Serie: Dossier A10



  • Midden in het Coenplein, waar de E22 en de E35 elkaar ontmoeten, ligt een loos viaduct. Bijna tien jaar geleden is het gebouwd, als aanvoerroute van de tweede Coentunnel. Rijkswaterstaat blijft hopen dat het ooit te pas zal komen.




  • De Turkenmarkt wordt ze genoemd’ zegt de rossige eigenaresse van café-restaurant Gulden Winckel. ‘Dit is de goedkoopste markt van het land, van heinde en ver komen ze boodschappen doen.’




  • Begin jaren zeventig was dit de eerste flat die in actie kwam tegen de geluidsoverlast van de snelweg, bewoners weigerden de huurverhoging. Vier jaar duurde het gevecht, toen moest Rijkswaterstaat opdraaien voor de geluidsisolatie.




  • De nacht verleent knooppunt De Nieuwe Meer grootsteedse allure. In drie lagen zwieren verlichte asfaltbanen als slierten tagliatelle over elkaar, trein en metro schieten er als mobiele uitstalkasten doorheen.




  • ‘Och jongen’, zegt een bejaarde vrouw die bramen plukt onder het viaduct, ‘vroeger kon je hier zo ver kijken. Toen mijn zoon in dienst ging kon ik hem helemaal nawuiven.’




  • Bij de huidige grondprijs is Griffejoens oprijlaan ruim 3,2 miljoen gulden waard. Niet slecht voor een voormalige autosloper.




  • De achterdeur staat open, klompen staan klaar voor het werk in de moestuin. In het vergrijsde strooien dak is met moeite het jaartal 1934 te ontwaren, de cijfers erboven zijn onleesbaar.




  • Een doodlopende weg tussen de rioolzuivering en het Buiten-IJ is hun afwerkplaats. Geen bushokjes zoals op de gedoogzone aan de Theemsweg, maar een ‘calamiteitensteiger’ van Rijkswaterstaat.




  • Een blonde hooggetoupeerde dame hijst schielijk een jarretel op, een zoete parfumwalm drijft uit het open raampje. De dikbuikige bestuurder beëindigt laconiek zijn mobiele telefoontje: ‘Zeg maar hoeveel de schade bedraagt.’




  • Een glimmend aluminium geluidsscherm omlijst de noordelijke A10 als de steile wand van een wielerbaan. Van nabij blijkt het metaal dof en roetig, de klimop op de stalen rekken is deels verpieterd.




  • Op de snelweg is niets te zien. Dus schakelen we terug naar een half wakende, half slapende toestand en komen pas onder aan de afslag weer bij onze positieven. Maar is de snelweg wel zo saai?