Het tijdperk van de grote psychiatrische inrichtingen buiten de stad leek ten einde: de gebouwen kwamen leeg, de terreinen werden verkocht. maar de twijfel slaat toe: 'We weten simpelweg niet welke zorgbehoefte er de komende tien jaar op ons afkomt.' En: 'Het terrein is ons strategisch goed, als je dat kwijt bent heb je niks meer.'Santpoort is ontruimd. Heel Santpoort? Nee, een klein groepje patiënten houdt nog stand in een van de houten paviljoens achter op het terrein. Onder verantwoordelijkheid van De Kleine Johannes, een instelling voor verstandelijk gehandicapten, wonen hier achttien patiënten met een dubbele diagnose: ze zijn zwakzinnig en kampen tegelijk met ernstige psychiatrische problematiek. Bijna twee decennia geleden begon de revolutie in Amsterdam: patiënten mochten niet langer worden opgeborgen in grote inrichtingen in de duinen, maar moesten integreren in de stad. In 1986 werd de eerste groep van Santpoort overgeplaatst naar een leegstaande flat in de Bijlmer. Vanaf dat moment is Santpoort, of Meer en Berg zoals het eigenlijk heette, langzaam afgebouwd en in 1998 werd het voor 76 miljoen gulden verkocht aan een projectontwikkelaar. En nu moeten ook de laatsten der Mohikanen weg, per 1 april 2004 om precies te zijn. 'Als deze mensen naar Amsterdam moeten, zet dat hun behandeling drie stappen terug', zegt projectleider Ditroph Seghers, 'zij willen en kunnen niet naar de grote stad. Maar ja, daar heeft een projectontwikkelaar niets mee te maken.' Mentrum, de erfopvolger van Santpoort en verantwoordelijk voor de psychiatrische behandeling van de achttien patiënten, staat met lege handen. Santpoort is daarmee voor de tweede maal slachtoffer van de wet van de remmende voorsprong. De eerste keer was bij de bouw: voor het ontwerp van het reusachtige hoofdgebouw keek architect Zocher jr. naar de grote, centralistisch opgezette Franse ziekenhuizen. Deze aanpak vond geen navolgers: het paviljoenstelsel kwam in zwang, waarbij patiënten in kleine gebouwen verspreid over het terrein werden gehuisvest. En nu bij de sluiting treedt de wet nogmaals in werking: als je een terrein eenmaal verkocht hebt, is de weg terug uit de stad afgesneden.Andere inrichtingen lijken van deze ontwikkeling te leren. 'Bij mijn aantreden in 2001 lag er een intentie-overeenkomst met de gemeente Den Bosch om Coudewater geheel te ontmantelen en het terrein te verkopen aan de meestbiedende', vertelt Rob Conijn, secretaris van de Raad van Bestuur van GGZ Oost Brabant. 'Inmiddels hebben we intern een ommezwaai gemaakt: we weten simpelweg niet welke zorgbehoefte er de komende tien jaar op ons afkomt. Wij nemen de waarschuwing van Ypsilon-oprichtster Ria van der Heijden ter harte dat de ggz haar cliënten laat verkommeren in de achterbuurten van de stad en dat haar prachtige terreinen worden ingenomen door dure woningen en kantoren. Wát we met Coudewater gaan doen weten we nog niet, maar in ieder geval verkopen we niet.' Het terrein van Coudewater in Rosmalen ademt de sfeer van een voornaam landgoed: strakgemaaide gazons, oude eiken- en beukenlanen, statige villa's, een ingetogen kapel, een monumentaal hoofdgebouw en hier een daar een kunstwerk. Aan een psychiatrische instelling doet eigenlijk weinig denken, daarvoor is het terrein te netjes, te georganiseerd. Nergens witte plastic tuinstoelen, in zichzelf pratende patiënten of geparkeerde rolstoelen. In 1990 werd Nederland opgedeeld in 27 regio's, Coudewater fuseerde toen met huize Padua in Boekel tot wat later GGZ Oost Brabant zou gaan heten. Coudewater zelf kwam daarmee buiten de eigen regio te liggen, dus kwam de hoofdzetel in Boekel en kwamen er regionale centra in Boxmeer, Veghel, Oss en Helmond. Op Coudewater bleven enkel de bejaarde patiënten over, geconcentreerd in de noordoosthoek van het terrein. Vrijkomende gebouwen werden tijdelijk verhuurd aan zorginstelingen en asielzoekers, in het elegante sanatorium kwam een chic bureau voor coaching en in het hoofdgebouw zit de onroerend goedmaatschappij van een multinational.Ook de Raad van Bestuur zelf bleef op het landgoed zitten. Conijn: 'Coudewater ligt in de oksel van de A2 en de A50, dat is aan bezoekers uit Den Haag veel makkelijker uit te leggen dan de weg naar Boekel. Maar ondertussen wordt het contact met onze stafdiensten in Boekel steeds bezwaarlijker, dit najaar moeten we de knoop doorhakken waar we zelf gaan zitten.' Hij wil nergens op vooruitlopen, maar het is wel duidelijk dat hij aan het terrein gehecht is geraakt. Op de inrichtingsschets die vorig jaar is gemaakt, staat een 'zorgvlek' van 2,5 hectare ingetekend. Daar zou een verpleeghuis mogelijk zijn, maar ook begeleid wonen of een asielfunctie voor ernstig gestoorde patiënten. In ieder geval opent daar 1 september een herstellingsoord zijn deuren, een vleugel van paviljoen Emma wordt daarvoor nu verbouwd. 'Tot nu toe zit dat in Bakel, maar de AWBZ maakt het mogelijk om ook in andere regio's te werven, en aangezien Eindhoven en Den Bosch niet zo'n voorziening hebben, is een centrale locatie belangrijk.''Het terrein als instrument om te ondernemen binnen je zorgtaken' noemt Conijn dat. Daarmee sluit hij aan op een oude traditie van Coudewater, want in 1870 is het door de geneesheren Pompe en Bogaert opgezet als een 'vereniging tot verpleging van krankzinnigen op het land', waarbij het nadrukkelijk de bedoeling was om geld te verdienen. Aan het winstoogmerk kwam in 1885 een einde, maar Coudewater bleef actief patiënten werven uit het hele land. De hernieuwde zakelijkheid blijkt ook uit de rest van de inrichtingsschets voor Coudewater: enkele hectares voor economische functies en dertig tot veertig grote kavels voor 'grondgebonden woningen'. Naar de haalbaarheid van een golfterrein wordt onderzoek gedaan. 'Omgekeerde integratie [de maatschappij naar de inrichting halen TvdB] is geen doelstelling, we willen onze grond tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden in erfpacht uitgeven.' De monumentale gebouwen blijven staan, ook de oude bomen en de structuur van het park zijn beschermd. Maar alles van na de Tweede wereldoorlog gaat genadeloos tegen de vlakte. 'Ik ben uiteindelijk met gezondheidszorg bezig, niet met de inrichting van het terrein zelf.'De grote instellingsterreinen zijn in de loop van ruim een eeuw stukje bij beetje bebouwd. Als jaarringen zijn de wijzigende opvattingen over psychiatrie op de terreinen zichtbaar, van de gescheiden paviljoens voor rustigen, halfrustigen en onrustigen tot de sociowoningen, en van de sanatoria voor rijke patiënten tot de geschakelde laagbouwpaviljoens. Van dit stenen geschiedenisboek worden nu alleen de oudste pagina's bewaard, vooral die uit de negentiende eeuw, de rest dreigt bij het oud papier te worden gezet.De verantwoordelijkheid voor de cultuurhistorische betekenis is een heikel punt. Bij de verkoop of herstructurering van terreinen krijgen de ecologische waarden meestal veel aandacht, maar voor de historische gelaagdheid van de inrichtingen staat niemand op de bres. 'Bijna een eeuw hebben wij goed voor onze terreinen gezorgd, daarvoor mogen we nu niet gestraft worden met de eis tot behoud', zegt Hans van de Ven, de ruimtelijk adviseur van GGZ Groep Noord- en Midden-Limburg die de herstructurering begeleidt van de beide Venrayse terreinen, Sint Anna en Sint Servatius.Eind jaren zeventig is al beslist dat Sint Anna, de voormalige inrichting voor vrouwen, geleidelijk zou worden opgeheven ten gunste van het dichter bij het centrum gelegen Sint Servatius. Onder de titel 'Stadspark Venray' heeft de gemeente een globaal stedenbouwkundig plan opgesteld en inmiddels zijn drie projectontwikkelaars uitgenodigd om een bod uit te brengen op Sint Anna. Toine van der Sanden, voorzitter van de Raad van Bestuur: 'Ik snap heel goed dat de gemeente het park wil behouden, maar ik wil een maximale opbrengst om de herstructurering van de zorg te kunnen betalen.'Ook op Sint Anna zijn beschermde gebouwen aangewezen, het zijn de geijkte klassiekers als het hoofdgebouw, de kapel, de woningen van de geneesheren, het mortuarium. Al die panden zijn opgetrokken in de eclectische stijl die rond de vorige eeuwwisseling in zwang was, een wat rommelig samenraapsel van oudere bouwstijlen. Geen bescherming is er voor de paviljoens die na de oorlog zijn neergezet om de zware oorlogsschade te herstellen. Ze zijn opgetrokken in de ingehouden baksteenarchitectuur van de Delftse School , een stijl die in katholieke kringen zeer geliefd was en die duidelijk afwijkt van de nieuwe zakelijkheid die in het noorden en westen van het land domineerde. Het boekje 'Wandeling door het gesticht, een cultuurhistorische wandeling over het Sint Annaterrein in Venray' neemt niet de moeite deze paviljoens te beschrijven.Aandacht is er in het wandelboekje wel voor de nieuwe schouwburg van Sint Anna. In 1962 is die opgeleverd, maar een rondgang door het 410 plaatsen tellende gebouw brengt je pardoes terug in de jaren vijftig. De ijle kolommen, de dunne stalen kozijnen, de welvende trap met ranke spijlenleuning, het houten podium, de kapstokken voor de verschillende afdelingen, je zou hier zonder moeite een film kunnen opnemen die speelt tijdens de wederopbouw. En dit zeldzaam gave pareltje gaat straks tegen de vlakte, zoals in 1998 ook de begraafplaatsen van Sint Anna en Sint Servatius zijn geruimd.De verkoop van Sint Anna zal een forse winst opleveren, Van der Sanden hoopt dat hij van het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen toestemming krijgt om die winst in de vijftien miljoen euro kostende herstructurering van Sint Servatius te mogen steken (zie kader). Ruwweg de helft van het terrein heeft hij zelf nodig, de andere helft wordt bestemd voor omgekeerde integratie. 'De asielfunctie van Sint Servatius staat voorop', zegt Van der Sanden, 'het welzijn en de behoeften van de langdurig afhankelijke patiënten zijn leidend bij de herstructurering'. Om dat te illustreren haalt hij wat citaten aan uit interviews met deze patiënten: 'Dit gebied is een groene oase', 'Ze mogen die oude gebouwen niet weghalen, die maken juist de sfeer' en 'We willen heel graag meer mensen van buiten op het terrein, dat is juist goed, als ze het maar niet kapot maken.' In de eerste schetsen wordt uitgegaan van honderd tot tweehonderd woningen, een kinderboerderij en een wijkvoorziening voor de aanpalende wijk Antoniusveld. Aan de rand van het terrein liggen nu al externe voorzieningen - een scoutinggebouw en een lagere school - en deze zullen worden uitgebreid. Andere zorgfuncties, zoals zwakzinnigenzorg of sociowoningen, wil Van der Sanden niet op het terrein, 'dan zet je mensen met een handicap met de rug tegen de maatschappij.'Net als bij Coudewater zullen delen van Sint Servatius in erfpacht worden uitgegeven aan de nieuwe gebruikers. Van der Sanden wil de zeggenschap over het terrein behouden: 'De infrastructuur dragen we niet over aan de gemeente. Als het nodig is voor de patiënten wil ik bijvoorbeeld brommers kunnen weren, of doorgaand verkeer. Er komt een vereniging van eigenaren die verantwoordelijk wordt voor het beheer van het terrein, samen zorg je voor afstemming van de verschillende belangen. Eigenlijk is dat een stukje samenlevingsopbouw.'In Den Haag is al een aantal jaren ervaring opgedaan met omgekeerde integratie. Midden jaren negentig kreeg de voorloper van woningcorporatie Vestia een deel van het toenmalige psychiatrisch ziekenhuis Bloemendaal in erfpacht om er een wijk van 180 woningen neer te zetten: 125 voor gewone gezinnen, 55 voor 'mensen die een combinatie van wonen en zorg nodig hebben', zoals psychiater René Pasanea van de Raad van Bestuur van Parnassia het uitdrukt. 'Aanvankelijk kozen mensen heel bewust om hier te komen wonen, maar dat gevoel verwatert. Inmiddels is het een gewone wijk geworden, waarvan de bewoners vooral niet te veel last willen hebben van de psychiatrie. Toch is het voor ons goed gelukt: individuele patiënten kunnen zich hier als gewone burger voelen en gedragen.' Parnassia huurt de woningen van Vestia, mocht de behandelvisie in de toekomst veranderen, dan worden de woningen simpelweg afgestoten.Bij het Gelderse Wolfheze zijn projectontwikkelaars niet welkom. 'Het terrein is ons strategisch goed, als je dat kwijt bent heb je niks meer', zegt Ad Pols, hoofd vastgoed van De Gelderse Roos. 'We hebben speelruimte nodig omdat de ontwikkelingen in de psychiatrie zo snel gaan. Het medisch centrum dat we zo'n jaar of tien geleden hebben neergezet is alweer grotendeels ontmanteld.'Wolfheze vaart daarom een 'vrij behoudende' koers. Om de terugloop van het aantal ggz bedden van achthonderd naar vijfhonderd op te vangen, zijn andere zorgfuncties binnengehaald, zoals forensische psychiatrie en de RIBW Arnhem & Veluwevallei. Dat laatste is een opmerkelijk staaltje van integratie: de RIBW's waren bedoeld om ggz-patiënten te integreren in dorp of stad en nu worden ze toch weer gehuisvest op het terrein van een psychiatrische inrichting. Terug naar af dus? 'Nee, dit is zorg op maat', zegt Elsbeth Berendsen, directeur gespecialiseerde behandeling, 'het gaat om mensen voor wie RIBW begeleiding volstaat, maar die in de praktijk niet zonder de bescherming van het terrein blijken te kunnen. Wij leveren de huisvesting, met de zorg bemoeien wij ons niet.'Heel toepasselijk zijn de twintig RIBW-cliënten gehuisvest in de eerste sociowoningen van Nederland, een wijkje van 24 dubbele woningen dat in 1961 is gebouwd op het terrein van Wolfheze en dat oogt als een willekeurig wederopbouwwijkje. Ze wonen er naast kunstenaars, 'gewone' burgers en een asielzoekersgezin. Het enige nadeel is dat er in het dorp Wolfheze te weinig voorzieningen zijn voor patiënten, er is alleen een winkeltje op het station. Samen met Dorpsbelang Wolfheze heeft De Gelderse Roos er daarom voor gezorgd dat er eenmaal per week een marktje op het terrein wordt gehouden met groente, brood en kaas.Ook de structuurvisie die Wolfheze in 2000 liet opstellen is behoudend: versterking van de routes over het terrein, aanleg van parkeerplaatsen, verbetering van de veiligheid en verlichting. De plannen van drie jaar eerder om particuliere woningen op het terrein te bouwen zijn geschrapt: de gemeente weigert om haar beperkte woningcontingenten door de inrichting te laten opmaken.De bescheiden aanpak van Wolfheze oogt misschien niet spectaculair, maar de voordelen zijn groot. Het vooroorlogse openluchttheater, waar patiënten met bed en al in gereden konden worden, is vorig jaar opnieuw in gebruik genomen. Deze zomer zijn er acht voorstellingen, die door bewoners uit de wijde omtrek worden bezocht. Wolfheze onderzoekt of het financieel mogelijk is om het vervallen theater te restaureren, maar ook als er nu geen geld wordt gevonden, is er geen man over boord: een volgende generatie kan er zich dan om bekommeren. Die ongebroken continuïteit zie je ook op de begraafplaats: per jaar worden hier nog tien tot vijftien mensen begraven, zowel patiënten als dorpsbewoners.In Santpoort dringt ondertussen de tijd. De meeste ramen van het reusachtige hoofdgebouw zijn ingegooid, op de begane grond zitten planken voor de ramen. Binnen is de ravage groot: een zee van glas, afbladderende muren, kapotte wasbakken, losse deuren. 'Bedankt gebouw voor je trouwe diensten!' heeft iemand met een spuitbus op een muur geschreven. Delen van de plafonds zijn naar beneden gekomen, hier en daar groeit gras door het dak. Het gebouw is zo grondig onbewoonbaar gemaakt dat het niet lang meer zal duren voor renovatie definitief onmogelijk is. [Kader 1:]Lucratieve business?Als een instelling haar terrein wil verkopen - in vakjargon 'vervreemden' - dan moet ze daarvoor sinds1 januari 2000 toestemming vragen aan het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen. Het aantal meldingen van ggz-instellingen liep terug van 28 in het eerste jaar naar 13 in 2001 en 5 in 2002.Verkoop lijkt een lucratieve aangelegenheid, maar in de praktijk wordt er vaak verlies gemaakt omdat in één klap alle gebouwen en verbouwingen moeten worden afgeschreven terwijl die nog voor veel geld in de boeken staan. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport moet dit verlies dan voor zijn rekening nemen.Mocht er toch een positief saldo overblijven, dan moet dat geld in handen blijven van de zorg. Dat kan de instelling zelf zijn die het geld gebruikt om elders nieuw te bouwen, het kan ook terugvloeien naar het rijk (Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten). In de praktijk is dat laatste nog nooit gebeurd: de kosten van de nieuwbouw/herstructurering zijn altijd hoger dan de eventuele winst. Dit structurele tekort dwingt instellingen overigens wel om een zo hoog mogelijke prijs voor hun terreinen te bedingen, waardoor cultuurhistorische waarden makkelijk onder druk komen te staan.Sinds een jaar heeft het College een 'Meldpunt grond' ingesteld. Dit meldpunt moet ervoor zorgen dat andere zorginstellingen als eerste hun interesse kenbaar kunnen maken als er ergens grond vrijkomt. Successen met de bemiddeling van vrijgevallen ggz-grond zijn nog niet geboekt.[Kader 2:]Protest sloop SantpoortDe vereniging Behoud Landgoed Meer en Berg verzet zich hevig tegen de plannen van de projectontwikkelaar om driehonderd woningen op het terrein te bouwen en alles af te breken dat niet direct beschermd wordt. 'Zo'n terrein moet je niet behandelen als een Vinex locatie', zegt woordvoerder Rob van Aerschot. 'En één ding moet je al helemaal niet doen: een landgoed opdelen in kavels met privétuinen. Mensen zetten daar meteen een hek of heg omheen, terwijl de essentie van een landgoed is dat de gebouwen los in het landschap staan.' Dat er vraag is naar zulke landgoederen bewijst Plan Haverleij in Den Bosch: in een leeg landschap verrijzen negen kastelen met vijftig tot negentig woningen en het loopt storm.Het plan voor Park Brederode, zoals de groep projectontwikkelaars voor Santpoort zich noemt, is gemaakt door het bureau van stedenbouwkundige Riek Bakker, bekend van de Rotterdamse Kop van Zuid en de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Dat zou toch een garantie moeten zijn voor kwaliteit? 'Nee', zegt Van Aerschot, 'het punt is dat dit helemaal geen stedenbouwkundige opgave is, maar een architectonische: wat kun je doen met de gebouwen die er staan? De projectontwikkelaar wil alle latere toevoegingen aan het hoofdgebouw slopen, terwijl die nu juist de geschiedenis vertellen. Laat die nieuwere vleugels staan en bouw er woningen in, dan houd je bovendien het landgoed open. Datzelfde kun je doen met het zusterhuis uit de jaren dertig en met het grote chalet.'
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
- AD Magazine
- Academie van Bouwkunst
- Arcam
- Archined
- Architectuur Lokaal
- Arma
- Autoweek
- BPD Magazine
- Blauwe Kamer
- Bouw
- Brussel Deze Week
- CRa
- De FLA-krant
- De Gids
- De Groene Amsterdammer
- De Journalist
- De Volkskrant
- De Zaak
- HP/De Tijd
- Het Financieele Dagblad
- Het Parool
- Humanist
- Intermediair
- Lira Bulletin
- Lucasx
- Mainline
- Metro
- Mooi Nederland
- NRC Handelsblad
- NRC Magazine
- NRC Next
- NRC Weekblad
- New Business
- OneWorld Magazine
- Podium voor Architectuur
- Psy
- S+RO
- Smaak
- Spiegel Online
- Stad-Forum
- Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken
- Trouw
- Uit&thuis
- VPRO Gids
- Veldhovens Weekblad
- Vrij Nederland
- Wallenburgtribune
- Wij maken Nederland
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit