar geplakte stukjes. De betonnen platen zijn volkomen vlak gelegd, jammer genoeg ontbreekt daardoor het karakteristieke 'kedoeng, kedoeng' van de Oost-Duitse betonnen wegen. In de avondzon rijden we door het Noord-Brabantse landschap, langs zondoorstoofde akkers en dorsende boeren. De idylle wordt net op tijd verstoord door een vuilnisbelt langs de weg. Achter een bouwvallig hek liggen bergen afval, zwermen vogels zoeken naar voedsel, de geur van ontbinding dringt het autoraampje binnen. Waarschijnlijk zal ook deze schandvlek snel worden weggemoffeld achter een keurige groene wal. De stank van de lage varkensstallen met voedersilo's zal moeilijker uit te wissen zijn. Dit is de Peel, de bakermat van de pestepidemie. Restaurant de Wuust is pas twee maanden open, het is de 38ste parel aan de kroon van de AC-keten. Roze Fristi-parasols moeten de varkenslucht op het terras doen vergeten. Van der Valkrestaurants hebben obers, AC zet daar luxueus ogende buffetten en saladebars tegenover. Messing en spiegels moeten de sfeer van Dynasty oproepen. Overal zitten vliegen: op de tafels, de salades, de balie waar eten wordt uitgeserveerd. Het eten is nog slechter dan bij Van der Valk, de studente die het opschept geeft grif toe dat het gewoon snacken is: doorgekookt en vet. Tevreden verorbert een familie uit Drenthe haar maaltijd. Wezenloos valt de avond, wat doe ik hier? Bij het naastgelegen tankstation stopt een marechaussee, hij tankt zonder van zijn motor te komen. Zijn dienst zit erop, hij heeft een Leopardtank geëscorteerd en gaat terug naar Eindhoven. 'Ik rijd altijd iets harder dan de maximumsnelheid, want anders veroorzaak ik een file omdat iedereen op zijn rem gaat staan', zegt hij vanonder zijn martiale snor. Hij bevestigt mijn indruk dat er nauwelijks meer hard wordt gereden in Nederland: 'Vandaag pikte ik er een aannemer uit die 150, 160 reed. Onder het rijden speelde hij kantoortje: papieren op schoot, telefoon aan zijn oor, zakrekenmachine op het dashboard. Maar dat is zeldzaam: we hebben het langzamerhand helemaal kapotgecontroleerd. Soms gaat het te ver, ik word ook ziek van een bon voor drie kilometer te hard rijden.' Bij Venlo houdt de snelweg op, ineens moeten we terug naar tachtig. Pas vorig jaar hakte het kabinet de knoop door om hem op de oostelijke oever van de Maas door te trekken. In 2008 moet de weg klaar zijn. De weg maakt deel uit van het rijkswegennet dat in de Napoleontische tijd is aangelegd. De meeste snelwegen zijn eenvoudig over deze oude wegen heen geasfalteerd. Langzaam rijden we de varkens uit, de kassen en kippen tegemoet. Tankstations zijn gesloten, mensen zitten op terrasjes of achter de tv in hun verlichte woonkamers met geopende gordijnen. Op een provinciale weg kun je overal stoppen, afslaan, een andere weg nemen. Willekeur ligt op de loer, het houvast van de snelweg ontbreekt. Gelukkig komen we na twintig kilometer en elf stoplichten op de snelweg: hit the road. Jagende achterlichten in de nacht, strakke witte lijnen, twee verlichte schoorstenen wijzen de weg. Esso-station Het Anker is het eerste tankstation dat een miniem supermarktje herbergt met blikken soep, babyvoeding, scheermesjes en pakken koffie. Verse groente hebben ze hier niet. 'Zie je een vrachtwagenchauffeur al een bloemkool kopen? In de Randstad loopt dat misschien, maar hier niet', zegt de vlassige kassier. Over een heuvel aan de linkerkant kruipt een grote witte stoomwolk, en dan, ineens, ligt daar het DSM-complex in al zijn chemische glorie. Vijf kilometer voert de weg langs een flonkerende stad van pijpen, torens, leidingen, reactoren, brandende schoorstenen, opslagtanks en nog meer pijpen. Om de feestvreugde te verhogen is de vangrail van de afslag naar Heerlen met reflectoren afgezet, in onze koplampen licht de bocht van 270 graden op als een reuzendiadeem. Langzaam laten we chemische industrie achter ons, nog een paar verspreide lichtjes en dan zitten we weer in de donkere Limburgse heuvels. Op het nutteloze klaverblad Bocholt – ooit bedoeld voor een extra weg naar Maastricht – bereiken we het zuidelijkste punt van de ronde, in het zicht van het grenswisselkantoor buigen we terug naar de stadssnelweg door Heerlen. Bij het bord crematorium gaan we de weg af. Op de rand van een bedrijventerrein duikt het gele bord F1-hotel op als een baken in de nacht, veel Duitse, Franse en Poolse nummerborden op de parkeerplaats. Daas stop ik mijn creditcard in de nachtautomaat en na wat geratel verschijnt de boodschap dat ons gesprek kan beginnen. Ons gesprek. Sta je in totale anonimiteit, begint zo'n computer intiem te doen. Na wat heen en weer toetsen, geeft hij ons kamernummer 101 en een toegangscode. Digitalisering in optima forma: de nullen en enen van de creditcard zijn omgezet in de nullen en enen van een kamer. We toetsen de code in het apparaat naast de deur en de deur gaat met een lichte klik echt open. Een kamer van drie bij vier, alles aard- en nagelvast, standaard ingericht van Sidney tot Stockholm. Slapen is hier tot de essentie teruggebracht. De wc en douche op de gang reinigen zich automatisch na gebruik. 'Wat moet er in die telefoon?', vraagt een Israëlisch junkiemeisje in rood topje dat na ons binnenkwam. 'Hij accepteert geen Marken, is dit eigenlijk al Nederland of niet?' Na een telefoontje verdwijnt ze met haar vriendin in de nacht. Het stoplicht voor de deur blijft wezenloos zijn rondje groen-oranje-rood draaien, in de gang hangt een lichte hasjgeur. Twee industrieterreinen verder – tussen het Van der Valkmotel en het Bastionhotel – rijdt een veertigtal auto's rondjes langs vier schaars geklede heroïnehoertjes. De parkeerplaats van Ikea dient als keerpunt en afwerkplek. Zo lang buurtbewoners de officiële tippelzone blokkeren, wijken de vrouwen uit naar deze meubelboulevard direct aan de snelweg. Erg handig voor de Duitse hoerenloper, of beter: hoerenrijder. Het ontbijt dat we de vorige dag aan de computer hebben opgegeven, wordt door een persoon van vlees en bloed neergezet. Lammy van Splunter heet de manager van dit hotel en ze blijkt samen met haar man in het hotel te wonen. 'Formule 1 eist dat, er zit standaard een studio ingebouwd voor de manager. Maar we hoeven de receptie maar een paar uur per dag te bemannen.' Ze zitten hier drie jaar, in het begin schreven ze alle muziek- en sportverenigingen en Oost-Europese busreizen aan om bekendheid te krijgen. 'Langzaam begint het te lopen, ik hoef al niet meer alles zelf schoon te maken en we konden dit jaar twee weken met vakantie. Over twee jaar is onze zoon het huis uit, dan willen we een Formule 1 hotel in Australië, of een Motel 6 in Amerika. Binding hebben we hier in Heerlen niet veel meer.' De anonieme sfeer van de nacht is verdwenen, aan het ontbijt zit een Leids stel met twee kinderen. Ze zijn op weg naar Phantasialand in Aken. De freaks van de nacht zijn spoorloos. Het meisje van het Esso-station bij Heerlen heeft weinig te doen. Door de recente prijsverhogingen is de benzine in Duitsland 35 cent goedkoper. Net als iedereen in de grensstreek tankt ze zelf ook over de grens. 'Het scheelt me minstens twintig gulden op een tank', zegt ze verontschuldigend. Elk tankstation in de grensstreek krijgt 70.000 gulden per jaar als compensatie, maar toch hebben sommige pomphouders al ontslagvergunningen aangevraagd. De A79 naar Maastricht golft langs boerderijen, fruitbomen en een lappendeken van veldjes. De bermen bloeien, een kudde wandelaars steekt met een loopbrug de weg over en het wijdse heuvellandschap lokt ons naar parkeerplaats Ravensbos. Gewone parkeerplaatsen zonder tankstation worden steeds zeldzamer in Nederland, elke kans om de stilstaande automobilist iets aan te smeren wordt benut. Helaas is deze parkeerplaats net op de verkeerde plaats gelegd: het uitzicht is minimaal. Op de verkoolde resten van een chemische toilet is nog net te lezen: '(045) 523 15 51. Bij vragen en/of klachten' Bij Maastricht kruist de A79 de A2, maar een aansluiting in noordelijke richting ontbreekt. Dus wringt het verkeer zich elke dag door het dorp Rothem. Onlangs zijn de kruispunten vervangen door twee nieuwe rotondes. Deze mini-verkeerspleintjes zijn een stuk veiliger, maar het is net alsof je in de verkeerstuin van een rijschool rijdt. Op de A2 is het gedaan met de rust, een zinderende stroom auto's dendert langs, de weg vibreert. Dit is de corridor van de Randstad naar het Zuid-Europa. Ineens realiseer ik me waarom we veel minder bedrijventerreinen hebben gezien dan ik verwachtte. De grootste woekeringen van 'zichtlokaties', spiegelkantoren en bedrijfshallen liggen langs de radiale uitvalswegen naar het zuiden en oosten. Als je een cirkel rijdt, mis je die spaken van het wiel en dan blijkt Nederland helemaal niet vol te raken. Goed, overal liggen bedrijvenparken en meubelboulevards langs de wegen, uiteraard van bedroevende kwaliteit, maar nog steeds overheerst de ruimte. Al doen de reclameborden waarmee nieuwe bedrijventerreinen overal in het land om aandacht schreeuwen, het ergste vrezen. Een greep: 'Het werkt in Wognum', 'Onze ligging is uw belegging (Drachten), 'Ruimte met toekomst' (Marum), 'Staphorst, een prima variant', 'Ruimte voor bedrijven' (Venray), Terreinwinst!' (Roosendaal), 'Wonen, werken, recreëren' (Ypenburg). Bij Maastricht Aachen Airport – tot voor kort nog gewoon vliegveld Beek – ligt het laatste bediende snelwegtankstation van Nederland. Het ligt pal aan de snelweg, maar raakte een paar jaar geleden zijn eigen op- en afrit kwijt. Nu moet je een omweg maken om er te komen. Als we over de rubberen kabel rijden die de parkeerplaatsen voor de pompen markeert, gaat binnen een belletje en komt een meisje uit de garage de tank volgooien. Oh ja, zo ging dat. Het assortiment in het tankhokje is beperkt tot een half rekje snoep. Eind dit jaar komt er een grote winkel, dan slaat ook hier het funshoppen toe. Bij Sittard vermeldt een bord langs de weg de vertrek- en aankomsttijden van de treinen naar Utrecht en Den Haag. Het verkeer jakkert gewoon door. 'Maak van uw stopplaats geen stortplaats' staat op stickers op de vuilnisbakken van parkeerplaats Swentibold. Vergeefs: het is een puinhoop. Een vermoeide, pezige vrouw in een oranje wegwerkershesje veegt het naastgelegen Shell-station aan. 'Och mijnheer, mensen maken er zo'n bende van. Ik heb op heel wat stations gewerkt, maar hier is het echt vies door al die toeristen. Ik doe alleen het tankstation, de gemeente moet de parkeerplaats schoonhouden. Ze komen één keer per dag, dat is veel te weinig.' Tijd voor een praatje heeft ze niet, ze slooft verder. Binnen heeft Jan, een kleine Bretonse vrachtwagenchauffeur met een hangsnor, wel alle tijd. Met auto-onderdelen is hij onderweg naar Nedcar. Fantastisch vindt hij het dat op de Nederlandse snelwegen de namen van bedrijventerreinen staan aangegeven. In België en Frankrijk zoekt hij zich een ongeluk. Maar het eten is een verschrikking: duur en slecht. Misschien dat hij daarom gezonder oogt dan veel Nederlandse chauffeurs die we troffen, twintig jaar op de weg hebben hem niet laten vervetten. Als een bodybuilder met ontbloot bovenlijf en een lange blonde paardenstaart bij de koffie-automaat moet zijn, laat Jan hem met een ironische twinkeling in zijn ogen voorgaan. Op het volgende tankstation treffen we een uitgebreide Marokkaanse familie. Met drie busjes en een personenwagen zijn ze na zes weken vakantie op de terugweg naar Assen. Elke wagen heeft slechts één chauffeur, ze rijden al drie dagen met een snelheid van tachtig in konvooi. Deze ochtend zijn ze om half drie vertrokken uit Dijon, om negen uur waren ze hier. 'Toen ik het bordje Nederland zag, was ik zo blij', zegt een van de jongetjes, 'We zijn er bijna.' De mannen vinden de Nederlandse snelwegen aardig, maar Frankrijk is beter. 'De Franse parkeerplaatsen zijn super', zegt de oudste, een gezette pater familias. 'Ze zijn lekker groot, de kinderen kunnen er spelen, er zijn picknicktafels en goede toiletten. En elke tien kilometer is er een.' De Nederlandse snelweg is wit. Allochtonen komen veel minder buiten de steden dan de gemiddelde Nederlander: ze maken minder ontdek-je-plekje-tochten, ze wonen minder verspreid over het land en ze zijn ondervertegenwoordigd in snelwegberoepen als vrachtwagenchauffeur – we ontmoetten één Pakistaanse trucker – en vertegenwoordiger. De tankstations zijn zo mogelijk nog witter. De Marokkaanse familie heeft op een tankstation ook niets te zoeken dan snel tanken en afrekenen. Met zo'n schare kinderen zijn de consumpties niet alleen te duur, ook de openlijk uitgestalde porno stoot af. Vlak voor Weert ligt Esso-station Meiberg. Beheerder Theo van Zoest werkt hier vanaf de eerste dag dat de snelweg in 1969 in gebruik werd genomen. Het eerste half jaar woonde hij in een caravan op het tankstation. 'Ik kwam uit Arnhem en in die tijd werden er geen kamers verhuurd aan alleenstaande mannen, zeker niet als ze niet katholiek waren. Alles zat hier nog dichtgeplakt, de snelweg heeft Limburg pas opengelegd.' Twee jaar geleden werd het station gerenoveerd. Vanwege de vervuiling moest de grond zes meter worden afgegraven. Als iemand vroeger per ongeluk diesel had getankt lieten ze de inhoud van de tank gewoon op het grasveld weglopen. Nu wordt zelfs het regenwater dat op het station valt eerst gezuiverd. Doorrijders hebben ze niet veel, misschien twee per maand. 'We zijn erop getraind. Als dieven merken dat je nadrukkelijk oplet, proberen ze het ergens anders.' Overdag is het gezellig op het tankstation, de rottigheid beperkt zich tot de nacht. Zoals huilende vrouwen die 's nachts door hun man uit de auto zijn gezet. Of automobilisten die op de snelweg ruzie hebben gekregen en dat op het tankstation uitvechten. Maar een overval hebben ze nog nooit meegemaakt. 'Eén keer dreigde iemand met een mes, maar er stond toen een driftige kassier achter de balie. Die pakte een schop en joeg hem op de vlucht.' In dagblad De Limburger lezen we dat gisterennacht een 37-jarige Italiaanse tandarts is beroofd van een koffer met 25 kunstgebitten. Hij sliep in zijn camper op een parkeerplaats langs de A12. In dezelfde krant staat het bericht dat op de nabijgelegen A67 in een brandende Duitse personenauto de verkoolde resten van een lijk zijn gevonden. Een peleton ME kamde zonder resultaat de omgeving van de snelweg uit. We rijden onbekommerd verder. De geur van dennenbossen kondigt de Noord-Brabantse zandgronden aan. Voor het knooppunt Leenderheide rijden we onze eerste file in. De komende drie kwartier leggen we 7,5 kilometer af. Aan de andere kant dreunt het verkeer, elke passerende vrachtwagen schudt onze auto even lichtjes door elkaar. Naast ons in de file staat een auto met aanhangwagen die is afgeladen met oude meubels, een matras, dozen en fiets. De studente in spe zit stuurs achterin bij haar ouders. Met hun benen bijna aan de grond wringen motorrijders zich tussen de rijen auto's, een motormeisje ziet haar vrienden uit het zicht verdwijnen omdat ze niet langs een vrachtwagen durft. De vangrail die met 120 per uur zo strak en glad lijkt, blijkt in werkelijkheid oud en roestig. De beren die ik onderweg op achterzijruiten heb zien langsrijden, blijken oprolbare zonneschermen te zijn die de bloedjes van kinderen wat schaduw moeten geven. Op de radio vertelt filosoof Ger Harmsen over zijn liefde voor mossen. Aan de overkant staat een man met zonnebril hulpeloos toe te kijken hoe zijn gestrande BMW op een takelwagen wordt gehesen. Een non in habijt zwoegt tegen de wind in op het naastgelegen fietspad. Op een viaduct ontmoeten twee bekenden elkaar, ze stappen van hun fiets, maken een praatje, groeten elkaar en rijden weer verder. Het is 12 uur, in Nederland staat 21 kilometer file. Rust. Aan de westrand van Eindhoven hebben ambitieuze projectontwikkelaars een blokkendoos met kantoren en fabrieken laten omvallen, stuk voor stuk smakeloze spiegelpanden. Het witte staketsel van de waterzuivering is een verademing tussen zoveel middelmatigheid. Een enorme totempaal met reclame van de Lage Landen markeert de afslag richting Breda. Op Esso-station Kriekampen staat een vrachtwagen van bloementransporteur 'te Baerts' uit Horst. Al negen weken vervoert deze wagen dode biggen naar Rotterdam, 32.000 per ritje. 'Ze zijn met een injectie gedood en moeten daarom als chemisch afval worden verbrand', vertelt de ambtenaar van de Veterinaire Inspectie die het transport begeleidt. Voor hem is het gewoon werk, maar de blonde chauffeur met achterovergeplakt haar moet eraan wennen. 'Ik rijd liever bloemen. Als we de biggen ophalen op de boerderij vragen die boeren: "Zo komen jullie eindelijk eens een bloemetje brengen?"' Het Brabantse coulissenlandschap gaat na een tijdje vervelen. Mais, bosschages, lichte glooiingen, nog meer mais. Bij Van der Valkrestaurant Molenheide legt een man het familie uitje vast. De camera gaat vluchtig van zijn vader, via zijn vrouw en baby naar de baguette zalm voor zijn neus. Met grote precisie filmt hij het broodje, leuk voor later. De serveerster vertelt dat het hier op maandag en vrijdag altijd druk is: 'Op die dagen is het wisseling van de wacht bij Center Parcs. En wij liggen precies tussen de Randstad en Brabant in.' In de hal wordt het komende vlees- en visfestijn aangekondigd, slechts veertig gulden per persoon. Je onbeperkt klem vreten, dat blijft de gouden formule van Van der Valk. Vreemd genoeg zijn we langs de weg geen enkele McDonald's tegengekomen. Natuurlijk hebben we de hoge palen met het gele logo overal in het land zien staan, van Joure tot Tilburg en van Hoorn tot Venray. Maar om deze McDrives te bereiken moet je van de weg af, ze zijn niet echt onderdeel van de snelwegen. Op parkeerplaats Lage Aard waarschuwt een bord voor goudverkopers. Niet voor aids, hoewel dat niet onterecht zou zijn aangezien deze parkeerplaats faam geniet als plaats voor anonieme sex. De Lage Aard – what's in a name – is een van de 71 'sex-ontmoetingsplaatsen' die internet-site De Erotische Snelweg opsomt. Het zijn dus niet alleen Ajax- en Feyenoordsupporters die internet gebruiken om elkaar op de snelweg te ontmoeten. 'Zeer groot en heel bekend. Spannend en veel te beleven', vermeldt de site. En als extra voordeel: 'regelmatig bezoek van politieauto's'. In het dorre eikenbosje schuifelen enkele mannen broeierig heen en weer, eentje draagt alleen nog zijn T-shirt. Tot veel activiteit leidt dat voorlopig niet. Op de grond een scala van condooms: Euroglider, Gay Safe roze en blauw, Hot Rubber Easy, Durex Fiesta, Mondos. Afgaande op de merken klopt het dat er 's avonds ook hetero's op deze parkeerplaats komen, zoals de site beweert. Naast een condoom en een drol ligt de rode huls van een patroon hagel. Ruim voldoende elementen om een detective op te baseren. Bij de volgende parkeerplaats maaien twee mannen van een cultuurtechnisch bedrijf de berm. Rijkswaterstaat heeft ze ingehuurd voor ecologisch bermbeheer. Slechts twee keer per jaar komen ze hier. Het maaisel voeren ze af om de grond te verschralen, zodat meer plantensoorten een kans krijgen. Kauwend op een strootje zegt de oudste: 'Als boeren erom vragen krijgen ze het als veevoer. De vervuiling zit ruim onder de normen.' Persoonlijk vindt hij een ruige berm wel mooi, 'maar het blijft wennen om de boel niet meer strak af te werken, zo ben je toch opgevoed.' Van de automobilisten worden ze soms gek: 'Ben je papier aan het prikken langs de kant, en dan flikkeren ze expres vlak voor je een hoop rotzooi uit de wagen. Of ze rijden die pionnen omver, die schieten dan met een noodklap langs je hoofd honderd meter het veld in.' Het land wordt steeds vlakker en saaier. Een kortgestekelde man met pothelm op een Harley denkt achteroverliggend dat-ie in Easy Rider speelt. De tankstations zijn niet meer 24 uur geopend, maar werken met een nachtautomaat. Voor Roosendaal ligt links van de weg een grote autosloperij, stapels autowrakken vormen een memento mori voor de gehaaste reiziger en zijn vehikel. Die zouden er meer langs de snelweg moeten liggen, bij voorkeur naast de glimmende showrooms van de garages. Roosendaal zelf gaat schuil achter een langgerekt bakstenen geluidscherm, dat de stad als neo-middeleeuwse stadsmuur beschermt tegen vijandige voorbijgangers. De bakstenen panelen zijn een welkome aanvulling op de alomtegenwoordige stalen geluidschermen, aarden wallen en de nieuwe mode: holgebogen kunststofschermen. Nog geen tien kilometer voorbij Roosendaal kunnen labiele automobilisten licht denken dat ze een religieuze ervaring hebben. Als een fata morgana rijst rechts van de weg de Sint Pieter op. De gekke pastoor van Oudenbosch liet hier 130 jaar geleden de basiliek van Rome nabouwen, schaal een op twee. Het land wordt hier steeds leger, de provincie Zeeland kondigt zich aan. De A59 dient vooral als strandroute en aan het einde van de middag is het dus aan de andere kant druk. Een auto met caravan is achterop een vrachtwagen gebotst en veroorzaakt een file. Ons eerste ongeluk. Bij de Volkeraksluizen verheft de weg zich over het Haringvliet, zeilbootjes krioelen op het vlakke water, rechts is de chemische industrie van Moerdijk zichtbaar. We zijn nog niet in Zuid Holland of het wegdek wordt slechter en de middenberm verdwijnt onder een laag asfalt. Bij een Texaco-station zonder naam zien we een neger, de eerste sinds ons vertrek uit Amsterdam gisterenmorgen. Leo Verschuur komt hier elke dag. Hij is timmerman van beroep, na zijn werk trekt hij zijn roodwitte Texacoblouse aan en helpt als vrijwilliger mee in de shop. Nu hij vakantie heeft, is hij hier hele dagen te vinden. 'Ik krijg een paar uur per week betaald om schoon te maken, maar daar gaat het me niet om. Ik vind het gewoon gezellig om hier te zijn, en een beetje te kletsen', lacht hij verlegen. 'Straks ga ik een uurtje eten, en dan kom ik weer terug tot sluitingstijd.' Dit is het laatste tankstation voor Rotterdam. In de winter is het hier alleen op zondag druk als de Feyenoordsupporters uit Brabant en Zeeland naar De Kuip gaan. Na de Heinoordtunnel begint de invloedssfeer van Rotterdam, de Euromast is al zichtbaar. De weg wordt driebaans en bedrijventerreinen rijgen zich aaneen. Aanvankelijk zijn het nog schone kantoorpanden en garagebedrijven, maar al snel komen de dunne giftige schoorstenen van Pernis in zicht. Rechts staan grote containerkranen wijdbeens over de havenbekkens. Bij het knooppunt voor de Beneluxtunnel dragen omhoogscharende betonnen driehoeken de weg voorzichtig omhoog en weer omlaag. Rijkswaterstaat noemt het een kunstwerk, omdat alle viaducten en bouwwerken aan wegen in hun jargon nu eenmaal zo heten, maar de overweldigende vorm rechtvaardigt deze betiteling ook in de gewone betekenis. Hetzelfde geldt voor het Kleinpolderplein aan de andere kant van de Maas. In 1930 was het nog een weiland. Nu ligt dit verkeersplein met vier verdiepingen en twee fly-overs ingeklemd tussen flats en woonwijken. Het verkeer naar Den Haag wordt van een driebaansweg door een smalle sleuf geperst die uitgefreest lijkt in metersdik beton. Fly overs zwieren als reuzentagliatelli over elkaar. De bruutheid van het betonnen landschap is hier op geen enkele manier verzacht. Rotterdam blijft de enige echte stad van Nederland. Vlak voorbij Rotterdam ligt Ruyven, met 27 pompen het grootste Essosation van Nederland. 'Of we hier doorrijders hebben? Elke dag wel een paar, vooral aan het einde van de maand als het geld op is. Twee weken geleden had er eentje voor 320 gulden getankt, hij had ook zijn jerrycans volgegooid. Maar daar ga ik me niet druk over maken, dan kun je meteen wel onder de grond gaan liggen', zegt de jonge kassier terwijl hij in rap tempo klanten helpt. 'Na negen uur doen we het kogelvrije glas naar beneden en dan zitten we hier lekker rustig. Ik pieker er niet over om uit mijn hok te komen als ze de shop leegjatten.' Hij gebaart onder de toonbank en mompelt: 'Ik heb hier wel een knuppel, een ijzeren, maar ook daar begin je niks mee tegen een groep voetbalsupporters of een buslading housers die terugkomt van een party. Maar het meeste last hebben we van Afrikanen, asielzoekers uit Somalië en zo. Er is een bende die hier bijna elke avond komt jatten. De politie? Die doet er minstens een half uur om hier te komen vanuit Pijnacker. Of hij liever op een ander tankstation zou willen werken? Natuurlijk niet, doodsaai', zegt hij stoer. Ondanks de vele doorrijders is ook hier de nood nog niet zo hoog dat klanten vooraf moeten betalen zoals in sommige Amerikaanse staten. 'Mensen tanken dan voor een geeltje, nu gooien ze hun auto vol. Het blijft zo dus lucratiever.' En het blijft Nederland. Op dit station zijn eindelijk de bloemkolen te koop waarover de Limburgse Esso-kassier gehoord had. Ook de sortering kranten en tijdschriften is veel groter dan in de rest van het land. Eindelijk een tankstation waar je behalve de obligate Telegraaf en het Algemeen Dagblad ook Vrij Nederland en NRC Handelsblad kunt kopen. 'Zoveel als wij 's nachts verkopen, dat zouden veel gewone stations graag als dagomzet willen.' Zo compact als het Kleinpolderplein is, zo uitgestrekt is het Prins Clausplein bij Den Haag. Door de lange ritsstroken en de vele portalen en richtingborden is het knooppunt een lelijk en vooral warrig plein. Zou het daarom naar Claus zijn vernoemd? Aan de randen vechten kantoorpanden om aandacht. Weer een glazen BMW-showroom, weer een kantoor van Albers en Van Huut, weer een spiegelpand, wat zijn bedrijven toch banaal. Op de 75 kilometer tussen Rotterdam en Amsterdam zien we drie politiewagens, net zoveel als op de rest van de route bij elkaar. Langs de weg liggen de zandhopen voor de verbreding al in te klinken. De A4 steekt door het Groene Hart, in de verte staan rijtjes oude windmolens. Ze benadrukken de fraaie tegenstelling tussen de strakke asfaltrivier en de kronkelende dijkjes van het oude landschap, tussen oude en nieuwe technologie. Maar ze moeten niet te dicht langs de snelweg liggen, dan zie je hoe de Molenstichting de voormalige bedrijfsgebouwen kapot heeft gerestaureerd. Ondanks de planologische heiligverklaring van het Groene Hart, rukt de rommeligheid overal op: een opslagplaats voor verkeersborden, een verhuurbedrijf van kranen, kassenbouw, een expeditiebedrijf, reclameborden voor Schiphol Plaza. Hier doet de terreur van de kleine beslissingen zich gelden. Niemand wil het, en toch groeit het vol. Onder het witblauw geblokte aquaduct van de ringvaart, duiken we de Haarlemmermeerpolder in. Het landschap is plots grootschalig en vlak, de glazen kassen en bedrijfsterreinen zijn hier op hun plaats. Zonder planologen is rond Schiphol de afgelopen tien jaar een compleet nieuwe stad verrezen. Het knooppunt van vliegveld, snelwegen en spoorlijnen bleek een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben op hoofdkantoren van internationale bedrijven, distributiecentra en kantoorpanden. De bedrijven trokken op hun beurt hotels, winkels, cafés en snackbars aan. Edge cities heten deze instantsteden in Amerika, dit is het enige Nederlandse exemplaar. Shell-station Den Ruygen Hoek zit midden in een verbouwing, de overkapping is al half ontmanteld. Het aantal pompen gaat van 19 naar 29, de shop wordt anderhalf maal zo groot. Normaal gaat een tankstation dicht tijdens de ombouw, dat is goedkoper en sneller. Maar op dit drukke punt kan de verkoop van benzine niet plotsklaps worden afgesneden en dus is er voor twee maanden een noodstation gebouwd, compleet met kogelvrij glas en videocamera's. 'Vijf jaar geleden zijn we ook al vergroot, maar we blijven groeien', zegt de 21-jarige kassier Jarno. Doorrijders hebben ze 'niet zo veel', een stuk of vijf per week. 'Er is een groep uit Hoofddorp die veel benzine jat. Maar ze worden uiteindelijk altijd gepakt, zet dat er maar bij.' Vroeger zat hij op de grote vaart, nu werkt hij op dit station onder de rook van Schiphol en Amsterdam. Het echte leven straalt op hem af: 'De grootste penoze tankt hier, maar slechte mensen zijn tegen ons juist aardig.' Van de pinpassen, creditcards en tankkaarten wordt hij simpel. 'Je krijgt bijna geen fooi meer. Terwijl wij toch niet te beroerd zijn om extra zegels te geven als iemand een tip geeft.' Jarno is een man van de wereld. Hij kijkt nergens meer van op, hij heeft alles al gezien. Als ik vraag wat dan, vertelt hij dat een housemeisje midden op het tankstation haar broek liet zakken om te plassen. Hij wordt er nog wild van. De Rotterdamse Esso-kassier zou smalend zijn schouders ophalen. In de kleine noodwinkel liggen alleen de producten die het beste lopen. En juist dit is de eerste winkel die panty's verkoopt, in plaats van de hardkanten tangaslipjes en jarretelgordeltjes die vooral de mannen van de snelweg behagen. Voor vrouwen is een nieuwe panty meestal urgenter dan sexy ondergoed. In de Randstad wordt hun roep gehoord, net zoals de vraag naar goede kranten, verse groente en condooms. De snelweg wordt steeds meer onderdeel van het stedelijk weefsel, een van de vele plekken om te recreëren en consumeren. Ook hier legt de romantiek van de blanke arbeidersklasse langzaam het loodje. Nog steeds is het leven langs de weg armoedig, de vettigheid en banaliteit gaan in je botten zitten. Panorama en Playboy bepalen het geestelijk leven. Van de 69 mensen die we hebben gesproken, hadden er welgeteld twee weleens van de Groene Amsterdammer gehoord. Voortgedreven door de tucht van de klantvriendelijkheid, zal de verburgerlijking onvermijdelijk verder oprukken: schone wc's, geen porno in het zicht, gezond eten, goede verlichting, veiligheid. Wie verlangt er niet naar zo'n stralende toekomst? M.m.v. Pauline de Bok
Taal / Language
Boeken
- Leven onder het luchtruim
- Bouw in de buurt – Leidraad voor Nederland
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit
Trefwoorden
- Aids
- Amsterdam
- Architectuur
- Auteursrecht
- Auto
- Bajes
- Bedrijventerrein
- Berlin
- Bos en Lommermarkt
- Brussel
- China
- Corona
- Drugs
- Eindhoven
- Fietsen
- Ghana
- Groot-Amsterdam
- India
- Luchthaven
- Markt
- Monumenten
- Ontwerpen
- Openbaar Vervoer
- Openbare ruimte
- Psychiatrie
- Reclamemasten
- Rotterdam
- Schiphol
- Shopping
- Snelweg
- Teksten voor fotoboeken
- Toerisme
- Veiling Aalsmeer
- Veldhoven
- Verboden toegang
- Verrommeling
- Vinex
- Wegen