• Home
  • Over Tijs vd B
  • Boeken
  • Rotondologie
  • Freelancen
  • English
  • Home
  • Over Tijs vd B
  • Boeken
  • Rotondologie
  • Freelancen
  • English
  • Intermediair
icon

Ikke, ikke, ikke

Intermediair, 21 maart 2002

De ruimtelijke ordening staat onder druk nu de burger steeds minder bereid is om zich neer te leggen bij het algemeen belang. Hij knokt voor zijn eigen hachje en vindt Pim Fortuyn aan zijn zijde die iedereen een vrijstaand huis met rode pannen belooft. Terugblik op een 18-delige serie over de strijd om de ruimte.

Sodom en Gomorra langs de A28

Intermediair, 17 januari 2002

Ratten bijten elkaar dood als ze met velen in een kleine ruimte verkeren. Mensen niet, die schikken en plooien, overleggen en ruziën, bedisselen en regelen. Deze week in een 18-delige serie over de strijd om de ruimte: slagbomen aan de stranden van het IJsselmeer weren gereformeerde homo’s. Nog niet zo lang geleden was recreatie een overzichtelijke activiteit: na een week hard werken laadde de man zijn vrouw en kroost in het autootje, tufte naar de waterkant en zette zich de hele dag op het van overheidswege geplaatste bankje. De enige voorzieningen die hij nodig had waren een toiletgebouw en een friettent. In de jaren zestig en zeventig legden recreatieschappen overal in Nederland zulke gebieden aan, zo ook op de smalle strook land die ligt ingeklemd tussen het IJsselmeer en de A28. Het is een ideale plek: twee afslagen aan de snelweg, Strand Nulde en Stand Horst, geven direct toegang tot de langgerekte parkeerplaatsen aan het water, naar keuze kun je naar de zeilboten op het IJsselmeer kijken of naar de auto’s op de snelweg. Bermtoerisme pur sang. Maar de tijden veranderden: moderne recreanten zijn zappers en willen in een kort tijdsbestek zoveel mogelijk verschillende ervaringen opdoen. En dus raakten de stranden aan de A28 langzaam in het slop. Maar de dynamiek van de snelweg zorgde dat strand Horst drie nieuwe bestemmingen kreeg. Homo’s, die op de gereformeerde Veluwe nergens een eigen plek vonden, ontdekten parkeerplaats Horst-Noord als anonieme ontmoetingsplaats. Daarna kwamen de asielzoekers. Vlak voor kerst 1998 werden vluchtelingen uit Kosovo ondergebracht in lekkende tenten op de Ermelose hei, de tv-beelden schokten het Nederlandse zelfbeeld en er moest een fatsoenlijke noodoplossing komen. De burgemeester bood toen parkeerplaats Horst-Zuid aan: goed bereikbaar en geen buren. Er verscheen een kamp van degelijke partytenten, beveiligd met hekken. Maar ja, tijdelijk is een rekbaar begrip, want toen de Kosovaren elders onderdak vonden wilde het Centraal Orgaan Asielzoekers het kamp gaan gebruiken als een Tijdelijke Noodopvang Vreemdelingen (TNV), een voorpost voor mensen die asiel aanvragen. Inmiddels heeft Ermelo de voorziening voor de tweede keer met twee jaar verlengd. Tot slot bouwde McDonald’s een drive-thru restaurant precies tussen beide parkeerplaatsen in. De hamburgerkoning kreeg toestemming omdat het bestemmingsplan ruimte bood aan horecavoorzieningen bij het haventje. Maar met het IJsselmeer heeft McDonald’s niet veel te maken, het is een snelwegvoorziening bij uitstek en het terras is dan ook gericht op de weg en niet op het water. In het door-en-door gereguleerde Nederland was er, zonder dat er enige planning aan te pas was gekomen, plotseling een bizarre combinatie van voorzieningen ontstaan. Bezoekers van McDonald’s maakten zich schuldig aan homo-pesten, bewoners van de TNV verleenden tegen betaling seksuele hand- en spandiensten. Eind februari 2001 werd de Ermelose journalist Henk van den Berg, een vaste bezoeker van de homo-ontmoetingsplaats, hier vermoord. ‘Met het opvangkamp heeft dat niets te maken’, onderstreept burgemeester Omta van Ermelo, en formeel heeft hij gelijk want de inmiddels gearresteerde daders van de roofmoord bleken geen asielzoekers te zijn maar illegale Noord-Afrikanen die zich als asielzoekers in het opvangkamp hadden aangemeld. Afgelopen jaar werd de recreatiestrook nog twee keer opgeschrikt door een moord, beide keren aan het aanpalende strand Nulde: er werd een onthoofd kinderlijkje gevonden, dat later Rowena Rikkers bleek te zijn. En eind 2001 werd hier een zakenman ontvoerd wiens lijk later in het Amsterdam-Rijnkanaal werd teruggevonden. Genoeg reden voor de Volkskrant om de stranden te betitelen als ‘schuldig landschap’. De opvolgster van de vermoorde Henk van den Berg schreef in het Puttens Nieuwsblad: ‘Het is een geweldige plek voor zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Verlaten, pal aan de snelweg, centraal gelegen, weinig politietoezicht. Een beetje crimineel weet dat.’ Politiewoordvoerder Bert Top vindt dat het reuze meevalt, alhoewel ze wel scherper patrouilleren om homoprostitutie tegen te gaan. Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV), de eigenaar en beheerder van het terrein, zit er maar mee in haar maag. Twee jaar geleden is ze verzelfstandigd tot RGV Holding BV en als commercieel bedrijf was ze voortvarend van start gegaan met het aantrekken van investeerders om de stranden een nieuwe impuls te geven. Op strand Horst staan een teleskibaan, een klimtoren en een wildwaterkanobaan gepland, de stranden zelf krijgen baaien en er worden ecozones en geluidswallen aangelegd. De RGV-plannen zijn onderdeel van een veel groter project voor de herinrichting van de Veluwerandmeren. De drie gemeentes die bij de strandstrook zijn betrokken - Ermelo, Putten en Harderwijk - hebben ingestemd met de visie van het RGV en zijn bezig om hun bestemmingsplannen aan te passen. Er wordt nog gediscussieerd over de hoogte van de klimtoren - RGV wil veertig meter, Ermelo wil maximaal twintig meter - en over de financiering van het groen, maar dat zijn details. Als serieuze problemen wordt alleen de mogelijke verstoring van watervogels genoemd, over de aanwezigheid van homo’s en asielzoekers reppen de dikke rapporten met geen woord. Die vallen buiten bestemmingsplannen, dus ze bestaan niet. Inmiddels heeft RGV parkeerplaats Horst-Noord afgesloten met slagbomen, een mes dat aan twee kanten snijdt: overdag worden er parkeergelden geïnd, ’s nachts is het terrein niet toegankelijk. Homo’s zijn uitgeweken naar omliggende parkeerplaatsen, daar worden nu ook slagbomen geplaatst. De grondwerkzaamheden zijn afgerond maar bij Horst-Zuid moet er eerst nog een probleem worden opgelost: achteraan op die parkeerplaats ligt de vreemdelingenopvang. Weliswaar hebben asielzoekers geen auto, maar de medewerkers, vrijwilligers, leveranciers en hulpdiensten wel. Een slagboom met cameratoezicht wordt overwogen. Het worden zware tijden voor gereformeerde homo’s.

icon

Asfalteur van de polder

Intermediair, 25 februari 1999

Adriaan Geuze, Nederlands beroemdste landschapsarchitect, ontwerpt met grote voortvarendheid pleinen, woonwijken en tuinen. Concessieloos: beeld en vorm zijn voor hem belangrijker dan de gebruiker.

‘Dat gekanker, daar wen je aan.’

Intermediair, 7 mei 1998

Op de donkere parkeerplaats van verkeerscentrale midden-Nederland staan gele shovels, onder een afdak glinstert een berg strooizout in het natriumlicht. De deur van het zenuwcentrum van de snelwegen staat open, de eenzame operator is verdiept in een sportwedstrijd. De enige waarschuwing luidt: ‘Bij het betreden van dit kantoor asfaltschoenen uittrekken!’ Verder is iedereen hier ogenschijnlijk welkom. Ik moet denken aan een film uit de jaren zeventig waarin bankovervallers het centrum van London hopeloos verstoppen door alle verkeerslichten op rood te zetten, alleen hun vluchtroute houden ze vrij. Klokslag acht uur ’s avonds gaat de telefoon. ‘RIJKSWATERSTAAT’, bast de operator met de geasfalteerde stem waarop deze ambtenaren geselecteerd lijken te worden. ‘Een verkeersmaatregel voor de A2, oostelijke rijbaan, hectometer 55,0 tot 53,7, rechterrijstrook afsluiten? Ik ga voor je kijken.’ Hij checkt de verkeersintensiteit op zijn scherm: ‘2.600 Auto’s per uur, dat moet op twee banen kunnen. Oké, komt eraan.’ Met een paar toetsaanslagen brengt hij de gewenste wegafzetting aan. Op een van zijn vele computerschermen verschijnen kleurige stipjes in het stroomschema van wegen, viaducten, afslagen en knooppunten. De afzetting dient voor het onderhoud van de trajectcontrole tussen Maarssen en Breukelen op het programma. Dit snelheidscontrolesysteem fotografeert alle passerende auto’s op drie punten, felle lampen zorgen dat de nummerplaten in het donker goed zichtbaar zijn. Lichtsensoren regelen het diafragma en de sluitertijd van de camera’s. Antennes pikken de signalen van de atoomklok van Frankfurt op en synchroniseren de tijdklokken bij voortduring. Een computer berekent vervolgens de snelheid over het hele traject en pikt er de snelheidsovertreders uit. De hoogste snelheid tot nu toe gemeten: 226 kilometer per uur. De apparatuur is tot 250 geijkt. Het systeem hangt sinds anderhalf jaar boven de weg, vanavond vindt de eerste inspectie plaats. De camera’s en sensoren moeten worden schoongemaakt, tevens moet een kapotte lamp worden vervangen. Op de vluchtstrook staan negen mannen te wachten tot ze aan de slag kunnen. De onderhoudsploeg, de ploeg voor het afzetten van de weg en de verkeersbegeleider zijn standaard. Extra zijn de projectleider trajectcontrole en de mensen van het automatiseringsbedrijf. Ze popelen om te kijken hoe de apparatuur erbij hangt. Op de portaalborden ten noorden van Utrecht verschijnen rode kruisen. Marco start zijn vrachtwagen en rijdt de weg op. Langzaam schokkend komt de grote verlichte pijl op zijn aanhangwagen omhoog. De pijl rust op een TMA: een stootkussen van drie meter vol veringen en aluminium honingraten. Dat moet de automobilisten opvangen die de commando’s boven de weg negeren. ‘Of ik bang ben?’ vraagt hij terwijl de motor blijft lopen, ‘Nee, niet echt, het went. Laatst reed een vrachtwagen van veertig ton bij een collega binnen, zijn cabine bleef onbeschadigd. Dat is leuk om te horen. Maar ik kijk wel de hele tijd in mijn achteruitkijkspiegel. Kwestie van gewoonte, want veel zin heeft het niet. Op de linkerbaan kun je sowieso geen kant op. Als je eruitspringt heb je kans dat de achteropligger tussen de vangrail en jouw auto doorschiet.’ Overdag rijdt hij zand voor stratenmakers, vanmorgen om zeven uur was hij al aan de slag. Volgens de ARBO-wetten mag dat niet, hij is dan ook in dienst bij een particulire aannemer en niet bij de overheid. Rijkswaterstaat besteedt steeds meer werk uit, alleen de controle en verkeersbegeleiding gebeurt door eigen ambtenaren. Om tien uur precies wordt de verkeersbegeleider afgelost door een collega. De wegwerkers hebben dan nog een halve nacht te gaan. Sinds vorig jaar hebben wegbeheerders een ‘filebudget’ voor werk in uitvoering. In 1997 mocht dienstkring Utrecht maximaal 42.500 ‘voertuigverliesuren’ veroorzaken, dat betekent dat 42,5 duizend auto’s een uur mogen stilstaan. De komende vijf jaar moet dat oponthoud elk jaar met 12,5 procent dalen, zodat in 2001 het niveau van de jaren zeventig weer is bereikt. ‘Om de norm te halen, kunnen we in de Randstad eigenlijk alleen ’s avonds en ’s nachts werken’, zegt assistent-rayonopzichter Henny Vermeent. Hij maakt de planningen voor de afzettingen, overlegt met de aannemers, bedenkt omleidingen en geeft wekelijks de werkzaamheden door aan de verkeerspolitie en de busmaatschappijen. ‘Door het file-arm werken hebben we minder last van agressie. Het is echt een uitzondering als je iets naar je kop gegooid krijgt. En och, de ziektes die automobilisten je toewensen, daar wen je aan.’ Maar als hij op verjaardagsfeestjes vertelt wat hij doet is het gekanker niet van de lucht. ‘Ik heb weleens iemand een dagje in de auto meegenomen om te laten zien waarom je maar zeventig mag rijden als ze ergens werken.’ Door de computergestuurde portalen boven de weg is het werk veel veiliger geworden. ‘Vroeger moesten afzettingen aan beide zijden van de weg worden aangekondigd met borden met een betonnen voet van dertig kilo. Twee man moesten zo’n ding tussen het verkeer door naar de andere kant sjouwen.’ Dirk van de onderhoudsploeg bestuurt de hoogwerker om bij de portalen te komen. Hij zet de poten van zijn bestelbus uit en schokkerig gaat het bakje naar boven, onder ons raast het verkeer voorbij. De rijwind van vrachtwagens doet het bakje schudden. ‘Heeft iemand het wc-papier gezien?’ roept Dirk naar beneden. Even lijkt de hele operatie met elektronisch afzettingen, vrachtwagens met stootblokken en negen man personeel te stokken. De rol wc-papier om de lenzen van de camera’s schoon te maken wordt al snel gevonden. Met een vluchtige veeg maakt de man van het automatiseringsbedrijf de lens schoon. ‘Hij heeft er duidelijk voor gestudeerd’, zegt Dirk met een neutrale grijns. Via de mobiele telefoon vraagt de verkeersbegeleider een nieuwe ‘maatregel’ aan. De hele karavaan rijdt langzaam verder naar de volgende portalen, achter hen doven de rode kruisen. Als we weer ergens staan te wachten, zegt Dirk: ‘Het is vies en gevaarlijk werk. Klaar. Maar daar wen je aan.’ Het liefst werkt hij alleen. ‘Bus op de vluchtstrook zetten met een pijl achterop. Gewoon werken zonder afzettingen. In je eentje ben je zo vrij als een vogeltje.’ Werkdagen van 24 tot dertig uur vindt hij geen probleem, integendeel, het verdient goed. Na de rechterrijstrook zijn de middelste en de linker aan de beurt. Maar om tien uur is er nog te veel verkeer om twee banen tegelijk af te sluiten. Dus wordt er gewacht en koffie gedronken op het terrein van Rijkswaterstaat naast het Chinese motel van Van der Valk. In de gepantserde computerruimte gaan de fel-oranje hesjes uit die het nachtelijke gezelschap zo’n uniform uiterlijk gaven. De programmeurs praten over herkenningssystemen, aan de andere kant van de tafel wisselen de wegwerkers stoere verhalen uit. ‘Ken je dat verhaal van die Portugese vrachtwagenchauffeur die met de broek op zijn knieën en de vloer bezaaid met seksboekjes drie lichtmasten ramde?’ ‘Nee, maar wat dacht je van de straalbezopen vertegenwoordiger die in een haakse bocht van het talud afreed in de overtuiging dat er een afslag was?’ ‘Ja, ja, maar wij hadden laatst een Pool in de vangrail, zijn juist aangeschafte Mercedes sprong op de snelweg op het stuurslot.’ ‘Dat doet me denken aan dat Achterhoekse boertje die bij een wegafzetting op de linkerbaan stopte om te vragen waar het dichtstbijzijnde tankstation was.’ De mannen van de weg wisselen verhalen uit alsof ze aan het toepen zijn. Door het vele herhalen zijn ze wat sleets geworden. Na een uur geeft de verkeerscentrale de weg vrij voor afzetting van de linkse en de middelste rijstrook. Boven de weg floepen de rode kruisen aan. Marco en een collega sturen hun vrachtwagens met pijlen naar het midden van de weg en stellen zich in slagorde op. Op de rechterbaan hapert het verkeer even. Bij een snelheid van zeventig kilometer per uur is er op één rijbaan plaats voor 1.750 wagens per uur. Maar als iemand plotseling remt ontstaan er toch files. Vanavond wordt Vermeents budget echter niet aangesproken. De kapotte lamp bovende linkerrijstrook wordt opengeschroefd en er komt een reusachtige plens water naar beneden. De lampen zijn ondersteboven gemonteerd waardoor de nippels naar boven wijzen. Bij deze lamp zijn ze niet goed dichtgekit. Binnenin blijkt een draadje doorgebrand. ‘Heeft er iemand tape bij zich?’ roept de computermonteur. Na even zoeken blijkt een opzichter nog een stukje zelfvulcaniserend rubber in zijn auto te hebben liggen. Een half uur later brandt de lamp weer. Tegen half twee zit de klus er op. Als ik naar huis rijd branden over het hele traject de rode kruisen nog. Het verkeer rijdt braaf zeventig over de rechterstrook.

Snelwegseks

Intermediair, 7 mei 1998

Snelwegen lijken een samenballing van pure efficiëntie. Alles is doorgerekend: de mobiliteitsbehoefte, de kromming van het wegdek, de vergezichten met bosschages, de verkooppunten van benzine en hamburgers, de maaischema’s van de berm, de melding van de files, de controle van de snelheid. En de parkeerplaatsen niet te vergeten, waar vakantiegangers na twee uur rijden een kwartier rusten en waar vrachtwagenchauffeurs de nacht doorbrengen als de tachograaf aangeeft dat ze niet verder mogen. Maar in de borst van de snelweg huizen twee zielen. De bosjes achter de parkeerplaatsen zijn plekken voor snelle, anonieme seks. Stoppen, door het gat in het hek, lopen, kijken, en, als de vonk overspringt, samen dieper de bosjes in. Na afloop gaan beide partijen hun weg weer, in de regel zonder een woord gewisseld te hebben. Internetsite ‘De erotische snelweg’ vermeldt 71 ‘seksontmoetingsplaatsen’. De meeste plaatsen worden alleen bezocht door mannen, sommige zijn gemend. De Gaykrant maakt ieder jaar een overzicht van de Nederlandse banen, plaatsen waar homo’s elkaar ontmoeten. Grofweg de helft ligt aan snelwegen. Beide lijsten overlappen deels, bij de A2 staan vijf parkeerplaatsen vermeld. Homoseksuele contacten op parkeerplaatsen hebben een lange geschiedenis. In het achttiende-eeuwse Amsterdam moesten kooplieden hun wagens achterlaten aan de stadspoorten en daar ontstonden ontmoetingsplaatsen voor homo’s. In de vorige eeuw verplaatste de scene zich naar de krullen, de openbare toiletten in de binnenstad. Socioloog Mattias Duyves beschrijft in zijn artikel In de ban van de bak hoe een vaste pantoffelparade van mannen langs de pisbakken schuifelde. Toen de krullen werden afgebroken om parkeerplaatsen aan te leggen, verdween het cruisen naar de darkrooms en naar de randen van de stad, ‘where the streets have no name’. En zo keerde de anonieme seks terug naar de parkeerplaatsen. Krantenknipsels over seks langs de snelweg zijn er volop, maar er is nauwelijks onderzoek naar gedaan. Leather Nights in the Woods is de enige serieuze studie. Daarin beschrijft Maurice van Lieshout de maandagavond-scene van leernichten op de, inmiddels opgeheven, parkeerplaats Mollebos langs de A12. Het coniferenbos was opgedeeld in verschillende zones: een hoofdstraat, twee kennismakingszones, een plek voor seks en een plek voor orgies. Hoe dieper het bos in, hoe dieper het zwijgen en hoe heviger de seks. Emiel Bootsma, journalist van de Gaykrant, schat dat zestig procent van de bezoekers van parkeerplaatsen niet openlijk homoseksueel is: ‘Zij voelen zich sneller bedreigd en op de snelweg kun je nu eenmaal snel weg.’ De baanbezoekers zouden weinig van aids weten en regelmatig onveilig vrijen. Vrijwilligers van het Baanplus-project van de Eindhovense GGD proberen daarom op de baan gesprekken aan te knopen over aidspreventie. Een avond en nacht langs de Eindhovense Randweg nuanceert het snelwegcliché ‘dat het bijna allemaal vertegenwoordigers zijn met een kinderzitje achter in de auto’. Het stel, de een in smetteloos witte blouse, de ander in houthakkershemd, al negen jaar bij elkaar. ‘De eerste keer seks met een ander doen we altijd samen. Eerst ouwehoeren, we gaan alleen aan de gang met iemand die we in principe ook op de koffie zouden willen hebben. Alleen maar zwijgend rukken, daar vinden we niets aan. Het grootste voordeel van de snelweg? Je kunt elkaar hier tenminste verstaan, in een café is dat wel anders.’ De preventiewerker: ‘Laatst had ik een man die al 25 jaar op deze parkeerplaats kwam, zijn vrouw wist van niets. Dat is natuurlijk bijna onmogelijk, blijkbaar hebben ze een stilzwijgend compromis. Prachtig toch?’ De lefgozer, de knoopjes van zijn broek uitnodigend open: ‘Je ziet hier iedereen, ook van die hoge Philipsmannen. Je moet natuurlijk wel weten welke avond je neemt. Laatst raakte ik in driedelig verzeild op een avond voor leernichten. Ik ging af als een gieter. Neuken gebeurt trouwens zelden, het is vooral trekken en pijpen. Meestal komt het helemaal niet tot seks. Je rechterhand blijft toch je beste vriend.’ De pompbediende: ‘Het is prettig als er ’s avonds mensen zijn. Zij houden een oogje op mij, ik op hen. Dat is veilig voor beide partijen.’ De Belg: ‘Het eerste jaar dat ik wist dat ik homo was, kwam ik hier om de schade in te halen. Tegenwoordig wil ik eerst praten, om te kijken of ze ook geestelijk iets te bieden hebben. Ik heb vanavond trouwens al seks gehad in een sauna.’ De socioloog: ‘Nieuwe dingen raken pas echt ingeburgerd als ze ook een erotische aanwending krijgen. Dat geldt voor snelwegen net zo goed als voor internet.’ De doofstomme zwijgt. Iedereen kent hem, elke avond maakt hij schuw zijn rondjes over de parkeerplaatsen rond Eindhoven. Niemand weet waar hij vandaan komt, of wat hij wil behalve seks.

De aorta van Nederland

Intermediair, 7 mei 1998

Vanaf de 115 meter hoge Rembrandt Tower lijken de snelwegen om Amsterdam op slierten tagliatelle. Wegen en spoorlijnen draaien om elkaars as bij het knooppunt Amstel. Van daaruit zet de snelweg met een luie bocht koers naar het zuiden. Op heldere dagen zijn de schoorstenen van de elektriciteitscentrale van Utrecht zichtbaar aan de einder. Autosnelweg 2 is dan pas een klein stukje onderweg; via ’s-Hertogenbosch, Eindhoven, Weert en Maastricht eindigt de A2 bij de Belgische grens. Daar neemt de E25 het over, tot hij bij Genua op de Middellandse Zee stuit. Vandaag onttrekt een lage lucht Utrecht aan het oog. Maar de kantoorpaleizen langs de snelwegen zijn niet over het hoofd te zien. De boom is nog lang niet ten einde. Gele hijskranen langs de zuidas van de A10, de ringweg om Amsterdam, markeren de nieuwbouw van ABN AMRO. De top van Philips betrok begin dit jaar negen verdiepingen in de Rembrandt Tower, een Empire State Building zonder ornamenten dat in 1995 werd opgeleverd. Daarmee was het lot van de Amsterdamse plannen voor de IJ-oevers bezegeld: binnenstedelijke ontwikkeling was uit, besliste de markt, de toekomst is aan de snelweg. Snelwegen vormen niet langer de randen van de steden, het is eerder omgekeerd: de binnenstad is de moeilijk bereikbare rand van de snelweg. Ook in het landschap heeft de snelweg diepe voren getrokken. Dat bracht een nieuwe vorm van lintbebouwing met zich mee: rijen blokkendozen met spiegelgevels. Mooi of lelijk, de snelweg had meer aandacht verdiend bij het boekenweekthema 'Panorama Nederland'. Nederland is te klein voor een road song, klaagde zanger Rick de Leeuw van Tröckener Kecks ooit: 'Bij het tweede couplet ben je de grens al over.' Met een kunstgreep lukte het toch: in het duet A2 reist hij na een optreden van Maastricht naar thuishaven Amsterdam, terwijl de Limburgse zanger Gé Reinders legt de weg in omgekeerde richting aflegt: 'Allemaal op weg naar ons eigen bed, langs de aorta van Nederland.' Vanaf de Utrechtsebrug spoeden auto’s Amsterdam uit. Op de vluchtstrook bij het Esso-station staan geen lifters meer sinds studenten een OV-jaarkaart hebben. Of een eigen auto. Na de rij optimistische kantoortorens van de Bijlmerstrip markeert het blauw-oranje gestreepte grenshospitium het einde van de stad. Deze gevangenis voor asielzoekers is als een waarschuwing, een memento mori voor de vrijheidsillusie van de automobilist, precies zoals de torens van de Bijlmerbajes treinreizigers naar Utrecht herinneren aan de grenzen van de bewegingsvrijheid. Vanaf hier is het nog 371 kilometer naar Luxemburg, vermeldt een bord. Maar deze wegwijzer is niets meer dan propaganda voor het verenigde Europa: na dit ene bord laat de ANWB de internationale automobilist aan zijn lot over. Bij viaduct Vinkeveen staat een grote betonnen bunker langs de vangrail. De bovenkant reikt precies tot de snelweg. Vroeger stortten vrachtwagens er van bovenaf zout in, zodat de strooiwagens 's winters alleen maar onder de silo hoefden te gaan staan. Het systeem is echter al dertig jaar buiten gebruik. 'Het werkte voor geen meter', zegt een buikige onderhoudsman die de naastgelegen carpoolstrook schoonmaakt. 'Het zout werd vochtig.' Een ondernemer heeft deze bunker nu in gebruik als opslagruimte. Een soortgelijke bunker bij Utrecht is een tijd gekraakt door een zwerver. In die tijd had de snelweg een echte bewoner, met als postadres: A2, hectometer 55,0. Bij de verbreding van de A2 zullen de bunkers de komende jaren verdwijnen. Hoogspanningsleidingen kruisen de weg en vergezellen de automobilist een stuk. Het ijle lijnenspel van deze vogelverschrikkers verleent de snelweg een dramatisch effect. De groene polders met hun licht krommende slootjes worden er nog vlakker en ruimer van. In dit eeuwenoude polderlandschap lijkt het splinternieuwe Shell-station Haarrijn een ruimteschip. Een majestueuze afslag voert naar het geelwitte afdak met 28 pompen, gescheiden parkeerplaatsen voor personenauto's en vrachtwagens, speelse bruggetjes en een klimrek. Een ‘verzorgingsplaats’ heet dit in het jargon van Rijkswaterstaat. Sinds december werkt Francis als toiletjuffrouw in de Shell-shop. Ze is in dienst bij de Sociale Werkplaats. 'Vroeger maakten de kassiers de wc elk uur schoon, maar dat werkte niet goed genoeg. Toen hebben ze Claudia, Sylvia en mij erbij gehaald. Eerst moesten we bij de wc eten, maar dat was een raar gezicht voor de klanten. Sindsdien mogen wij ook in de kantine.' Een taxibusje brengt Francis en René, haar mannelijke collega die buiten papier prikt, elke morgen om zes uur hierheen. Ze is blij met haar baan. 'Sommige mensen ga je herkennen. Elke ochtend komt dezelfde man hier poepen, hij betaalt keurig een kwartje. En dat hoeft niet eens, je mag ook gewoon gratis naar het toilet. Bovendien gaat het geld toch naar de chef.' Links gaat de wijk Maarssen-Broek schuil achter een verroest geluidsscherm. Slechts een van de stalen panelen zit strak in de verf. Dat is geen kwestie van onderhoud; onlangs is een vrachtwagen er doorheen gereden. Na een paar kilometer gaat het scherm over in een aarden wal en vervolgens in een betonnen harmonicascherm met lichtgroene ramen. Juist op het punt waar een scherm voor de automobilist het meest nodig is, ter hoogte van de goedkope bedrijfsdozen bij Utrecht, houdt het op. De twee schoorstenen van de Utrechtse elektriciteitscentrale maken veel goed. Door de kromming van de weg draaien ze langzaam om elkaar heen, als baltsende brontosaurussen. De rechter schoorsteen is niet meer in gebruik, hij ziet er wat onderkomen uit. Productiebedrijf UNA heeft al een sloopvergunning op zak; minister Ritzen weigerde de dubbele pijp op de monumentenlijst te zetten. Maar de gemeente Utrecht blijft druk uitoefenen om dit snelwegsymbool te behouden. De Dom sloop je toch ook niet? Ingeklemd tussen de A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van het ronde viaduct over de weg, ligt het Mobilion. In deze voormalige maquetteloods toont Rijkswaterstaat het Utrecht van 2015. Aan de overkant van de A2, gezien vanuit het centrum, is Leidsche Rijn verrezen, een nieuwe stad van dertigduizend woningen. De A2 is tien rijstroken breed, in elke richting drie doorgaande en twee lokale. De dertig meter lange maquette staat vol met toeritdoseringen, transferia, doelgroepstroken, portalen voor rekeningrijden en ‘dynamische routekeuze-informatiepanelen’ (drips), elektronische borden die de automobilist melden waar de files staan. De asfalteerders van de jaren zeventig worden vervoersmanagers. Terug op de weg meldt een drip dat op verkeersplein Oudenrijn beide richtingen filevrij zijn. Hier kruist de A2 de oudste snelweg van Nederland, de A12 van Den Haag naar Duitsland. Bij de opening van het eerste deel van deze weg, in 1937, schonk Rijkswaterstaat chocomel. Een jaar later was het eerste stukje van de huidige A2 gereed: Rijksweg 26 tussen Utrecht en Vreeswijk. Nederland was laat met de aanleg van snelwegen. Al in 1923 opende een Italiaanse particuliere maatschappij de snelweg van Como naar Varese; tot ontzetting van de Nederlandse genodigden vloeide daarbij de wijn volop en zwalkten de chauffeurs over de weg. Oudenrijn was oorspronkelijk een rotonde, die in 1968 werd vervangen door een klaverblad. Vorig jaar maakt dat op zijn beurt plaats voor een ‘klaverturbine met uitgehaalde bogen'. Ruim een half miljoen kubieke meter zand, honderdduizend ton asfaltbeton en zeventien kilometer vangrail waren ervoor nodig. Kosten: 83 miljoen gulden. Dit is het laatste Oudenrijn; niet omdat hier geen files meer zullen komen, integendeel, maar omdat er geen ruimte meer is om het nogmaals te verbouwen. 'Een aspirientje tegen de filepijn', noemde G. Perey, hoofd van de Hoofdafdeling Infrastructuur bij Rijkswaterstaat de klaverturbine bij de oplevering, een tijdelijk medicijn dat de kwaal niet wegneemt. En inderdaad, de files staan nu simpelweg een stukje verder. Het kwartet afslagen Nieuwegein, Nieuwegein-Zuid, Vianen en Everdingen heeft door de meldingen van de verkeerscentrale een haast magische klank. Op deze zeven kilometer snelweg stond vorig jaar negen procent van alle Nederlandse files. Het volgende aspirientje is de verdubbeling van de Lekbrug bij Vianen. Naast de ijzeren boogbrug wordt nu een ‘uitbouwbrug’ gelegd, een vrijhangende holle koker van beton. De zilvergrijze pijlers priemen al omhoog, gele kranen zwaaien naast oranje barakken, groene vangnetten beschermen de arbeiders. Eind 2000 moet de brug klaar zijn. Bij knooppunt Everdingen eindigt de Randstad en begint de bible belt. 'Jezus komt spoedig', meldt een bord in het weiland. Voor niet-gelovigen staat verderop de geruststellende tekst: 'Your destiny is to be famous.' Rechts komt het kerkje van Zijderveld in zicht. Vorig jaar plaatste KPN naast de karakteristieke toren met vier mini-kantelen een 39 meter hoge zendmast voor haar mobiele telefoonnetwerk. Het arcadische dorpsgezicht is daarmee definitief verdwenen; Zijderveld is onderdeel geworden van de snelweg. De hang naar mobiele bereikbaarheid heeft van Nederland de afgelopen jaren een speldenkussen van dit soort basisstations gemaakt. KPN heeft er acht- tot negenhonderd neergepoot, Libertel nog eens elfhonderd. Begin dit jaar heeft het kabinet twee nieuwe concessies verleend. Telfort gaat werken met een nieuw systeem dat viermaal zo veel masten vereist als het huidige GSM-net. De komende jaren komen er dus nog duizenden masten bij. De geïsoleerde zendmasten verstoren het landschap meer dan de hoogspanningsleidingen, die bedachtzame sporen trekken. Ze maken het beeld rommelig, net als de vloedgolf van milieu-snuffelpalen, weerstations, videocamera’s, gasleidingenpaaltjes, mistmeters, luidsprekers en fotokasten langs de vangrail. De A2 boort zich door de Diefdijk. Boven de weg hangen schuiven die bij een dreigende watersnoodramp het gat afsluiten. Eens per twee jaar worden ze midden in de nacht getest. Meteen daarna, in de oksel van de afslag, staat een rijtje huizen op slechts een paar meter van de snelweg. Zestig jaar woont de heer Van Zanten er al. 'In 1938 zijn ze gebouwd omdat aan de andere kant van de dijk een school stond die te weinig kinderen had. Nou, binnen een paar jaar woonden er 77 mensen in deze tien huisjes.' Nu wonen er nog twintig. 's Morgens om zes uur staat Van Zanten even op om naar de file te kijken. Vooral de reusachtige vrachtwagens vindt hij mooi. 'We zitten hier vrij, de herrie hoor je niet meer en ook aan de benzinelucht wen je.' Binnenkort worden de huizen afgebroken voor de zoveelste verbreding van de weg. 'Dan zullen we wel naar Kuilenburg moeten. Culemborg is dat, ja. De stad is niks voor mij, ik ben een veldjongen. Altijd mijn eigen groente verbouwd ook.' Vijftien kilometer verder, bij Waardenburg, zijn nieuwe woningen tegen de A2 aangebouwd. Hier hebben de bewoners geen uitzicht, want de 'bungawals' staan met hun rug naar de weg. De achtermuren vormen een parelmoeren betonnen geluidsscherm. Aan de andere kant van de weg glanst de halfronde showroom van een BMW-dealer. Het zijn vooral de Duitse automerken die deze hightech uitstalkasten met mannenspeeltjes langs de snelwegen bouwen. Ze doen me denken aan de speelgoedgarage waarin ik vroeger mijn dinky-toys keurig parkeerde als een bevriende garagehouder bij mijn ouders op bezoek kwam. Meer dan kantoorpanden vormen de showrooms een natuurlijke aanvulling op het palet van de snelweg. Maar waar is eigenlijk het andere einde van de levenscyclus van de auto gebleven, het autokerkhof? Blijkbaar wordt de sterfelijkheid van de auto steeds meer aan het zicht onttrokken. Aan de overkant van de Waal wordt gewerkt aan de verbreding van de aanloop naar de nieuwe Martinus Nijhoffbrug. 'Gereed medio 1999', staat op een Rijkswaterstaatbord. De laatste negen is doorgestreept, er is een rode acht naast gezet. Dit soort correcties zie je nu nooit als een project láter wordt opgeleverd. Het hoofdkantoor van Campina-Melkunie staat meteen na de brug. Tussen gespreide vleugels toont het vier verdiepingen tellende spiegelkantoor zijn kippenborst aan de passant. Waarom hier? Omdat beide fusiepartners indertijd niet bij de ander in wilden trekken en bij wijze van compromis maar in het midden zijn gaan zitten, in Zaltbommel. Ernaast verrees onlangs een kloon van dezelfde projectontwikkelaar en zo ontstaat langzaam een bedrijvenpark. Het reclamebureau kon zijn geluk vast niet op toen het de naam 'Waluwe' verzon, een samentrekking van Waal en Betuwe. Reclameborden completeren de rommel bij Zaltbommel. Ook bij De Lucht, Nederlands beroemdste wegrestaurant, heeft de modernisering toegeslagen. In een blauwe uitbouw is de 'Eetalage' gevestigd. Op het marktplein staan kraampjes waarin piepjonge bediendes gerechten afbakken. Daarna gaat de gast met zijn zelf samengestelde menu - 'Al is het een kopje koffie met een gepofte aardappel, u gaat uw gang maar' - naar de Oudhollandse opkamer, het Franse terras of de Italiaanse loggia. Eten is fun, de formule is afgestemd op de smaak van zevenjarige kinderen. Dus staat aan het einde van de oprit naar de snelweg een blikvanger, een reuzenschepnet waarin je vanuit de auto lege blikjes kunt gooien. Zelfs afval is fun. Aan de overkant van de Maas kondigen twee hooggerugde gebouwen de komst van 's-Hertogenbosch aan. Net als de Utrechtse schoorstenen en de pijlers van de Waalbrug draaien ze om elkaar heen. Het is een simpel trucje, maar met een snelheid van 120 blijft het fascineren. Daarna volgt een rijtje blokkendozen op geschoren grasvelden, een kilometerslang remspoor van 'zichtlocaties'. 'Nagelnieuwe bedrijfsruimtes' zijn er te koop. De hoogspanningsmasten die de weg kruisen zijn ontdaan van hun draden en staan erbij als dennenbomen in de rui. Links van de weg klimmen speelgoedmannetjes in een steiger om de komst van bedrijvenpark De Brand aan te kondigen: 'Wat gaat er toch veel moois van start in 's-Hertogenbosch'. Het is dat de gemeente het zelf zegt. Aan de voet van het Brabantse provinciehuis ligt kantorenpark De Pettelaar. Er ligt ook een golfbaan met dezelfde naam. 'Pay and play' belooft het reclamebord. Een clublidmaatschap is hier niet nodig; voor ƒ 17,50 mag je je slag slaan op de voormalige puinstort. De driving range is tot tien uur 's avonds verlicht. Spontane golfers komen er volgens eigenaar Mauk de Jongh zelden; hooguit wat zakenlieden uit het naastgelegen hotel Mövenpick. Hij heeft grootse plannen, maar voorlopig is het clubhuis van de naburige voetbalclub luxer dan de houten barak voor de golfers. Na de aarden wal die overstromingen van de A2 zoals in 1995 moet voorkomen, ontvouwt zich plots het zicht op de vestingmuren en de trotse toren van de Sint-Janskathedraal. Vanaf de snelweg heb je een middeleeuws panorama. Dat hier nog geen kantoorpanden staan, bewijst dat de Nederlandse ruimtelijke ordening niet helemaal dood is. Alhoewel ook de drassige grond van de Bossche Broek een handje heeft geholpen. Tot 1996 had de A2 tussen 's-Hertogenbosch en Eindhoven gelijkvloerse kruisingen. Het stoplicht bij Vught was het werkterrein van Piet uit de naburige psychiatrische inrichting. Als het rood was liet hij de auto's met een beslist handgebaar stoppen, als het licht op groen sprong gebaarde hij driftig om door te rijden. Piet Schuurmans overleed in 1994. Een messing plaatje in een bankje langs de weg herinnert aan hem. De verkeerslichten zijn verdwenen, nu ligt hier het modernste stuk van de A2. De weg is gedeeltelijk verdiept aangelegd, zodat de kruisende wegen gewoon door konden lopen. De geluidsschermen langs het traject vormen één familie van lichtgrijze gebogen schalen. Ze vormen een aantrekkelijke ondergrond voor graffiti, zeker nu dienstkring 's-Hertogenbosch van Rijkswaterstaat de strijd heeft opgegeven. Dus blijven gedichten van verliefde pubers ('Je lach, je gedachten, je ogen, je gezicht / Nu besef ik pas / Wat ik al die jaren heb gemist') gewoon staan. De rustige vormgeving van de weg steekt af bij het rommelige Brabantse coulissenlandschap met boerderijen, bosschages, velden, schuren, landgoederen, dorpen, houtwallen. Bij de aanleg van de nieuwe weg heeft Rijkswaterstaat, conform de eisen van de tijd, ecologische voorzieningen getroffen. Voor dassen werden zes tunnels aangelegd, plus 6.810 meter gaas en twee wildroosters. Bij hectometerbordje 130,0, ter hoogte van Boxtel, is in een put een vleermuizenhotel gemaakt. Een verdronken jeu-de-boules-baan, een kinderspeelplaats en scheefgezakte boompjes vind ik, maar geen hotel. Waarschijnlijk kunnen grootoorvleermuizen beter zoeken, alhoewel de wegbeheerder toegeeft dat hij er nog nooit één heeft aangetroffen. Aan de overzijde van de weg loopt het riviertje de Dommel door een kanaal. Om de ecologische structuur te herstellen is aan de zijkant van dit verbindingskanaal een ‘plasberm’ geschapen. Over tien jaar wordt het 'eindbeeld' van dit moerasachtig gebied verwacht. Dan moet er knolsteenbreek en adderwortel groeien, en moeten salamanders en wezels er hun toevlucht zoeken. Voorlopig is het een strook zwarte modder die met een gele strook zand is gescheiden van het kanaaltje. De parkeerplaats van het Texaco-station voorbij Boxtel staat vol vrachtwagens van Metaal Compagnie Brabant. De chauffeurs verzamelen zich hier aan het einde van de dag om koffie te drinken. Tanken doen ze op het eigen bedrijf. 'Wat we van de A2 vinden? Gewoon een grote kutweg, schrijf dat maar op', zegt een flegmatieke snor. 'Als ik naar de Hoogovens moet, rijd ik 's morgens om half vijf aan. Dan ben je net voor de files voorbij Vianen', zegt een bebaarde vijftiger die net opa is geworden. 'Vroeger deed ik zeventien klanten op een dag en was om vier uur thuis. Nu ben je met tien adresjes pas om een uur of zes, zeven terug', moppert een derde. 'Straks moeten we nog 's nachts gaan rijden, maar dat verrek ik.' 'De Russen en Polen vliegen ons voorbij, die hebben geen begrenzer', klaagt nummer vier. En dan gaan ze over tot de orde van de dag: een beetje met elkaar dollen. Dat de files op de A2 steeds vroeger beginnen, constateerde ook Bert Kranenbarg van VARA's Ontbijtradio. Uit balorigheid richtte hij eind vorig jaar de A2-club op, voor mensen die ’s ochtends voor zeven uur in de file stonden. De oplossingen die de leden aandroegen voor het fileprobleem zijn eind januari aangeboden aan Rijskwaterstaat. Het origineelste idee: 'Doelgroepstroken voor motoren en zeer smalle auto's.' Met een fraaie zwiep draait de A2 om Eindhoven heen. De wanden van het steile viaduct lijken te bestaan uit betonnen puzzelstukken. Net als Utrecht heeft Eindhoven nauwelijks herkenningspunten langs de snelweg. Alleen het helderwitte staketsel van de waterzuiveringsinstallatie valt echt op. Op industrieterrein De Run proberen ondernemers hun buurman in protserigheid te overtreffen. 'Heeft hij een vliesgevel en een rond torentje? Dan neem ik een gevel in twee kleuren en met twee torens. En met marmer, ook nog.' Naast deze levensgrote catalogus van kantoorclichés heeft de gemeente een ramp gebouwd waar de skatende jeugd zich bekwaamt in spins en McTwists. 'In het centrum mogen we niet skaten, dan krijg je een bon van tachtig piek. Dus doen we het hier bij de snelweg', zegt een van hen. Ze zijn rond de veertien en dragen stoere namen als Bart, Niels en Erik. Op het hek hangen vijf meisjes. Ze kibbelen over de vraag wie van de jongens het eerst zijn haar heeft geblondeerd. De jongens geven, uiteraard, geen krimp. Een aarden wal van minstens tien meter hoog onttrekt crematorium Rijtackers aan het zicht van de automobilist. Achter deze gekromde dijk staat een rechte urnenmuur, in het tussengebied is het bijna volkomen stil. Alleen de sporadische toeter van een vrachtwagen dringt hier door. De 540 nissen zijn nog goeddeels leeg, want het crematorium ging pas vorig jaar open. Witte en zwarte paden vormen een geometrisch patroon. Het ingetogen ontwerp verraadt een strenge hand; voor troost moeten nabestaanden zelf maar zorgen. Recht tegenover het crematorium ligt het al even strakke Novotel Eindhoven in een zwart omgeploegd veld. Hier slapen zakenlui die aankomen op het nabijgelegen vliegveld. Vannacht zit het vol. ‘Waar het volgende hotel is?' De receptionist haalt zijn schouders op. Een overzichtskaart van hotels en motels langs de snelweg bestaat niet. De ketens hebben alleen informatie over hun eigen hotels, de ANWB verwijst naar de lokale VVV's. En dus heeft Nederland wel een landelijk overzicht met alle carpoolplaatsen, maar geen hotelkaart. Slapen moet je maar thuis doen. Enkele kilometers verderop heeft een filiaal van de hotelketen Campanile nog een kamer. Hier geen buitenlandse gasten, dit is het onderkomen van handelsreizigers en computerprogrammeurs op projectbasis. Ook geen soberheid hier, maar gezelligheid tot het bittere eind. Een man met witte muts speelt voor kok in de open keuken, een ingezakte boerenkar creëert een stukje landelijkheid, de kleine kaart biedt keuze uit Knor Knor (broodje warm vlees) en Gesmolten Genot (brood met warme brie). Als je een bierschotel neemt kun je een culinair weekend verdienen: ‘Eet & win’. Eenzame mannen aan tafels buigen zich over de krant, peuteren tussen hun tanden of werken op hun laptop. Bij vertrek moet je de kamersleutel in een poppenhuisje met een bamboe dakje stoppen. ‘Let’s make things better', straalt het neonverlichte bord op de Philipsfabriek aan de overkant van de A2. Een vrachtwagen fluit voorbij in de nacht. De grauwe nachtportier doet de administratie. De volgende morgen biedt het ontbijt als toppunt van luxe de mogelijkheid om zelf je sinaasappels uit te persen. Uit het raam zie ik de schoorsteen van McDonald's al weer roken. Hit the road. Aan de zuidrand van Eindhoven valt de A2 enkele kilometers samen met de A67, de snelweg van Antwerpen naar Venlo. Officieel valt dit stuk onder de A67, dus springt de hectometeraanduiding ineens van 163,8 naar 19,2. Hier ligt de verklaring waarom het startpunt van de A2 bij Amsterdam bij de grote snelwegomnummering van 1982 niet gewoon 'rugnummer' 0,0 kreeg maar 30,0. Om verwarring bij calamiteiten te voorkomen moeten dubbelzinnige meldingen uitgesloten zijn. Bij een ongeval bij hectometer 20,3 op de A2 mag de alarmcentrale niet twijfelen of er ziekenauto’s naar Eindhoven of naar Amsterdam moeten. Bij knooppunt Leenderheide gaat de A2 weer zijn eigen weg. Het landschap wordt droger: heide, dennenbossen, vlak naast de weg loopt een stoffig zandpad. Een bord waarschuwt voor overspringende herten. De verlichting van de snelweg houdt hier op; dit is het donkere zuiden. Vanaf de kant van de weg vragen boeren met borden de aandacht van de voortrazende stedelingen. 'Paars: hoeveel varkenshouders moeten nog de dood in'. De boerenorganisaties melken de zelfmoord van één varkenshouder dankbaar uit. In Limburg hebben boeren auto's in het veld gezet waaruit een kwart is weggezaagd. '25% korting, diefstal door de overheid', staat erbij. Op de parkeerplaats bij Maarheeze maken twee Tsjechen een blik gevulde koolbladeren warm. Ze hebben hier geslapen in hun vrachtwagentje en maken zich op voor de vijftienurige terugtocht met hun lading energiedrankjes. Vlak na Airpark Brabant Budel heet een bruin bord je welkom in Limburg. Omdat er in de flauwe bocht nogal eens mensen van de weg reden, heeft Rijkswaterstaat kattenogen op de middellijn geschroefd. Ze ratelen dof als je erover heenrijdt. Een M op een paal kondigt de McDrive bij Nederweert al van verre aan. Deze krachtige totempalen blijken een vlag op een modderschuit als je stopt bij zo'n ielige hamburgertent met een geknikt dakje. Twee klassen op schoolreisje zijn me voor op deze afwerkplaats voor fastfood: een uitwisselingsprogramma tussen Duitsland en Nederland. Een Duitse puber bestelt in moeizaam Engels, de puber aan de andere kant van de counter antwoordt in Limburgs Engels. Als ze beiden hun dialect zouden spreken, verstonden ze elkaar waarschijnlijk makkelijker. Maar dat is niet cool. De zestig leerlingen veroorzaken nauwelijks een rimpeling in het volcontinue productieproces. Alles is hier ingericht op kinderen. De urinoirs hangen op kniehoogte. Op een parkeerplaats even verderop controleert de Rijks Verkeers Inspectie vrachtwagens. Het gaat er Limburgs aan toe. ‘Tachograafschijf van gisteren vergeten? Nou vooruit dan, rijd maar door’, zegt de coördinator met stekelhaar en zonnebril. Wie geen Eurovignet heeft, kan er ter plaatse een kopen in het bestelbusje met elektronische kassa. Dat de chauffeurs die echt iets te verbergen hebben elkaar waarschuwen met hun bakkies, laat hem koud. ‘Vroeger maakte ik me wel druk, maar dat leer je vanzelf af.' Via zijn walkie-talkie dirigeert hij een nieuwe stroom vrachtwagens naar de parkeerplaats: ‘Laat er maar een stuk of tig komen.' Bij Maasbracht gaat de A2 voor de tweede keer de Maas over. Net als bij 's-Hertogenbosch is de brug weinig opzienbarend. Het plastic windscherm is te vies om doorheen te kijken. Aan de overkant verheffen zich trots de koeltorens en schoorstenen van de Clauscentrale. Hoogspanningsleidingen zwieren alle kanten uit; hier begint het geïndustrialiseerde Maasdal, dat doorloopt tot Luik. Samen met kerktorens bepalen schoorstenen vanaf hier het Limburgse landschap. Na de Maas begint het land licht te welven. Rechts van de weg steekt even de brug van een boot boven de dijk uit. Hier vervangt het Julianakanaal de onbevaarbare Maas. 'Echt Ohé en Laak’ heet de volgende afslag. Het lijkt wel een gedicht. Elf jaar geleden heeft een vrachtwagen hier een viaduct aan flarden gereden. De A2 was toen veertien dagen gestremd. Echt blijkt een somber dorp dat helemaal leeft van steen: een glazuurstenenfabriek, een mineraalbrekerij, een dakpannenfabriek, een asfaltcentrale. Bij Born rijden opleggers met auto’s af en aan. Aan weerszijden van de weg liggen reusachtige parkeerplaatsen: links Nedcar, rechts de Europese distributeur van Chrysler. Tijdens het lunchuur is Van der Valk Urmond afgeladen vol, terwijl het restaurant toch een half voetbalveld groot is. Chemieconcern DSM zorgt voor een toevloed van zakenlunches terwijl echtparen op leeftijd de zegeningen van de VUT vieren. Hier geen grappigheid of open keukens; Van der Valk paait de consument met de illusie van traditionele chic. Geen zelfbediening maar serveerstertjes in zwart-wit, geen placemats maar tafellakens, marmer in plaats van schrootjes. Dit restaurant trekt zich eenvoudig niets aan van het panorama van koeltorens, schoorstenen, silo’s, pijpleidingen, fractioneerkolommen en opslagtanks aan de overkant. Op de parkeerplaats staan de boompjes volop in het blad. De lente is hier een week of twee verder gevorderd dan in Amsterdam. Halverwege het kilometerslange DSM-complex ligt knooppunt Kerensheide, de kruising met de A76. De A2 ondergaat hier een aderlating: veel vrachtwagens buigen af naar Heerlen, Aken en Keulen. Boven op de Kruisberg ligt Maastricht Aachen Airport. 'Ja oostwest baan ook uw toekomst', roept het spandoek op de luchthaven. Zo ver is het nog lang niet, voorlopig blijven vliegtuigen de A2 als aanvliegroute gebruiken. Tegenover de rondtollende radar staat een oude hoeve met een christusbeeld. In 1912 is hier ook een neogotisch Mariakapelletje gebouwd. 'Voor de blik der reine Vrouwe verdwijnen leed en droevenis' staat er achter haar beeld. Op verzoek stopt de lijntaxi hier voor de deur, pal langs de snelweg. Een minimale bushalte is uitgespaard in de vangrail. Rijkswaterstaat onderzoekt de mogelijkheid om op deze hoogte een ecoduct aan te leggen voor reeën en andere 'grondgebonden dieren'. Een verkeersbord waarschuwt voor het steilste stuk snelweg van Nederland, een afdaling van vijf procent. Aan de andere kant heeft de A2 een extra strook voor langzaam verkeer. Even heb je een fraai zicht op de kerktorens en de schoorstenen van Maastricht. Rechts liggen grote hoeves en geelgepleisterde kasteeltjes in het heuvellandschap. Beneden is het romantische beeld van Maastricht echter ver te zoeken. De A2 wordt hier voor twee kilometer een stadsweg met verkeerslichten. Aan weerszijden liggen jaren-zestig-flats, grintbakken met onduidelijke klimop en sluisjes om te voorkomen dat fietsers de snelweg in één keer oversteken. Een beeldengroep van een dansende kring probeert de steenwoestijn te verzachten. Over een oplossing voor deze flessenhals wordt al jaren geruzied. Voorbij het Academisch Ziekenhuis en het Maastrichtse congrescentrum vormen stapels autowrakken een muur langs de weg. In een smalle taartpunt tussen de snelweg, de spoorlijn en een viaduct ligt woonwagenkamp Vinkenslag. Het overvolle kamp is een van de drie Europese centra voor de handel in Duitse schadeauto’s. Duizend auto's zijn uit voorraad leverbaar, waaronder een rode Baby Benz die omsloeg bij de Elandtest. Voor de toegangspoort bivakkeert doorlopend een twintigtal Poolse handelaren. Uit de zee van oude auto’s rijzen luxe woonwagens op. Sommige zijn getooid met een rieten dak en koperen dakgoten. 'Ze noemen dit wel het miljonairskamp', zegt Donn Wildschut, 'maar dat is wel verdiend met eerlijke handel. Bijna niemand heeft hier een uitkering en we dragen anderhalf miljoen belasting per jaar af.' Wildschut werkt al achttien jaar op de Vinkenslag, eerst als welzijnswerker, nu als zelfstandig ondernemer. Samen met een collega heeft hij de handel geprofessionaliseerd. 'Wij zorgen voor de administratie en de exportpapieren. Elke maand halen we het geld op voor belastingen.' In zijn kantoortje verdringen de autohandelaren zich met hun Duitse en Poolse klanten. Iedereen heeft haast. De gemeente wil van het kamp een bedrijvenpark maken. Per erkende autohandelaar mag er dan één bedrijfswoning blijven. De stedenbouwkundige schetsen zijn al klaar, maar niemand weet waar de vijftig ‘boventallige’ wagens moeten blijven. Ook de sanering van de vervuilde grond is nog niet rond. Voorlopig wordt deze vrijplaats dus nog niet aangeharkt. Het laatste hectometerbord van de A2 vermeldt 272,7. Honderd meter verder staat km 0; daar begint de E25. Het verkeer raast verder, het grenzeloze Europa in. Douanier Albert Bastings is bezig zijn kantoor af te sluiten. Naast de voordeur hangt een vergeeld opsporingsbericht van de bende van Nijvel. 'Tot de grenzen in 1993 opengingen zaten we hier met twintig man en waren we dag en nacht open', zegt hij. 'Nu zijn we met zijn drieën en gaan we om zes uur dicht.' Op dit verlaten parkeerterrein, in het zicht van de schoorstenen, silo's en hoogspanningsmasten van de Luikse industrie, vindt de A2 een roemloos einde.

icon

De trein moet de stad in

Intermediair, 10 november 1995

Het Rijk investeert flink in de spoorwegen in de Randstad, maar de grote steden denken al verder. Zij maken stuk voor stuk plannen voor de grote-stadstrein, die het midden houdt tussen metro, tram en trein. De files geven het 'stadsspoor' een flinke steun in de rug.

icon

Flex, flexer, flexst

Intermediair, 30 september 2011

Door de populariteit van Het Nieuwe Werken en het vrije ondernemerschap groeit het aantal plekken waar je even een uurtje kunt werken. Een verkenning van de mogelijkheden van de moderne flexwerker aan de hand van testcase Amersfoort.

icon

Raadselachtige rotondekunst

Intermediair, 6 november 2003

Bij rotondes is alles geregeld, behalve de inrichting van het middeneiland. Het onvermijdelijke gevolg: er komt kunst terecht.

Welk type freelancer bent u?

Intermediair, 11 september 2003

Deze classificatie is volstrekt niet wetenschappelijk gefundeerd en berust al helemaal niet op pseudo-wetenschappelijke systemen als enneagrammen of horoscopen. De dertien types ben ik in de loop der jaren onder mijn collega's en concurrenten tegengekomen - elke gelijkenis met bestaande personen is dus opzettelijk.DE VERTEGENWOORDIGER Als je hem tegenkomt gaat het altijd 'fan-tas-tisch', problemen kent hij niet, alleen 'uitdagingen'. Het leven is een keuze en die keuze grijpt de vertegenwoordiger met beide handen aan, wat heet, gulzig slaat hij de beker des levens achterover. Dit type heeft een voorkeur voor de BV als rechtsvorm en praat liefst in de 'wij'-vorm. Komt veel voor in de wereld van het interim-management.DE WINKELIERDe hoofdbezigheid van dit type is niet het beroep dat op zijn visitekaartje staat, maar de freelance praktijk zelf. Het is een vorm van winkeltje spelen, waarbij de boekhouding elke dag moet worden bijgewerkt, de postzegels nooit op mogen zijn en de automatisering van het adressenbestand tot de belangrijke strategische projecten behoort, ook al zou een rolodex al te veel eer zijn voor de dertig adressen waarover hij beschikt. In extreme gevallen vervalt de winkelier tot regelrechte neringgeilheid. DE KWARTAALDRINKERBij perioden duikt deze noeste werker onder. Dat kan in de drank zijn, zoals Van der Heijdens advocaat van de hanen, maar het kan ook de coke zijn of de xtc, een ongeremde verliefdheid, een lange reis of een periode van depressief nietsdoen. Na zo'n ontsnapping uit de alledaagsheid hervat de kwartaaldrinker zijn praktijk alsof er niets gebeurd is. Omdat hij hard werkt, vergeven zijn vaste opdrachtgevers hem zijn onberekenbaarheid, bovendien vinden ze het stiekem wel interessant, zo'n bohémien. DE VERMIJDERVan steeds nieuwe opdrachten houdt dit type niet, eigenlijk houdt hij helemaal niet van opdrachten en opdrachtgevers. Acquisitie haat hij, als hij zichzelf moet verkopen krijgt hij bij voorbaat al een kop als vuur. Liever begraaft hij zich in een langlopend project met onzekere uitkomst. De vermijder heeft een sterke voorkeur voor de stichtingsvorm, met vriendjes in het bestuur. Zo kan hij subsidies binnenhalen en is hij meteen verlost van de onrust dat hij na elke klus een factuur moet sturen.DE MOEDER (M/V)De freelance praktijk is voor dit type niet alleen een gezellige bezigheid ernaast, het is tevens het bewijs dat zijn ambities verder reiken dan zorgtaken. Freelancen laat zich namelijk uitstekend combineren met je kind voeden, werkstukken voor school maken, ambitieuze verjaardagsfeestjes organiseren en een schoolziek kind thuishouden om het eens lekker te verwennen. Als je daarover vervolgens ook nog een column kunt schrijven, dan is de cirkel rond.DE MORAALRIDDERFreelancen biedt dit type het excuus om zich overal mee te bemoeien, zonder ergens verantwoording voor te nemen. Als freelancer is hij wendbaar: adviezen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, sterker nog, een geheel nieuwe koers verdedigt hij alsof hij nooit iets anders beweerd heeft. De moraalridder profileert zich bij voorkeur in nonprofit-organisaties, politieke partijen en de media.DE WORKAHOLIC 's Avonds werken is standaard en minstens driemaal per maand haalt hij de hele nacht door om al het werk op tijd af te krijgen. Als hij al op vakantie gaat, dan nooit zonder laptop. 'Druk, druk, druk', roept hij voordat je de kans hebt gehad om te vragen hoe het hem gaat. Het bureau van deze deadline junk buigt door onder stapels werk. Eigenlijk moet hij er niet aan denken dat die stapels ooit verdwijnen, want daarachter gaapt de leegte en de angstaanjagende vraag: waarom?DE VERKAPTE WERKLOZE Wil eigenlijk gewoon een baan, maar daarvoor is hij te onzeker, of simpelweg niet goed genoeg. Hij is als freelancer begonnen om de gaten in zijn cv te vullen, en dat alibi is hem gaan passen als een oude jas. Sindsdien hoort hij tot de inventaris van de bedrijven waarvoor hij werkt, voor opdrachten moet hij het vooral hebben van zijn contacten met de secretaresses. DE INTERESSANTDOENERVoor een baan is dit type veel te onrustig: hij jaagt kicks na, wil VIP's ontmoeten, de laatste roddels weten, op belangrijke recepties komen. En zijn freelance praktijk, met het bijbehorende gelikte visitekaartje, biedt hem daartoe de gelegenheid. Hij is een netwerker om het netwerken en niemand weet precies wat hij nu doet ­ 'iets in de consultancy' - maar in ieder geval kan hij goed converseren. DE FLIEREFLUITEREigenlijk interesseert zijn vakgebied hem niet veel, freelancen is alleen een manier om het geld te verdienen dat nodig is voor de aangename dingen des levens. Dit type komt nog het dichtst in de buurt van de oorsprong van het woord freelancer: de vrije lansier die zich verhuurt om geld te verdienen. En dat doe je als je rood staat, niet omdat je van vechten houdt.HET DUIZENDDINGENDOEKJEAan meeslepende projecten komt dit type niet toe, want zij (meestal is het nu eenmaal een zij) laat zich steeds leiden door opdrachtgevers die bellen met slechtbetaalde klusjes die gisteren af moeten. Ze is er trots op dat ze het onmogelijke presteert en hoopt dat ze uit dankbaarheid in de toekomst mooiere opdrachten zal krijgen. Eenmaal per jaar barst ze in tranen uit tegen een klant en roept ze dat ze zich niet meer als voetveeg laat gebruiken. Een vriendelijk woord en een schouderklopje zijn meestal voldoende om haar af te schepen. HET MISKENDE TALENT Eigenlijk is hij kunstenaar, alleen weet de wereld dat niet, of misschien is de wereld het gewoon niet eens met zijn aanspraak. Diep in zijn hart minacht hij zijn opdrachtgevers omdat ze hem lastigvallen met praktische bezwaren en hem niet de ruimte laten die past bij zijn formaat. Sommigen hebben een erfenis of een rijke partner achter de hand, een andere variant is de kunstenaar met behoud van uitkering.DE BETWETERDe eerste keer dat je dit type tegenkomt ben je onder de indruk van zijn brede kennis en gedrevenheid, de tweede keer zou je zelf ook wel eens wat willen inbrengen in de discussie en na de derde keer slaat de bewondering om in irritatie. Slim is de betweter zeker, maar eigenlijk alleen op rationeel vlak, zijn emotionele intelligentie schiet ernstig tekort. Sinds kort krijgt dit type ook wel het syndroom van Asperger toegedicht

icon

Hoog Brabant

Intermediair, 3 juni 2003

Heimelijk wroet ik in de plantenbak die het terras afschermt en tot mijn verbazing blijkt er aarde onder mijn nagel te zijn gekomen. Zouden dit dan echte varens zijn?

Van der Valk

Intermediair, 15 mei 2003

Virtuele contacten zijn leuk, maar uiteindelijk wil je je gesprekspartner toch ontmoeten. Waar spreek je af voor de zakenlunch?Je kunt veel zeggen van de restaurants van Van der Valk, maar niet dat de porties er karig zijn. Een gebakken ei op rosbief mag je verwachten als je een uitsmijter bestelt, maar daarbij ook nog een kroket, aardappelsalade en een garnituur van geraspte worteltjes, dat is pure verwennerij. Om het geheel af te maken bestel ik er een schaaltje appelmoes bij, helaas ontbreekt bij de vestiging in het Groningse Zuidbroek de klassieke kers op de appelmoes. Jammer, jammer, jammer. Nederland is op weinig plaatsen zo ruim als in het noordoosten van Groningen. Akkers zover het oog reikt, een rij populieren aan de einder, af en toe een trotse herenboerderij. En dan, als een fata morgana aan de A7, een reusachtige vestiging van Van der Valk: een restaurant ter grootte van een voetbalveld, 120 hotelkamers, vergaderruimtes, een beauty salon, een evenementenhal van zevenduizend vierkante meter. En dat alles in the middle of nowhere. Als Nederland al beschikt over een eigen snelwegcultuur, dan is Van der Valk daarvan de grondlegger. Internationaal is ons land beroemd om zijn modernisme - strak, sober, zakelijk - maar Van der Valk weet als geen ander wat Nederlanders echt willen: gebakken aardappelen, obers in zwart-wit, donkerrode vloerbedekking, warmgele schemerlampen. Vitrage onttrekt de snelweg zoveel mogelijk aan het zicht. Cruise-schepen gebruiken eenzelfde stijl om de passagiers op hun gemak te stellen: we varen wel op een woelige zee, maar hier binnen is alles veilig en rustig. Bij het Van der Valk-idioom hoort onmiskenbaar ook het schuine dak, hoe groter dat schuine dak is, hoe beter. En dus bestaan de meeste van de 68 Van der Valks meer uit dak dan uit muren. Op de suikerzakjes staan alle vestigingen afgebeeld, ik krijg 'Van der Valk Resort Linstow' bij de koffie, de nieuwste loot in Duitsland. Als bewijsmateriaal voor mijn tocht naar het barre noorden vraag ik de serveerster om een suikerzakje met Zuidbroek erop, maar daar zoekt zij zelf ook al jaren vergeefs naar. Het zakje met de dertien kilometer verderop gelegen vestiging Westerbroek is ze evenmin ooit tegengekomen: 'Of ik daar wel eens werk? Nee, nooit geweest, ik zou niet weten hoe het eruit ziet.' Laat me raden: een gebouw met een schuin dak. Van der Valk, Burgemeester Omtaweg 4, Zuidbroe

  • Taal / Language

    • Nederlands
    • English
    • Deutsch
    • Français
  • Boeken

    • Slim Zand – Hoe ASML verscheen in Veldhoven
    • Naar een alzijdig station
    • Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen
    • Asfaltreizen – Een verkenning van de snelweg
    • Binckhorst Magazine
    • De marktgids voor Amsterdam
    • De mobiele stad – Over de wisselwerking van stad, spoor en snelweg
    • De Ronde van U.
    • De vierkante meter
    • Eigen baas – Kort & krachtig
    • Eindhoven Hoofdstad
    • Groeten uit Vinexland
    • Handboek Eigen Baas
    • Het land van Lely – Reisboek in 103 stukken
    • Kruispunt Utrecht
    • Kunstwerken & Kunstwerken
    • Lelysteden – Een associatieve reisgids
    • Onder Weg!
    • Ruimte voor de Amsterdamse binnenstad
    • Snelweg x Stad
    • Streetwise Rotterdam
    • Turtle 1 – De auto uit Afrika
    • Wij zijn goed
  • Kranten en tijdschriften

      Intermediair
  • Projecten

    • Luchtplaats
    • Rotondologisch Genootschap
    • Streetwise Rotterdam
    • Het Marktmanifest
    • Welkom in Control Space
    • Zinloze mobiliteit
    • Nederland een eigen berg!
    • De ademende stad
    • Amsterdam op kousenvoeten
    • De Eindhovense Demer
  • Onderwerpen

    • Asfalt
    • Dingen
    • Freelancen
    • Kunst
    • Landschap
    • Onderkant
    • Rotondologie
    • Stad
  • Series

    • De kust
    • De lunch
    • De markten van Amsterdam
    • De mobimens
    • De telefooncel
    • Dossier A2
    • Dossier A4
    • Dossier A10
    • Dwars kijken
    • Expats
    • Get your kicks on the E3
    • Groeten uit Vinexland
    • Het ontwerp
    • Het product
    • IJ-tje
    • Na dato
    • Noord-Amsterdam
    • Poldernormen
    • Rond Brussel
    • Sloop
    • Stedenatlas
    • Strijd om de ruimte
    • Tand des tijds
    • Turtle 1
    • Wat doet dat daar
    • Weststrook
    • Zinloze mobiliteit
  • Trefwoorden

    • Aids
    • Amsterdam
    • Architectuur
    • Auteursrecht
    • Auto
    • Bajes
    • Bedrijventerrein
    • Berlin
    • Brussel
    • China
    • Drugs
    • Eindhoven
    • Fietsen
    • Ghana
    • India
    • Luchthaven
    • Markt
    • Monumenten
    • Ontwerpen
    • Openbare ruimte
    • Psychiatrie
    • Rotterdam
    • Schiphol
    • Shopping
    • Snelweg
    • Teksten voor fotoboeken
    • Toerisme
    • Veldhoven
    • Verboden toegang
    • Verrommeling
    • Vinex
    • Wegen
  • Genres

    • Audio
    • Boek
    • Column
    • Essay
    • Film
    • Lezing
    • Notitie
    • Ontwerp
    • Portret
    • Recensie
    • Reportage
  • Jaren

    • 2019
    • 2018
    • 2017
    • 2016
    • 2015
    • 2014
    • 2013
    • 2012
    • 2011
    • 2010
    • 2009
    • 2008
    • 2007
    • 2006
    • 2005
    • 2004
    • 2003
    • 2002
    • 2001
    • 2000
    • 1999
    • 1998
    • 1997
    • 1996
    • 1995
    • 1994
    • 1993
    • 1992
    • 1990

    Copyright 2014 Venus Premium Magazine Theme All Right Reserved.
    Back to top