Onderwerp: Stad

  • Nijmegen


    Het aantal inwoners in een omgeving met leefbaarheid ‘matig’ of minder daalde van een op de drie naar een op de tien. Alleen Groningen deed het beter. Het centrum en de wijde omgeving profiteerden, Dukenburg blijft wat achter.


  • Enschede


    Het gaat goed met Enschede, de stad scoort bovengemiddeld. Opvallend is dat de ‘matige’ gebieden zeer verspreid liggen. Dat Velve-Lindenhof is aangewezen als Vogelaarwijk wordt niet ondersteund door harde leefbaarheidgegevens.


  • Haarlem


    Niemand in Haarlem woont in een ‘negatieve’ omgeving, het aandeel van de bevolking dat met een ‘matige’ omgeving kampt halveerde tot 2,4 procent. Daarmee eindigt de stad net achter Apeldoorn.


  • Arnhem


    De ‘grote positieve ontwikkeling’ vond vooral plaats in het vooroorlogse Arnhem. De stadsuitbreiding op de linkeroever profiteerde minder, het gebied ten zuiden van de Pleyroute liep schrammen op.


  • Den Bosch


    Het aantal inwoners van Den Bosch in een buurt met leefbaarheid ‘matig’ of minder nam met zeventig procent af, dat is twee keer zoveel als gemiddeld in Nederland. Niemand kampt meer met een ‘negatieve’ omgeving.


  • Zaanstad


    De ‘zeer negatieve’ gebieden van Zaanstad zijn van de kaart verdwenen, de ‘negatieve’ krompen in. De winst werd vooral geboekt in Poelenburg, de flatwijk aan snelweg A7. De wijk ten westen van het spoor verloor wat van haar glans.


  • Amersfoort


    Bijna de gehele ‘grote positieve ontwikkeling’ die Amersfoort het afgelopen decennium doormaakte valt precies binnen de voormalige stadsmuren. Ook De Kruiskamp, de officiële Vogelaarwijk, deed het goed. De wijk Randenbroek is kwetsbaar.


  • Haarlemmermeer


    Een klassieke stad is Haarlemmermeer niet, eerder een reusachtige Vinex-locatie avant la lettre. En dat blijkt de leefbaarheid ten goede te komen: in 1998 ontbraken ‘matige’ clusters hier al geheel, daarna werd het alleen maar beter.


  • Dordrecht


    Nog maar honderd inwoners van Dordrecht wonen in een ‘negatieve’ omgeving. De ‘zeer negatieve plekken’ lieten soms een spectaculaire stijging in leefbaarheid zien. Zorgelijk is de export van problemen naar buurgemeente Zwijndrecht.


  • Maastricht


    Het afgelopen decennium heeft Maastricht nauwelijks leefbaarheidwinst geboekt. Erg is dat niet omdat de uitgangspositie ondanks twee Vogelaarwijken niet slecht was. Wel dreigen de naoorlogse wijken aan de westzijde af te glijden.


  • Deventer


    Met meer dan een halvering van het aantal mensen dat in een ‘matige’ omgeving moet wonen is Deventer een goede middenmoter. Daarbij komt nog dat de verbeteringen goed gespreid zijn over de hele stad.


  • Alkmaar


    De resultaten van Alkmaar op het gebied van leefbaarheid lijken op de prestaties van AZ: gedegen, maar niet spectaculair. Het centrum doet het goed, net als het aanpalende Oud-Overdie. Het naoorlogse deel van Overdie ontwikkelde zich nauwelijks.