• Helder en fris prijken de nieuwe wegwijzers van de ANWB al op sommige kruispunten.




  • In het atelier van Gijs Industrial Design Engineers staat de eerste fiets met een elektronische tag [merkteken]. In een van de buizen van het frame zit een gat, waarachter een chip met een uniek nummer schuilgaat.




  • Zelfs een maagdelijke jongeling kan het nieuwe condoom EZON – uit te spreken als easy on – in het pikkedonker omdoen. Het zit niet namelijk niet opgerold als een gewoon condoom, maar kunstig opgevouwen.




  • In de showroom van De Groot & Visser hangt het eerste exemplaar van de Floret, een raam en zonnescherm in één.




  • Een glimmend aluminium geluidsscherm omlijst de noordelijke A10 als de steile wand van een wielerbaan. Van nabij blijkt het metaal dof en roetig, de klimop op de stalen rekken is deels verpieterd.




  • De achterdeur staat open, klompen staan klaar voor het werk in de moestuin. In het vergrijsde strooien dak is met moeite het jaartal 1934 te ontwaren, de cijfers erboven zijn onleesbaar.




  • ‘Och jongen’, zegt een bejaarde vrouw die bramen plukt onder het viaduct, ‘vroeger kon je hier zo ver kijken. Toen mijn zoon in dienst ging kon ik hem helemaal nawuiven.’




  • De openbare ruimte in de Verenigde Staten versplintert. Acht miljoen mensen wonen in een ommuurde wijk en nog eens twaalf miljoen in een privéwijk zónder slagbomen.




  • Een contactlens is een hightech produkt, toch zien de meeste lenzendoosjes eruit alsof ze op een achternamiddag door een jampottenfabrikant zijn ontworpen. Bovendien zijn ze meestal te groot voor je broekzak en lekken ze snel.




  • Bewoners van suburbs zullen hun neus ophalen voor een balkon van 1,2 vierkante meter, maar voor grote-stadsbewoners betekent het Tea for Two-balkon een wereld van verschil.




  • Het menselijk lichaam is gemaakt om te staan en te liggen, maar de evolutie heeft niet voorzien in een zittend bestaan achter een bureau. Toch zijn veel mensen daartoe overdag veroordeeld.




  • ‘Er is nog meer ruimte dan ik dacht’, zegt Huibert Groenendijk (43) terwijl hij over het laatste laddertje omhoog kruipt.