Water is fun: alleen in Rotterdam zijn al veertig rederijen actief met fuifschuiten, loveboats, cruiseschepen en watertaxi’s. Enige probleem: deze dobberende vloot ontbeerde fatsoenlijke plaatsen om aan boord te gaan. Daarom schreef het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam in 1997 een besloten prijsvraag uit voor dertig opstapplaatsen. Het ontwerp moest: beschutting bieden tegen regen en wind, een informatiepaneel bevatten en zorgen voor een goede herkenbaarheid. Van de vier bureaus was Drost + Van Veen Architekten het enige dat geen bushokje op de wal zette, maar alle functies op het water realiseerde. Daarmee beslechtte dit Rotterdamse bureau het pleit. De opstapplaatsen heeft Simone Drost (38) zoveel opgebouwd uit standaardelementen: de loopbrug komt van het Havenbedrijf, de elektriciteitskastjes op de wal van het energiebedrijf, de pontons uit de scheepsbouw. Ze zijn er in drie maten: kleintjes van zes meter zoals in het Boerengat, een tussenmaat van vijftien meter voor op de Maas en grote van veertig meter voor lokaties waar het flink kan stormen zoals Hoek van Holland. De reiziger staat onder een overhuiving ter grootte van een flinke deur die naar boven is uitgebouwd tot een vijf meter hoog baken. Het informatiepaneel staat daar los van. Soms staat dat dwars op het baken geplaatst, soms staan beide elementen in één lijn zoals bij de Watertorenhaven. Een verbindingsstukje doet paneel en baken in dat geval één geheel lijken, in werkelijkheid is het echter een losse mof die meebeweegt op de deining van het water. Verder staat er op elk ponton nog een bankje: vijf teak-houten latjes op een stalen uitstulping. Drost: ‘We hebben ervoor gekozen om verder alles van staal te maken, dan kom je dus bij scheepsbouwers terecht. Die werken heel anders dan aannemers, alles gaat daar in kilo’s. Zelfs de prijs: een tientje per kilo inclusief schilderwerk. Een klein baken weegt drie ton, daarmee kwamen ook nog eens goedkoper uit dan in de bouw.’ Om de vorm te bepalen reed Drost eindeloos door de havens. ‘Een schip is in feite een silhouet uit één stuk staal met afgeronde hoeken. Het lijkt of de opbouw uit het dek omhoog wordt gedrukt. Dat effect wilden wij ook bereiken, onder andere door grote radii te nemen. De randen van het baken kregen bijvoorbeeld een kromming van 300 millimeter, dat maakt een zeer robuuste indruk.’ Het baken fungeert tevens als verlichtingsarmatuur. Eén en dezelfde lichtbron zorgt voor de verlichting van de wachtplek en voor het aanlichten van logo en zijkanten. Losse spotjes zijn daardoor overbodig. Met een één-op-éénmodel experimenteerde Drost aanvankelijk met vijfduizend Watt, uiteindelijk bleken vier tl-balken van samen 188 Watt te volstaan. Alleen het toplicht voor de scheepvaart is apart aangebracht: een klein messing pukkeltje. Ook de kleur is geïnspireerd op de haven. ‘Net als bij een tanker wilden we alles in één kleur hebben, tot en met de vuilnisbakken aan toe. Dat is makkelijk in onderhoud en zorgt tevens voor een massieve uitstraling: het wordt één volume. Voor het kleurenschema hebben we alleen RAL-kleuren gebruikt, dat is een mondiaal systeem van industriekleuren. De feitelijke keuze hangt af van de plek: het ponton in de historische Leuvehaven is donkerblauw, op de Maas kun je uitpakken met knal oranje.’ ‘Voor dit project hebben we een team met grafische en industriële ontwerpers geformeerd’, vertelt Drost. ‘We hebben ons niet tot het ponton beperkt, maar we hebben ook de naam verzonnen: Waternet. En we bewaken het concept tegen commerciële druk. Wij vinden dat de opstapplaats de naam van de kade moet dragen en niet die van een naastgelegen attractie: dus Parkhaven en niet Euromast, Piet Smitkade in plaats van Feyenoordstadion.’ De kadenaam staat aan de waterzijde uitgefreesd in de stalen opbouw. Aan de walzijde staat een grote golvende W, het lijkt alsof de M van de Metro gespiegeld is in het water. ‘We houden er rekening mee dat het een echt vervoersnet wordt, maar voorlopig is het vooral een attractie. Dat zie je ook aan de borden: de grote vitrine bevat oude foto’s en toeristische informatie, het plattegrondje met de huidige vijf opstapplaatsen staat in een klein hoekje. Als er echt een dienstregeling komt, draaien we de rollen om. Voor eventuele monitors met elektronische route-informatie hebben we al uitsparingen aangebracht.’ </p
Taal / Language
Boeken
- Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
- Binckhorst Magazine
- De marktgids voor Amsterdam
- De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
- De Ronde van U.
- De vierkante meter
- Eigen baas – Kort & krachtig
- Eindhoven Hoofdstad
- Groeten uit Vinexland
- Handboek Eigen Baas (gratis)
- Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
- Kruispunt Utrecht
- Kunstwerken & Kunstwerken
- Lelysteden – Een associatieve reisgids
- Naar een alzijdig station
- Onder Weg!
- Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
- Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
- Snelweg x Stad
- Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
- Streetwise Rotterdam
- Turtle 1 – De auto uit Afrika
- Wij zijn goed
Kranten en tijdschriften
Projecten
Onderwerpen
Series
- De kust
- De lunch
- De markten van Amsterdam
- De mobimens
- De telefooncel
- Dossier A2
- Dossier A4
- Dossier A10
- Dwars kijken
- Expats
- Fietsverkenningen zuidwestflank Amsterdam
- Get your kicks on the E3
- Groeten uit Vinexland
- Het ontwerp
- Het product
- IJ-tje
- Na dato
- Noord-Amsterdam
- Poldernormen
- Rond Brussel
- Sloop
- Stedenatlas
- Strijd om de ruimte
- Tand des tijds
- Turtle 1
- Wat doet dat daar
- Weststrook
- Zinloze mobiliteit